Bij de kaart van De Waal 1889 juni 1460 de Abdis, Elisabeth van Matenesse, vergunning gaf aan de gebroeders Sijmon, Florijs, en Jacob van Noirde, (Zouden dit niet de erf genamen en zonen zijn van boven: genoemde Jan Noirde CJ.R.) aan Jan van Alcmade* en Mathijs Heyn- ricxsz 100 morgen land op Texel in Burchambacht te bedijken. Het ge bied grensde aan het land van Jan van Poelgeest (Baljuw van Texel 1440-1454) genaamd Noordergrie. Deze (eveneens) 100 morgen land hadden de gebroeders van Noirde van de abdij in leen. Noordergrie moet een deel van Waalenburg zijn. (Sjaak Schraag). In 1460 bestond reeds land in Waalenburg van de abdij. Margaretha zou dan de indij king tussen 1436 en 1460 ook heb ben toegestaan (misschien met medewerking van de Baljuw Jan van Poelgeest) aan de Abdij, evenals zij voor de inpoldering van Wezen- of Begijnenspyk in 1436 aan het „Klooster" van Rijnsburg octrooi verleende en deze Abdij de bedij king uitvoerde al dan kort na 1350, of 1436 of 1496 ('t Lant van Texsel blz. 45 en 48). Na de bedijking in Waalenburg, het tweede gedeelte met de (nog) niet vaststaande da tum, verkregen Jan van Alcmade en Mathijs Heyndricxz samen 9/10e deel van het poldertje in eigendom, terwijl de drie gebroeders van Noir de voor l/10e deel erfleen kregen. Het is zeer aannemelijk dat zij bin nen 28 jaren (vöör 1488) de polder hebben klaar gedregen. Dan waren twee delen van Walenburg ter groot te van 150 tot 320 hectaren al be dijkt voor weer opnieuw octrooi werd gegeven. Jan van Alcmade komt voor op de lijst van Rentmeesters en Baljuw etc. ('t Lant van Texsel blz. 519) van 1447-1454 en als cureyt van de kerk in Den Burg. In de Geschiedenis van RK Texel komt voor Jan Flo- rensz van Alkema als cureyt of vice cureyt met het jaartal 1457, tevens einddatum. Daar de voorganger ver meld wordt met 1415, was het mo gelijk dat hij die twee functies gelijktijdig heeft uitgeoefend. Zijn indijkingsactieviteiten lagen na deze periode. In 1463 pachtte hij van de Hofstede Warmond, een grondeige naar op Texel, 3200 roeden land in De Waal, liggende Oost: de Oosterse Grie, West: Albert Jansz, Noord: Dirk Obbensz, zuid: Nikolaas die Vrieze, rentmeester van Holland. In 1467 ruilt hij andere grond ter ver krijging van deze vier hectaren. C. J. Reij November 1989 Deze kaart van De Waal geeft de si tuatie weer 1889, dus 100 jaar gele den. Maar hij werd pas in 1932 getekend door Dirk Mantje in Ame rika. Dirk Mantje werd op 15 mei 1876 geboren op Molenbuurt als zoon van Cornelis Dirksz. Mantje (geb. 1851) en Dirkje Eelman (geb. 1852). Dezen waren in 1875 ge trouwd en kregen na Dirk nog een meisje, nl. Cornelia Maria op 20 ja nuari 1878 en twee jongens, Jan en Cornelis. Waarschijnlijk vertrok het hele gezin in de tachtiger jaren naar Amerika, in ieder geval gingen Dirk en z'n zuster Cornelia. De tachtiger jaren waren hier slecht voor veel mensen en de grote uittocht naar Amerika kwam opgang. In Passiac, een plaatsje in New Jersey, vormde zich een hele konlonie Nederlanders (Texelaars). Dirk was landmeter en had regelmatig schriftelijk kontakt met familie op Texel. Hij was erg geinteresseerd in het wel en wee in De Waal en hield bij wie waar woonde, verhuisde, overleed enz. Hij bleef ongetrouwd en woonde sa men met z'n zuster. Of hij ook in Amerika z'n beroep als landmeter uitoefende, weten we niet. We we ten trouwens alleen van Dirk de 12

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1989 | | pagina 14