Een beeld van het dorp De Waal in de vorige eeuw de 800 meter grote tuin op (18.). De landman Arie Dirksz Boon, die bui ten De Waal gevestigd was, was eigenaar van het huis (22.) Jacob Ja- cobsz Eelman, een werkman, huur de het voor zichzelf en zijn zoontje. (23.) en (24.). De kerk van de Doopsgezinde Gemeente werd in 1972 afgebroken. Deze „Vermaning" had rond 1850, 200 lidmaten. Het huisje (24.) was leegstaand en werd samen met (25.) afgebroken toen de kerk daarmee werd vergroot. De kerk werd bediend door Dominee Hessel Stijnfort, die vele jaren in Oosterend stond. (25.) en (26.) Wa ren twee verhuurde huizen van de schipper Cornelis Arisz Bremer. Het eerste werd bewoond door Jacob Bremer, een buiten-zeeman, en zijn vrouw Cornelisje Eelman. In huis hadden ze de 14-jarige Adam Kalf, een zoon van de overleden slagter Janus Kalf uit Den Burg, waarmee Cornelisje eerst getrouwd was. (26.) Op de hoek van het Verma ningspad werd gehuurd door de al leenstaande 55-jarige Neeltje Roeper. (27.) Pieter Jacobsz Dijksen, die op (32.) woonde verhuurde dit pand aan het jonge gezin van Jan Boerhorst, zoon van Arie de Postrij der. Jan werkte hier even als boe renknecht maar ging in 1832 weer terug naar Zuidhaffel. (28.) Jacob Cornelisz Dijksen had hier zijn boe renbedrijf. In het gezin waren nog vier kinderen, twee zoontjes waren in 1829 overleden. De twee dienst boden gaven de materiële welstand aan. Een van de meiden was Jantje van Aris Hin van de Hogeberg, zij was de enige Katholiek in het uit sluitend Doopsgezinde en Gerefor meerde dorp. Ze trouwde in 1849 in Den Helder. (29.) De Boomgaard, groot 2170 meter, was nog bestaan de in 1889 maar werd al genoemd op 29 april 1623. Tben kocht de Pre dikant Daniël van Conincxveld het huis, erf en boomgaard, genaamd „Spinners Boomgaert" en hij ver kocht het 10 juni 1624 aan de jonge selle Meijert Comelisz te De Waal. Aan de rand van dit gebied had De Waal een van zijn brandkolken. De andere lag bij de Polderweg en werd „De Plas" genoemd. Aan de overkant van de weg werd in 1893 de melkfabriek „De Hoop" ge bouwd. Dit bedrijf ging in 1930 over naar de Coöperatieve Zuivelfabriek „De een huis had gestaan. Hij was ook eigenaar van (44.) en (45.). (34.) De jonge gehuwde landman Pieter Kuiper had een baby in de wieg. Ze konden zich een dienstbo de permitteren. (33.) en (34.) wer den later samengevoegd en de boerderij van D. M. Mantje. (35.) Arie Arisz Leijen kwam van Ooste rend en had hier sinds 1814 zijn bakkerij. In zijn gezin waren vijf kinderen uit twee voorgaande hu welijken. Zijn vrouw was nu de amsterdamse Dorothea Rechlien. haar broer was chirurgijn te Den Burg. Haar moeder en haar zuster Eendracht". (30.) In de boerderij, die later „De Huiskoog" werd ge noemd woonde het jonge gezin van Kors Cornelisz List. Hij had op (31.) een kleine boomgaard. List overleed in 1833. (32.) Pieter Jacobsz Dijksen, ook eigenaar van (27.), de tuinen (41.) en (46.), werkte met z'n 74 ja ren niet meer en dat hield hij nog tien jaar vol. Hij was al vanaf 1776 weduwnaar. Hij had een dienstbode. (33.) Cornelis Bouwsz Bakker, een bakker die op het hoek je Binnenburg-Hogerstraat aan Den Burg woonde, was eigenaar van de 820 meter grote tuin, waarop eerder werkten als vroedvrouwen op Texel. De zoon Simon Ariesz Leijen (1820-1892) nam dit bakkersbedrijf van zijn vader over. (36.) De verwer Arie Schouten kwam van Kolhorn en was met zijn 62 jaar weduwnaar, martje Kuiper, een 17-jarige Texelse, was als dienstbode bij hem in huis. (37.) ook dit woonhuis was eigen dom van Arie Schouten, de schilder. Hij had het verhuurd aan de riet dekker Pieter Dirksz Dijksen. Het gezin verhuisde nog dat jaar naar Ongeren, waar hun dochtertje gebo ren werd. Naderhand zijn de perce len (36.) en (37.) gekocht door Jan

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1989 | | pagina 10