Jacobsz. Roeper, de oudste zoon van Jacob Roeper, die op (15.) al werd bezocht. Jan Jacobsz, die boer maar ook in 1879 dijkgraaf van de Ge meenschappelijke Polders werd, liet de opstallen slopen en bouwde er een nieuw huis op. (38.) Deze boer derij behoorde toe aan 'n Jan Pie- tersz Dijksen, die als boer van 54 jaar in Polder Den Burg woonde. Zijn huurder was mogelijk zijn broer Dirk Pietersz Dijksen, we duwnaar en boer. Zijn zoon Au gustijn Dijksen had het beroep van kuiper. Ze hadden geen vrouwvolk in huis. De naam Augustijn Dijksen kwam in 1742 als boer in De Waal al voor. Deze had zelfs twee paar den. De Pieter jacobsz Dijksen van (32.) was een zoon van Jacob Au- gustijnsz Dijksen. Voor een stam- boekonderzoek is dit een interessante familie. (Zie Dijt 326). (39.) De weduwnaar Maarten Hen- driksz Boon, bezitter van de tuin (13.) liet zich in zijn huis verzorgen door zijn ongehuwde 35-jarige doch ter fïijntje. (40.) Pieter Meijertsz Boon, boer achter in Waalenburg, was eigenaar van dit woonhuis met flinke tuin. De huurder was hier een echte „import". A. J. Heineman, 54 jaar zonder beroep, was als we duwnaar van Stavoren gekomen. In huis bij hem verbleef de ongehuw de, uit Donkerbroek (Friesland) af komstige Johanna Nicolaas Bolt. Een paar jaar later trouwde zij met Pie ter Dros, de schoenmaker, die tot die tijd bij zijn vader Gerbrand op (42.) woonde. (41.) Deze tuin van 1140 meter behorde toe aan Pieter Jacobsz Dijksen van (32.) Nader hand werd hier de nieuwe pastorie voor de Doopsgezinde Gemeente ge bouwd. (42.) De eigenaar Gerbrand Dros was met zijn 62 jaren al twee maal weduwnaar. Samen met zijn zoon Pieter dreef hij zijn schoenma kerij. Mede voor zijn drie nog jonge kinderen zorgde de dienstbode van 17 jaar, Aagje Jans Koopman van Den Hoorn. (43.) Was een erf van deze Gerbrand Dros. Hierop had eerder een wo ning gestaan die gesloopt was. (44.) De eigenaar Cornelis Bouwes Bakker, bakker te Den Burg, had dit huis verhuurd aan Sanderijtje Bak ker, 67 jaar, weduwe van Jan Pie tersz Wuytsz, eerder wonende aan De Koog terwijl haar zoon Pieter in Oosterend leefde. Bij haar was in huis de ongehuwde Martje Jans Kui ter. Sanderijtje was een dochter van Hendrik Bakker. Niet is te vinden of zij familie was van haar huur baas, die gehuwd was met Martje Jans Bakker. Later werd dit pand verbouwd tot herberg en genaamd „De Rijzende Maan". (45.) Cornelis bouwesz Bakker verhuurde deze woning aan Reijer Jansz Vermeulen, weduwnaar van 60 en van beroep arbeider. Hij woonde er alleen. (47.) SC-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1989 | | pagina 11