Sinds 1902 wordt het beeld van het dorp sterk bepaald door de molen, een van orgine Zaanse molen. De oorspronkelijke naam ,,De Tbaan- roeier" is ontleend aan de olie industrie, waarbij iemand zo werd genoemd die was belast met het peilen en meten van de olie. Op 22 februari 1902 werd door de Firma Dros en Co bij de Gemeente Texel een verzoek ingediend tot oprichting van een windkorenmolen op een perceel land achter de haven van Oudeschild, genaamd „Het Haven- land" en op 25 maart 1902 werd dit verzoek al ingewilligd. De - sinds 1896 aan Den Hoorn wonende - mo lenmaker Klaas Kuyper had van de Zaanse eigenaar Remmert Köhne een oude pelmolen gekocht. De eerst bekende windbrief voor deze molen, die aan de Oostzijde van de Zaan stond, werd in 1727 afgegeven aan Mattheüs van Breen. Na de montage werden de belangrijkste delen naar Texel overgebracht. Hier onder was een gietijzeren bovenas, die in 1870 in Den Haag was gego ten. Bij de Oudeschilder molen werd de stenen onderbouw op Texel opgemetseld tot zes meter boven het maaiveld. De bovenbouw werd toen niet - zoals algemeen gebruikelijk was - met riet gedekt, maar hier voor werden planken gebruikt, die werden afgedekt met rubberoid. De rietbedekking werd pas rond 1960 aangebracht. Het afbreken en elders weer opbouwen van een molen was op Texel geen onbekende gebeurte nis. Zo werd de molen van Ooster end (Molenbuurt) in 1837 gedemonteerd en bij De Cocksdorp (Molenbos) weer opgebouwd. Toen deze molen in 1881 door brand ver loren ging, werd het volgende jaar uit Sassenheim een molen overge bracht. In april 1902 was men met het bou wen van de lïaanroeier begonnen. Op 23 april bezeerde een timmer man uit Den Hoorn ernstig een been bij het werken met een dies- sel. Na de zomer van 1902 was de bouw gereed en op 11 september draaide de molen voor de eerste keer. Het heiwerk werd uitgevoerd door de heibaas Bart Weijdt, (groot vader van Ing. L. J. Weijdt). Deze heibaas zong bij het slaan van de palen zelfgemaakte liedjes om het ritme aan te geven. Als molenaar werd aangetrokken Sietse Tjebbesz. Ploeg (1872-1950) afkomstig uit Makkum, een ervaren vakman. Voor de Texelse werkne mers was het nogal moeilijk met hem samen te werken. De molen wisselde van eigenaar. Na Dros en Co werd het bedrijf voortgezet door Krol en Co, maar mevrouw M. Roelofs-Dros werd de eigenares van de molen, terwijl haar broer P. Dros Albzn de zaken regelde. Het malen verminderde sterk en ook het koe- kenbreken, waarvoor windkracht werd benut, was een aflopende zaak. Grote fabrieken leverden rond 1940 steeds meer kant en klaar ge mengd veevoer. In die tijd is de mo len nog eens op hol geslagen tijdens storm. Gelukkig wist een bui tenstaander (Piet Schagen) de molen te remmen anders was deze toen door brand verloren gegaan. De mo len verkeerde in 1942 in slechte staat en draaide niet meer. Dros wilde de bovenbouw slopen en de onderbouw afdekken om dat deel als opslagruimte te blijven gebrui ken. Als hij hiervoor toestemming kreeg zou de afbraak 3000,— ople veren. De burgemeester van Texel informeerde bij de Vereniging De Hollandsche Molen of hij dit kon verhinderen want hij wilde de mo len behouden. Op 9 september 1942 werd de molen door de rijksover heid als monument aangemerkt en op advies van de Ver. Holl. Molen werd door de molenbouwer J. Po land uit Akersloot opgenomen wat de kosten zouden moeten bedragen om de molen weer bedrijfsklaar te maken. Over deze kosten (/T.400,— het slopen, de bijdragen en de sub sidies sleepten de onderhandelingen zich voort, mede door de oorlogsom standigheden. In 1944 kocht de Ge meente texel voor ƒ7.436,70 de molen met 431 mz grond. Hierop werden subsidies verkregen van het Departement, N.V. TESO en de Ver. Hollandse Molen. De N.V.TESO droeg bovendien nog tot 1955 bij in de exploitatie-tekorten en de diverse reparaties. Het repareren werd di rect gestart. De onderbouw werd tot 1953 en de eerste verdieping tot juli 1954 verhuurd aan Krol en Co, later aan de Aankoopcentrale. In novem ber 1944 had de maalderij van de LTB aan de Heemskerckstraat geen electrische stroom meer en werd door de Gemeente de molen aan die organisatie verhuurd, waarbij de huurder nog diverse voorzieningen moest treffen. Zo kostte het in die tijd veel moeite om zeilen voor de wieken te krijgen. Begin 1945 kon onder leiding van Hermannus W. Timmer weer op windkracht wor den gemalen. Ervaring met het ma len met motoren had Timmer, geboren te Kloosterburen (Gr) 27-01-1907, bij de LTB opgedaan en voor de windmolenbediening kon hij gebruik maken van de adviezen van de oude Siets Ploeg, die nog bij de molen woonde. Tijdens de rus senoorlog is er rond de haven van Oudeschild veel gevochten en ge schoten en het is verwonderlijk dat in die dagen de molen gespaard bleef. Op 6 april werd Manus Tim mer op de Wilhelminalaan gedood. Daarna werd het molenwerk door Kees Bakker (1894-1973) verricht, daarbij geholpen door zijn zoon Jaap Bakker. Naast het meelmalen met twee stenen op de tweede verdie ping werd op de hoogste zolder nog koolzaadolie geperst, waarvoor ook windkracht werd benut. Na augus tus 1945 werd het werken daar gestaakt en diende de ruimte slechts voor opslag. De restauratie, die in 1957 weer nodig was, bleek zeer omvangrijk en in mei van dat jaar heeft het oud-gemeenteraadslid Jak. Bruin (1891-1966) de molen inwen dig volledig schoongemaakt. Hij had jarenlang een taak in de molen. Iedere maand moest hij die een kwartslag draaien, bij storm in de juiste stand kruien, eenmaal per jaar alles smeren en volledig rond kruien. Tevens werd hij belast met het schoonhouden en het houden van gratis rondleidingen. Hij werd daarvoor beloond met tien guldens per week. In 1960 begon het om bouwen voor electrische energie- benutting in overleg met de Texelse Electriciteits Maatschappij en de Stichting Electriciteitsopwekking door wind- en waterradsmolens. Hiervoor werden veilige wieken van staal en aluminium ontworpen en aangebracht. De krui-inrichting werd geautomatiseerd en het bin- nendrijfwerk volledig veranderd. De houten overbrengingen werden ver vangen door stalen onderdelen en snaaraandrijvingen. In 1965 draaide de molen voor het opwekken van electrische stroom in plaats van voor het malen van meel. Op 25 mei 1982 kocht de P.E.N., als opvol ger van de T.E.M., voor de bekende symbolische gulden, van de Ge meente Texel dit unieke monument, waarvan velen blijven genieten! C. J. Reij Bronvermelding: Archief Gemeente Texel De Tfaanroeier uitg. 1977 't Lant van Texsel 1975 Kroniek van Eijerland 1985 NTC 1902 Jaap J. Bakker Czn Jan Bruin J.J.zn. Bibliotheek Historische Ver. Foto van de Traanroeier genomen in 1904 ter beschikking gesteld door Jaap J. Bakker Czn. Voor afbeeldingen zie ook blz. 33 van Souwtje de Wijn Leven en illu sies van een Texels kunstenares. 1980. 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1989 | | pagina 15