Alle KlOKKen luiden
"I "1 1 "1 "1 "1 "1 ^oor aan binnenzijde metaal
Eeuwenlang, zeker méér dan 575
jaar, beieren er klokken over ons
eiland. Enkele van deze luidklokken
dateren uit de 15e eeuw. Ze hebben
dus heel wat meegemaakt en veel
rampen en oorlogen overleefd. Niet
alles is te achterhalen, maar na wat
speurwerk kwamen er toch interes
sante details naar boven!
Iets uit de geschiedenis van
de luidklok
Door het toenemend aantal monni
ken in de vroege Middeleeuwen ko
men klokken voor kerkelijke
doeleinden meer en meer in ge
bruik. In kloosters werd (en wordt
nog steeds) het dagritme bepaald
door de getijden: korte regelmatig
terugkerende gebedsdiensten. Door
klokgelui werden (worden) de
kloosterlingen voor het gebed opge
roepen. Bij de opkomst van de ste
den kwam de klok ook in gebruik
voor openbare doeleinden. Er werd
geluid om te waarschuwen bij nade
rende vijanden, bij brand, bij drei
gende overstroming, maar ook bij
de komst van hoog bezoek. Later
kreeg de klok de belangrijke taak
van het bijeenroepen van schout en
schepenen bij terechtstellingen; ook
markten, visafslagen en kermissen
werden met klokgebeier „ingeluid".
Op den duur gingen klokslagen ook
dienen om de tijd aan te duiden.
De stem van de klok
In vroeger eeuwen dacht men aan
klokgelui magische krachten toe, zo
als het verdrijven van de pest, het
verjagen van boze machten, en de
Satan zelf. Klokken kregen zelfs per
soonsnamen, meestal van heiligen,
zoals Maria, Pieter, Saligmaker, Ni-
colaas. Hen werd iets (boven)mense-
lijks toegedacht. De verschillende
onderdelen van een klok worden nu
nog steeds benoemd met de namen
van lichaamsdelen!
KLEPEL OF TONG
Een oud ambacht.
Het klokgieten is een zeer oud am
bacht. tot in de 16e eeuw werd het
vaak verricht door rondtrekkende
klokgieters: men was dan van de
vervoersproblemen verlost! Men
kan stellen, dat de basistechniek uit
de 14e eeuw nog steeds wordt toe
gepast, uiteraard met verbeteringen
De oudste Texelse luidklokken
DE WESTEN
„Ik geloof Godt ik Verslijt het IJser
ik roep het Volk te Zamen, de
gesturven Beschrij ik, ik verdrijf de
Pest, Nicolaas heet ik. Willem Bu-
tendiic me fecit 1489" Ime
fecit=maakte mij).
Dat is het randschrift van de
1800 pond zware luidklok, die ooit
in de toren van ,,'t Wamboys" (ofte
wel „Westerendt") in de Westen
hing. In 900 stond daar al een
houten kerkje en was daaromheen
het eerste gewijde kerkhof. Volgens
Ponger stond er eens ook een één-
schepig tufstenen kerkje (eind 11e
eeuw). De bouw van de grote kerk
van de Westen zou tegen het eind
van de 12e eeuw zijn begonnen. Bij
het verkrijgen van de stadsrechten
in 1415 was Westerendt het belang
rijkste dorp met de „moederkerk"
van Texel, de St. Jan. In 1489 is dus
de grote luidklok gegoten. V.d. Vlis
meldt, dat aan 't eind van de 15e
eeuw het verval van het dorp al in
zet. Verstuiving is de oorzaak. De
vissersbevolking begint weg te trek
ken naar Den Hoorn en De Koog.
Het gevolg is: verwaarlozing van het
kerkgebouw. Toen in 1572 de Water
geuzen hadden huisgehouden is de
kerk ingestort, maar met subsidie
van de Amsterdamse Admiraliteit
werd de toren hersteld, vanwege
zijn belangrijke functie als baken
voor de scheepvaart. Toen er in
1593 aan het herstel van de toren
werd gewerkt, hing daar nog steeds
de grote klok, die alleen nog ge
bruikt werd „tot het beluyden der
doden en wel specialick van die van
de Roomsche religie". Het besluit
tot herstel van de toren behelsde
OPSCHRIFT
WAPENS EN FIGUREN
SIERRINGEN
in verschillende details. Er worden
eerst een binnenklok en een buiten-
klok gevormd van klei en leem, met
over de leemlaag een waslaag, waar
op de versieringen en het rand
schrift zijn gemodelleerd. Bij
verhitting smelt de waslaag, de
leemlaag wordt verwijderd en in de
ontstane holle ruimte tussen de
hardgebakken klei wordt het brons
gegoten. Klokkebrons is een legering
van 80% roodkoper en 20% tin en
wordt gegoten bij een temperatuur
van 1100 C. De klok wordt tenslotte
„gestemd" (hij kan nl. vals klinken)
KROON
SCHEDEL
SCHOUDER
FLANK OF
LICHAAM
SLACRANO
LIP
MOND
SIERBAND
RANDSCHRIFT
SIERBAN0
15