Afslag op het biljart.
Heeft u ooit bijzondere vangsten
binnengekregen! Kommeralen,
en nog eens een keer op tweede
Pinksterdag een zalm van een goeie
meterdat was toen een rijk bezit
en die moesten direct verhandeld
worden. Nou, dat gebeurde voor Jan
Dogger op het biljart van Jowie Bak
ker van Havenzicht"... Ook stuurde
ik een tijd inktvissen op naar wat
nou het NIOZ is in Den Helder. Bij
een gemerkte zalm heb ik voor het
eerst plastic gezien, er zat een buisje
met een briefie erin waar ie ge
merkt was tussen z'n rugvinnen. We
dachten dat het glas was want
plastic kenden we niet".
Het begin van de ondergang.
Naast de vaste mensen, viskopers
en de losploeg was er ook een ad
ministrateur. juni 1950 richt het
waarnemend hoofd van de afslag: J.
Vlas zich tot B&W: „dat dhr. Cees
Kaczor enige dagen voor Proefwerk
bij de afslag in dienst is geweest als
administrateur en als zodanig heeft
voldaan...." (dhr. Kaczor was al
meer dan een halve eeuw oud!| No
vember 1951 wordt dhr. Berend van
der Belt voor 1 jaar als directeur be
noemd; deze ruimt april 1952 het
veld en Ab Hemelrijk wordt hoofd
van de afslag. Door B&W wordt hij
gekenmerkt als „een vakman met
bijzonder bekwaamheid" (het is als
of je wim kan hoort spreken op 31
december). B&W klinkt gelijk ook
zorgelijk; „het zal tenslotte aanbeve
ling verdienen de ontwikkeling van
de visafslag nauwlettend gade te
slaan indien de huidige dalende
(omzet) tendens zich voortzet". Ab
Hemelrijk als hoofd aangesteld
moest ook met lede ogen aanzien
hoe er geen houden meer aan was;
„Hef instorten van de afslag was
eigenlijk zomaar gebeurd. De koo
plui konden niet meer meekomen
en de kotters gingen één voor één
naar de afslag van IJmuiden, want
men kreeg daar een gulden meer de
kilo. Zeg maar 't heb een goed half
jaar geduurd toen was het hier afge
lopen, er kwamen alleen nog wat
garnalen en krukelvissertjes. Ik heb
hier nog wel een jaar of drie gelo
pen dat ik er weze most omdat de
afslag er was maar dat ik geen gul
den voor de gemeente verdiende; ik
heb hier nog wulken afgeslagen die
waren f6,50 de kilo en later waren
ze f0,90..."
Het dieptepunt.
Ab Hemelrijk krijgt wat bijbaantjes;
,,Toen het op de afslag minder werd
moest ik voor de hondenbelasting
lopen, man praat me er niet van.
Ook ben ik nog op Texel aan het
schapenboeten tellen geweest".
De afdeling financiën schrijft in sep
tember 1956: „Zoals bekend is de
betekenis van de afslag in de laatste
jaren aanzienlijk afgenomen; was er
in 1946 nog een belangrijk batig sal
do (ruim f30.000,—) vanaf 1951
werd er steeds met verlies gewerkt.
Voor zover kan worden nagegaan
heeft de afslag nog nimmer een der
gelijk dieptepunt bereikt zelfs niet
in de dertiger jaren. Het afbraakpro
ces heeft in 1952 definitief zijn
beslag gekregen. De prijzen liggen
voor de vissers elders gunstiger, ze
lossen in Den Helder en Den Oe
ver.'
„Eigen kossie verdienen".
Januari 1957 wordt Ab Hemelrijk
aangesteld als gemeentetimmerman
dhr Kasse Hoogerheide neemt het
op de afslag over. Ab Hemelrijk:
,,Na die vijf jaar als timmerman wil
de ik het vrije leven weer in, je had
De afslag nog in bedrijf.
toen de opkomst van de sportvisse-
rij en ik had toen het plan bootjes
te maken en daar mee door te gaan.
In de avonduren heb ik Kees de
Wijn geholpen met vletjes bouwen.
Nadat de Wijn stopte heb ik het
overgenomen. In de winter vletjes
bouwen en in de zomer met de op
komst van de kotters visruimen in-
timmeren. Januari 1987 was ik
precies 25 jaar voor m'n eigen; vrij
m'n eigen kossie verdienen".
Opheffing 15 mei 1967.
De weinige vissers die nog wat aan
brachten werden geholpen door de
dhr. K. Hoogerheide. Ook voor de
schoolgaande jeugd betekende de af
slag nog een leuk zakcentje, in 1963
werd er nog f489,26 uitbetaald aan
geleverde alikruiken. En vanaf 1960
werd jaarlijks een gedeelte verhuurd
aan de Coop. Aankoopver. Texel ten
behoeve van de jaarlijkse bieten
campagne. Ook was de afslag nog in
gebruik bij het feest „Texel 550 jaar
stad" als onderdeel van de vloots-
how in 1964. Jarenlang ging alles zo
z'n gangetje totdat in november
1966 het Bedrijfschap voor de groot
handel in vis en aanverwante bedrij
ven een vernietigend
controlerapport van de A.I.D. aan
het gemeentebestuur stuurde; „de
toestand, waarin de loods werd aan
getroffen, was beneden elk hygië
nisch peil. etc. U zult het
ongetwijfeld met ons een zijn, dat
de hierboven beschreven toestand
onder geen enkele voorwaarde lan
ger mag voortduren.., binnen een
half jaar dient men er voor te zor
gen dat het naar de eisen des tijds
is ingericht". De gemeente stelt een
onderzoek in maar om het naar de
eisen des tijds op te knappen, zou
het ƒ50.000,— moeten gaan kosten!
Deze investering wordt onverant
woord geacht en in de raadsverga
dering van 28-03-1967 werd besloten
de afslag per 15 mei 1967 op te hef
fen. De Texelse Courant: „Een voor
de gemeente gunstige omstandigheid
is dat de heer K. Hoogerheide,
beambte in algemene dienst te Ou-
deschild, die de afgelopen jaren be
last was met het beheer van de
afslag per 1 maart werd gepensio
neerd. Hij is echter bereid de werk
zaamheden aan de afslag nog enige
tijd voort te zetten". Als voorzitter
van de D.E.T.V. dient dhr. Jan Boom
een verzoek in om de visserij ge
bruik te laten maken van de afslag
als opslagruimte. Hiermee ging men
akkoord maar het gebruik kon per
maand worden opgezegd. De afslag
raakt uit de adtualiteit, een nieuwe
tijd breekt aan als in oktober 1967
besloten wordt tot de aanleg van
een nieuwe werkhaven.
8