Plan voor een haven bij de Kaap
Reeds in 1875 worden er verzoeken
aan de Gemeente gericht voor een
haven aan de Oostkant van het
eiland t.b.v. Oost, Oosterend en Ei-
erland mede ook door de dan aan
gevangen indijking van de polder 't
Noorden. Reeds hetzelfde jaar wor
den de plannen door de Prov. staten
afgewezen, ook in 1878 en 1888
steeds weer verzoeken aan de Ge
meente. Begin 1890 worden de
voorstanders van de haven aan het
Nieuweschild weer actief door de
concurrentie van de uitbreiding van
de haven van Oudeschild, die in de
loop van dat jaar een aanvang
neemt. Uit een ingezonden stuk in
de Tex. Courant van Mrt. 1890 blijkt
dan ook, dat zij de uitbreiding van
de haven aan Oudeschild niet nodig
achten, omdat voor gelijke kosten
een haven is te maken bij de Kaap
voor de vloot van 90 vaartuigen van
Oosterend en Oost. Direct bij de ha
ven is voldoende diepte en voorts is
de korte afstand van Oosterend erg
belangrijk, vandaar de vermelding
„Ver van Uw goed, dicht bij de
scha". In de raadsvergadering van
april 1890 wordt een verzoek van
88 schippers van Oost en Oosterend
om de subsidie van 7000,—,
bestemd voor de havenuitbreiding
te Oudeschild, te gebruiken voor de
haven bij de Kaap afgewezen met
11 tegen 2 stemmen. Joh. Eelman
verzoekt nog een paar maanden uit
stel, doch ook dit wordt afgewezen.
De bijdragen van 't Rijk en de Pro
vincie zijn voor een bepaald plan,
t.w. uitbreiding van de haven te Ou
deschild. Wel is de raad, als pleister
op de wonde, bereid om verzoeken
voor b.v. een Rijks-haven te on
dersteunen. In mei weer een zelfde
verzoek, doch thans ondersteund
met een lijst van personen die sa
men een bedrag ad ƒ5465,— willen
bijdragen. 7 oct. d.a.v. in 't Wapen
van Texel (is dit mogelijk het latere
„Wapen van Amsterdam"??) een
zeer druk bezochte vergadering, uit
geschreven door de Haven
commissie, vlg. Tfex. Crt. Inmiddels
1891 en nog steeds groeit de Texelse
vloot en indien dit zo zou verder
gaan zou misschien ook de haven
Oudeschild na de uitbreiding weer
spoedig te klein zijn en zou een ha
ven bij de Kaap misschien toch uit
komst bieden, zo menen de
optimisten. Ook het Hoofdbestuur
van de Ned. Visserij Ver. zendt een
commissie voor onderzoek naar de
geschiktheid van het terrein bij de
Kaap en neemt ook de vloot in
ogenschouw en zal voorts ook steun
zoeken bij de Gemeente. (Tex. Crt.).
De Gemeente heeft inmiddels de
kosten laten begroten in aug. 1891
en die zouden 40.548,64'/2 belopen.
In de raadsvergadering van 12 dec.
1891 wordt medegedeeld, dat de
Minister van Waterstaat afwijzend
beschikt op het verzoek van de
Raad tot de aanleg van een haven
aan 't Nieuweschild, aangezien er
geen aanleiding bestond voor een
tweede haven op Texel. In feite is
het hiermede afgedaan, doch ook in
1892 blijven commissies verzoeken
indienen. Zo verzoekt de afd. Ooster
end van de Ned. Visserij Ver. in
maart 1892 de Raad om weer bij de
regering aan te dringen en zelf (dus
de Gemeente) 10 mille bij te dra
gen, een en ander t.b.v. de vloot van
bijna 100 vaartuigen. Dan wordt
nog geen beslissing genomen, doch
in de Raad van 5 aug. d.a.v. wordt
het voorstel aangenomen en gaat er
een verzoek naar de Min. v. Wa
terstaat, waarbij de Gemeente be
reid is 10 mille bij te dragen en de
vissers 5 mille geven. Eerst in 1894
informeren G. S. weer naar het aan
tal vaartuigen en volgens de haven
meester is dat:
(resp. vissersvaartuigen tjalken)
Oudeschild 45, 23; Oosterend en
Oost 103, 3; De Cjocksdorp 8, 3.
Ook in dat jaar begroot de
waterstaats-ingenieur de kosten op
175 mille. G. S. menen dan, dat de
Gemeente 15 mille moet bijdragen
en is dan zelf niet ongenegen 25
mille te verstrekken, zodat het
restant of 135 mille voor rekening
van 't Rijk zou komen, 't Rijk doet
het niet en daarmee is het definitief
gedaan zij het dan, dat indien er
t.z.t. meer aannemelijke voorstellen
komen men bereid is de zaak in
overweging te nemen. Geen haven
voor Nieuweschild.
Gegevens uit Gemeente-archief
Texel en Texelse courant.
Ontwerp eene visscherijhaven bij de Oostkaap op het eiland Tecel,
hoofdzakelijk bestemd voor de bewoners van Oosterend en nabij gelegen buurten.
Op de Pas- of Zeekaart van 1680 van Johannes van Keulen komt al een Kaap bij Oosterend voor. De afgebeelde
kaap werd geconstrueerd in 1883 nar ontwerp van de medewerkers van de Bouwkundige Dienst van het Loodswe
zen, de Heren Q. Harder en A. C. van Loo. In de Ijzergieterij van D. A. Schretlen te Leiden werd deze vervaar
digd. soortgelijke zeekapen werden ook gebouwd op Terschelling en op Rottumeroog.
7