Texel en de Wiermaaierij
MINISTERIE VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN.
het bestuur om over het uitblijven
van de Zuiderzeesteun te proteste
ren. En die vent schold me nog uit
ook, nou ik zei: 't is goed, ik wil je
groeten... Maar later kreeg ik toch
bericht dat ik f 100,— kon vangen.
Maar om het recht ben ik naar Am
sterdam gegaan en die 100,— noem
ik een zoethoudertje. Maar toch is
het later veranderd, de mensen die
een bedrijfje hadden (dit gold voor
mensen die op 25 juli 1918 hun
hoofdmiddel van bestaan vonden in
de visserij op de Zuiderzee, of in
een met name gegrond bedrijf in de
visserij) zoals vader kregen wel
Zuiderzeesteun. Vader kreeg een
ƒ10,— in de maand wat later om
hoog liep".
Vissen na de afsluiting.
Piet: „We hadden er ondertussen
nog een blazertje bijkocht, twiede-
hands vanzelf van Ellen de TX 51
en van ons zelf de TX 23 waar ik
toen schipper op werd. Veul te jong
eigenlijk, maar vooruit het is altoos
goed gaan. Het jaar dat de afsluit
dijk er was waren we nachts aan
het varen, 't was stil weer en teu
gen de voorvloed dus wij proberen
met het garnevissen hier op stroom
op de streek te komen, roeien van
zelf want er waren nog geen motort
jes. Vader met de TX 51 en ik met
de TX 23. We lagen er klaar voor
om er aan te gaan, ik docht: Hè
deer loopt die ouwe vast! Ik riep: zit
je vast?, ja! riep ie terug we lopen
vast. Dan zit je bij de ton van de
Bosch, wij gingen deur want je viste
tot de gaston van Borgzand op gar
nalen. Daar stop je ermee want de
rest was allegaar oesterveld. Door
de voorvloed kwamen we snel bij
de ton van Borgzand aan. Ik zei te
gen Jan Dogger, die bij me voer, we
zeilen de kor ophalen. Jan Dogger
was Jaappie Jan z'n vader. We gin
gen daarna op 10 vaam (1 vaam is
1.80 m) vissen buiten de wulken
en oestervelden in het zand. We
viste daar normaal nooit.
Na jongen, deer lagen toch een
smak garne....! Die konden vanzelf
niet meer naar de Zuiderzee toe.
Toen wij met zo'n bonk garne de
haven in kwamen met blak weer,
nou je had ze zien moete kieke! We
hadden wel een 300 kg gezeefde
garne en ik weet nog wel we kregen
er negentien cent de kg voor. 't Was
dus een goeie dag vanzelf. Toen ze
hoorde waar ze gevangen waren
ging daar vanzelf een hele vloot
opaf. Zowel vanuit Texel als Den
Helder."
Leven in het water
Piet: „Na de afsluiting kwam ook
weer de haring en de ansjo om op
de Zuiderzee hun kuit te schieten.
Als de ansjo en de haring hier voor-
jaars binnen kwam dan had je hier
ook altijd een berg bruinvissen, en
ook wel zwaardvissen die erachter
aan joegen. Op een gegeven mo
ment kwam er een man naar me
toe die zei: wat deer bij de wilde
sluis van Dogger los is dat weet ik
niet maar er is zo'n leven in het wa
ter? Wij op de fiets er natuurlijk
heen, nou deer zwom me toch een
berg zuiderzeeharing in benauwd
heid teugen de diek op! Je kon met
je hande er emmers vol weghalen,
ze kwamen van de afsluitdijk af op
zoek naar vlak terrein om te schu
ren, maar dat heb ook maar een
jaar geweest, het vissen met de
kommen op haring was ook voorbij,
ze hadden daarmee ook het werk
af.."
Van de visserij bij Teso in dienst
Piet: „Ik heb m'n schuut aan Wie-
ringers verkocht want hij werd op
het lest te oud. Ik zeg tegen Kees de
Wijn: zouwe we die schuut niet
goed opknappe kenne? Nee, zei De
Wijn die is er te oud voor. Toen heb
ik een schuut van de Cocksdorp ge
haald. Dat was een aakmodel (TX
23) het was een heel aare bouw en
hij was veul beweegelijker. Ook
slingerde hij veul meer als m'n ou
we schuut. Die is uiteindelijk ook
verkocht waarna ik nog een jaar of
wat bij Teso varen heb." De TX 23
heeft z'n laatste rustplaats gevonden
in de botenhal vanl het Zuiderzee
Museum te Enkhuizen.
Wierwaarden op de Waddenzee
in 1990 opnieuw adtueel
Wierwaarden en zijn maaiers: een
periode uit ons verre verleden. Be
kend is dat er nog zeegras in het
Grevelingenmeer in Zeeland groeit.
Met oud-wiermaaier Klaas Hunder
hebben we op het wad bij de Prins
Hendrikdijk nog wel lopen zoeken,
N°.?C2 AFDEELING A,
Bericht op schrijven van
12 Januari 1921 ris. V 9/1.
bet reffende o nd e rs t eu ni ng
Zuideraeevia achera
•S-GRAVENHAGE,
Ik heb de eer 'J mede te deelen, dat aangezien
de visschera in Uwe gemeente, blijkeno ter zake door nij
ingewonnen inlichtingen, niet kunnen worden gerekend te
behooren tot de categorie ^uiderzeeviaachers ten behoeve
van wie door r.ij een steunregeling ia getroff en kunnen zij,
mede om der gevolgen wil in deze regeling niet worden op
genomen.
Kochten zij steun benoeven, dan dient daarin
te v/orden voorzien door de gewone organen van arnenzorg.
De Minister van Bi nnenlanda che Zaken,
Voor den Minister,
De Secretarie-Generaal,
- Aan
Heeren Burgemeester en
Wethouders van
TEXEL.
Brief Minister
24