Jan Trammelant, 'n Markante Texelaar
Jan Pietersz Verberne werd in 1739
in Den Burg geboren en op 16
maart van dat jaar gedoopt. Zijn
grootouders waren rond 1700 uit de
Peel in Noord Brabant gekomen.
Grootvader was marskramer, laken
handelaar en winkelier. Rond 1714
is hij op vijftigjarige leeftijd als een
vermogend man gestorven. Hij moet
meer dan f40.000,— hebben nagela
ten aan zijn vrouw en zes nog jonge
kinderen. De weduwe verhuisde
met drie kinderen naar Amersfoort.
Drie zoons bleven op Texel. Jan
(1694-1767) werd boer en woonde in
de Weverstraat (op no. 80 zoals uit
de tellingen van 1742 en 1750
bleek); Jelis (1705-1773) werd „ver
ver van kleren" zoals in 1750 werd
vermeld. (Dus waarschijnlijk geen
huisschilder zoals van der Vlis in 't
Lant van Texel vermeldde). Oom Je
lis was ook winkelier en woonde in
de Hogerstraat no. 251. Vader Piet er
(1708-1751) werd verver genoemd.
Hij woonde en werkte in de Gast
huisstraat met huisnummer 240, la
ter 241, terwijl zijn schuur het
nummer 231 had. Vader Pieter
trouwde in 1731 met Pietertje Pie-
ters Deij, die op 26-jarige leeftijd in
1735 overleed, nalatende een doch
tertje, die ook jong overleed. In
1736 hertrouwde hij met Antje Si-
mons Ran, 'n dochter van een kaag-
schipper. Jan Pietersz was de
tweede zoon uit dit huwelijk. Toen
Jan twaalf jaar was overleed zijn va
der en toen hij veertien werd ook
zijn moeder. Als wees kreeg hij
twee voogden, zijn oom Jelis en een
oudere neef Dirk Cornelisz Zijm
(1715-1769). Evenals zijn oudere
broer Jacob werd Jan toen zeeman.
Jacob, die uiteindelijk kapitein werd
op het schip „Catharina" is op zee
gebleven tussen 1790 en 1795.
Jan Pietersz werd ook kapitein. Hij
voer als eigenaar op het fregatschip
„Het Fortuyn", dat in 1772 werd ge
bouwd. Het was lang 86 voet, wijd
26l/2 voet en aan boord waren zes
kanonnen geplaatst. In 1789 waar
schijnlijk de laatste reis van Jan Pie
tersz. maakte hij nog een reis naar
de Middellandse Zee (bestemmingen
Napels en Venetië). Hij was 50 jaar
en had zijn zoon Pieter (1769-1858)
als stuurman, de bootsman was Ja
cob Smit, Pieter Ottens voer als tim
merman en de matrozen waren
Gerrit Dijker en Simon Graaf. Zijn
bijnaam doet denken aan lawaai,
herrie, ruzie en moeilijkheden, ter
wijl deining maken het meest on
schuldig klinkt. Jan Tïammelant
heeft in zijn 75 jarige leven veel
moeilijkheden gehad. Hij ging die
ook niet uit de weg en zijn materië
le welvaart heeft er niet onder gele
den. Als kapitein in buitenlandse
havens en in de „Franse" tijd een
schip reden was verre van eenvou
dig. Op 25-jarige leeftijd trouwde hij
(24-7-1764 belasting ƒ12,—) met een
17-jarig meisje Martje Burger
(1747)%-) en het gezin ging in
Oudeschild wonen, waar zij in 1773
voor 760,— een huis kochten. In
zijn gezin werden vier kinderen ge
boren. Dochter Antje overleed op
twee jarige leeftijd. Pieter, de reeds
genoemde stuurman werd in 1789
de opvolger als kapitein van het fre
gat, dat in 1795 waarschijnlijk we
gens malaise in de zeevaart werd
verkocht. Pieter ging toen in
Amsterdam wonen. Tweede zoon
Cornelis (1770-1827) was ook van al
le markten thuis. Hij werd later
grossier in sterke dranken en wij
nen, maar was ook boer. Derde
zoon was Willem (1773-1827) en die
was veelzijdig. Zeeman, kaagschip-
per, handelaar in koffie, thee, tabak
en kruidenierswaren, maar ook tap
per. In 1831 wordt hij onderwijzer
op Oost, waar hij ook zeevaartlessen
gaf. Hij droeg de bijnaam „Willem
Limoen". Die had hij waarschijnlijk
te danken aan het halen van citroe
nen uit de Levant of Griekenland.
Het onderwijs heeft hij overgedra
gen op zijn zoon Pieter (1807-1881)
die de beste particuliere school van
Texel had, eerst in de Weverstraat
en later in de Zwaanstraat, dat in
1853 het Franse Pad genoemd werd,
want het Frans was zijn sterkste
kant. Dat hij „Meseu" genoemd
werd is dus niet zo verwonderlijk.
In 1775 werd de jongste zoon Simon
geboren. In 1790 kocht Jan Tramme
lant van zijn zwager Jan Cornelis
Burger, die financieel aan de grond
was geraakt, een nieuwe achtkanti
ge meel- en pelmolen met erf, een
paar pel- en- een paar meelstenen,
bewesten Den Burg voor ƒ4500,—.
De molen stond bij de Beatrixlaan
hoek Keesomlaan en kreeg de naam
Zeemanslust. (Gesloopt na 1907,
toen verkocht een achterkleinzoon
grond, opstallen en erf groot 11. are
50 c. a voor 790). Inmiddels had
hij van zijn broer een huis en een
schuur in de Gasthuistraat gekocht,
waarschijnlijk het huis waar hij ook
geboren was. Het gezin verhuisde
van Oudeschild naar Den Burg en
pas in 1793 werd de woning in Ou
deschild verkocht. In 1791 kwam
Martje Cornelis Burger te overlijden
\Joen zij 34 jaar oud was. Zij werd
J'rcjrat 'Zty&neór rcvr c&