Op deze compositie-tekening voert de meest rechtse ruiter een vaantje
met het Texelse wapen.
Van de oud-Texelaar, J. Hopman te
Schaik, ontving de redactie fotoco-
piëen van een deel van het gedenk
boek over de inhuldiging en de
feesttochten van Koning Willem II.
De letterlijke tekst over het bezoek
aan Texel was: „Den 4 augustus, 's
ochtends zeer vroegtijdig, is Zijne
Majesteit met gezegd Jagt 1), ge
trokken door de Stoomboot „de Stad
Amsterdam" naar texel gestevend,
gevolgd door de RijksStoomboot
„Etna", aan wier boord zich bevon
den de Heeren statsraad-
Gouverneur van Noord-Holland, de
Admiraal De Man, de generaal Bake
en verscheiden andere Officieren.
Toen Zijne majesteit ten 6 ure aan
het Oude Schild aan wal stapte,
werd Hoogstedezelve wederom,
evenals den vorigen avond, door de
„Sambre" met 33 schoten begroet,
door eenige meisjes met bloemen
bestrooid, en door de aldaar verza
melde Regering verwelkomd, die
Hoogstdenzelven teven eene eere-
wacht aanbood. (2| De Koning ver
volgens in een rijtuig gestapt zijnde,
is door Den Burg gereden naar ei-
jerland, overal door de zeer talrijke
menigte met geestdrift begroet, en
op verscheiden plaatsen eerebogen
opgerigt vindende. Na eenige oogen-
blikken te Cocksdorp te hebben ver
toefd, is Zijne Majesteit terug
gereden naar Den Burg, en aan het
raadhuis aldaar afgestapt, waar
Hoogstdezelve andermaal door eeni
ge meisjes met bloemen bestrooid
werd, audiëntie verleende, en ge
bruik maakte van een door het
Bestuur aangerigt collation een
lichte maaltijd van koud vlees, ge
bak, fruit enz.]. De Koning is daarna
teruggekeerd naar het Oude Schild,
op den geheelen weg met de uit
bundigste vreugde ontvangen wor
dende. De Eerewacht aldaar
bedankt, en den Heere Aanvoerder
S. Keijser met eene prachtigen Ko-
ningsring vereerd hebbende, is
Hoogstdezelve met gevolg, in twee
booten van de „Etna" naar dat
Schip geroeid en vervolgens naar
het Nieuwe Diep gestoomd".
1) 'gezegt jagt' was het Koninklijke
jacht 'Batavia' onder bevel van Lui
tenant der Zee le klas jonkheer De-
del, de adjudant van de
Vice-admiraal de Man. Deze Schout
bij nacht was de commandant van
het departement der Zuiderzee. De
'Batavia', die meestal te Amsterdam
lag, werd voor deze reizen speciaal
gebruikt om „Zijne Majesteit tot
nachtverblijf te strekken".
(2) De erewacht was als volgt sa
mengesteld:
Een deel van de namen is enigzins
mishandeld. Onze interesse gaat
hoofdzakelijk uit naar de KONINGS-
RING en daardoor naar S.Keijser.
Dit is hoogstwaarschijnlijk SIMON
KEIJSER (1810 - 1886) een zoon van
Sijbrand Pieterz Keijser (1767 -
1835) lid van het Comité van Finan
ciën van het voormalige Gewest
Holland en Dijkgraaf op Texel tot
1835, en van Grietje Jacobs Boon.
Simon was in 1837 getrouwd met
Tïijntje Jacobs Dijksen en in 1847
secretaris van de 29 gemeenschap
pelijke polders. Zijn levensloop
werd uitvoerig beschreven in 'tland
van Texsel (blz 404-410)
Cornelis Hermansz Keijser (blz
1887-198.) was geen nakomeling van
deze Simon, zoals van der Vlis ver
meldde, maar diens grootvader Cor
nelis Sijbrandsz Keijser was een
broer van Simon Seijbrandsz. Hier
door is het practisch uitgesloten dat
de Koningsring nog in bezit is bij de
Texelse familie Keijser. Simon had
vijf kinderen, waarvan drie voor
hun vader zijn overleden en onge
huwd waren. Twee dochters trouw
den en gingen elders wonen.
Catharina Geertruida (1851-1884)
was ook al overleden voor haar va
der en uit haar huwlijk met Philips
Pelgrom EVERTS waren twee kinde
ren geboren. Hiervan is een onge
huwd overleden. De zoon Robert
Gérard Evërts woonde in Brussel en
had twee kinderen, die ook ver van
Texel bleven. De andere dochter van
Simon, Margaretha Catharina
(1848-1920) trouwde in 1878 met
Stephanus EVERTS en in dit gezin
werden vijf kinderen geboren en
daarvan zijn twee dochters ge
trouwd. De ene met Derk Kruyt-
bosch en de andere met Matheus
Vreede. Van de vijf kinderen Kruyt-
bosch zijn er vier getrouwd en van
de drie kinderen Vreede zijn twee
kinderen gehuwd. De kans dat de
ring ooit opgespoord wordt is hier
door zeer klein. Haarlem, Leiden en
Den Haag zijn de plaatsen met de
grootste kans. Navraag bij de ge
meente Texel leverde geen resultaat
op maar wel een bijdrage voor dit
stukje. In een deel van een jaar
verslag aan de commissaris van de
Koningin (G.A.T. 269) werd de vol
gende tekst opgenomen. „Dat in de
loop van dit jaar geene merkwaardi
ge voorvallen binnendeze gemeente
hebben plaats gehad, tenzij het
hoogstvereerend bezoek aan deze
gemeente gebragt door Z.M. inzen
geëerbiedigden Koning den 4 Augus
tus dezes jaars, Uwe Excellentie
trouwens was getuige van den uit
muntende geest, die zich bij deze
gelegenheid binnen deze gemeente
allerzijds openbaarde". Zij (mogen-
lijk wordt bedoeld Gij) was getuige
van den IJver waarmede dit plaatse
lijke bestuur zich had beijverd van
in de weinige dagen dat dit vooraf
van dit doorluchtige bezoek verwit
tigd was, al het mogelijke aan te
wenden, ten einde dit bezoek te ma
ken tot een volksfeest tevens dat on-
uitwischbaar in het geheugen van'
de thans levende bevolking zou zijn
ingeplant. Zij (mogelijk wordt be
doeld. Gij) was eindelijk te zeer
oog- en oorgetuige van alle daarbij
plaats gehad hebbende bijzonderhe
den dan tdat wij het nodig of zelfs
gepast zouden oordelen ind eze te
treden in eenig herhalend verslag
daarvan.
En hiermede eindigen wij wederom
ons jaarlijks verslag.
het Plaatselijk bestuur van Texel.
(geteekend) P. Keijser SZ
Burgemeester."
Texel, 1 februarie 1990 C. J. Reij
Bronnen:
- Texelse Geslachten, Dijt en Dijt
- 't Lant van Texsel, J. A. van der
Vlis
- Gemeente Archief Texel
- Dank aan de heer J. Hopman te
Schayk.
26