Oorsprong van De Waal
zeer bros. Misschien woonden er
meer mensen, maar verdwenen hun
sporen voorgoed. Tfegen de tijd dat
de mensen ijzer konden bewerken
en daardoor betere -want duurzame-
werktuigen ter beschikking kregen,
was het in ieder geval druk gewor
den rond De Waal. Ten minste 17
nederzettingen waren er en daartus
sen en daar omheen liet men ook
sporen achter. Opvallend is, dat ook
de lage gedeelten bewoonbaar wa
ren, want ook daar werd gewoond
en gewerkt. De Romeinen begonnen
hun rijk uit te breiden naar het
noorden. Ze legden wegen aan om
hun legers te laten oprukken en
Archeologische kaart R.O.B.
Het waren koude tijden, zo'n 40.000
jaar geleden. Het landijs strekte zich
uit van de Noordpool tot Noord-
Duitsland. In onze streken lag geen
ijs, maar was er een kale vlakke
toendra, waar alleen hier en daar
wat mos groeide, wat kruiden en
soms een dwergberk. Alleen stuw
wallen van het leem uit een eerdere
ijstijd, nog weer 100.000 jaar daar
voor, zorgen voor wat reliëf in het
landschap. Toen waren de Hoge
Berg en een stuwwal, zo'n 8 km.
ten westen van Den Hoorn ont
staan. Daarna was het warmer ge
worden, ongeveer zo warm als nu
met gemiddelde juli-temperaturen
van 20°C. En hoe weet niemand
precies, maar de temperatuur daal
de weer en het ijs kroop verder en
verder zuidwaarts. De Noordzee lag
grotendeels droog, van de Wadden
zee was geen sprake en over de kale
koude toendra's trokken mammoe
ten, rendieren en wolharige neus
hoorns. De wind joeg over de
vlakten en de schaarse begroeiing
hield het zand niet voldoende vast,
zodat het in enorme hoeveelheden
verwaaide. Lagen dekzand vormden
zich over, maar ook rond de stuw
wallen. De wind zorgde voor reu
sachtige ribbels, veel hoger dan die,
die we nu op het strand kunnen
zien, maar wel volgens hetzelfde pa
troon. Dat was het begin van De
Waal. Nog steeds zijn er „ribbels"
ofwel verschillen tussen hoog en
laag op korte afstand van elkaar te
vinden. De lage stukken zijn soms
nog lager gemaakt door het water
dat de gemakkelijkste weg zocht, de
hoge stukken zijn soms opgehoogd
door mensenwerk. Het water was
afkomstig van stromen en stroomp
jes; er was toen geen sprake van zee
in de buurt. Met de ijstijden kwa
men ook de mensen naar onze stre
ken en de eerste sporen daarvan
vinden we rond De Waal in de
bronstijd, zo'n 3000 jaar geleden.
Het was toen alweer een stuk war
mer en het landschap was aardig
veranderd. Er groeiden berken, el
zen, dennen en riet rond de veen-
moerassen die ontstonden doordat
het water niet verder kon. De men
sen leefden niet meer alleen van de
jacht, maar zaaiden, oogstten en be
werkten het land met behulp van
huisdieren. Ze woonden in grote
boerderijen, droegen zelfgeweven
kleren en hadden aardewerk. Spo
ren van twee nederzettingen
boerderijen] uit deze tijd zijn ge
vonden bij De Waal. Het was een
goede plek om te wonen, want er
kwamen meer nederzettingen. Zo'n
500 jaar later waren er ten minste
drie bijgekomen. Er zal ongetwijfeld
water geweest zijn, want als dat er
niet is, ga je er niet wonen, en het
was kennelijk veilig genoeg aan de
noordkant van wat nu de Laagwaal-
derweg is: daar namelijk stonden
die nederzettingen. Of ze zelf brons
bij de hand hadden of dat ze hun
bronzen werktuigen en sieraden van
elders meenamen naar hun nieuwe
woonplaats bij De Waal, weten we
niet, omdat metaal niet bewaard
blijft in deze bodem. Ook dierlijke
resten als botten, geweien, leer en
wol, of ander textiel zoals linnen,
vergaan. Daarvan is dus niets terug
gevonden hier. Wel is er aardewerk
gevonden, maar dit aardewerk was
4