Bibliotheeknieuws Texelsche berichten 1903 diep op in te gaan. Tegenwoordige onderzoekers staan voor een raadsel en het is maar gelukkig dat op een plek als Texel, waar de schepen soms lang moesten ankeren, liede ren bleven hangen zoals: ,,De IJze ren man", „Noord, Noordwest van Ameland" en „Hier komt Pauwel Jonas aan Zoals gezegd, ze fun geerden uitstekend als meezinger al ging hun oorsprong vaak totaal ver loren. Denk maar eens aan ,,'t is mooi geweest, 't is mooi geweest" en „Jan (of Frans) brandt de lamp nog, moeder als een lier". Niet al leen werden de shanties gebruikt om het zware werk aan boord te verlichten, ook als uitlaatklep voor de bemanning vervulden ze een functie. De disipline, zelfs op de koopvaardijschepen, was zeer streng maar in een arbeidslied mocht zelfs de schipper wel eens bespot wor den. Wat te denken van de volgende tekst: Mijnheer van Straalen die brave kapitein regeerde zijn volkje zo groot en zo klein. Mijnheer van Straalen die brave kapitein. Mijnheer van Straalen zijn benen staan krom zijn vrouw heeft een bochel maar hij lacht er wat om Mijnheer van Straalen die brave kapitein. Hebben de deskundigen het af laten weten, toch zijn er wel reizigers ge weest die over het verschijnsel shanties geschreven hebben. Ene van der Sande vermeldt over een reis in achttiendertig „dat het scheepsvolk alle krachten inspan nende op zangerig ritme het anker lichte, terwijl ook het hijsen der zei len op de maat van een lied ge schiedde". Een andere auteur, N. A. Schroot, beschrijft (1840) vooral het invallen van de werkers en de blij heid waarmee dit geschiedde. Hier van is wel de zegswijze afgeleid: „Een schip waarop gezongen wordt, is een gelukkig schip". Geen won der dat de schipper een ludieke aan slag op zijn waardigheid voor lief nam. De meesten prefereerden dit boven het regeren met de knoet. De arbeidsliedjes kwamen tenslotte in de verdrukking met de komst van de stoomvaart. Alhoewel er nog sto kersliedjes ontstonden verdween de romantiek van het gezang met die van de zeilen. Tot slot nog een eigen ervaring. Meerdere malen vertelde mijn moeder me dat ze op zesjarige leeftijd voor het eerst mee mocht naar de slotrepetitie van de toenma lige Hoornder Toneelvereniging „Thalia". Veel van het gebrachte, be paald een revue, was haar ontgaan maar één scène bleef in haar herin nering; een verliefd paartje dat in een prieel een lied zong over het emigreren naar Amerika, het schip ligt op de ree". Tijdens mijn inten sieve gezoek naar oude liedjes op Texel kwam de complete versie te voorschijn. De tekst bij „Knelie Hin" en de melodie uit een publika- tie van de Linschoten vereniging. Het bleek een onvervalste shanty „De IJzeren man" te zijn. Een lied, stammend uit 1870 en oorspronke lijk handelend over een verdacht huis te Hellevoetsluis. Ongeveer twintig jaar later werd de tekst ver anderd in verband met de emigratie van veel landgenoten naar Noord- Amerika met het schip „De IJzeren man". Deze laatste versie is dus te Den Hoorn gezongen in 1908 en prijkt nu weer in volle glorie op het repertoire van de zanggroep „Oude volksliedjes". W. J. Kikkert. Wat er zoal de laatste maanden is binnengekomen: Onder andere de volgende boeken: De Nederlandse visserij rond 1900, door S. J. de Groot en S. Schaap. De Noordzeevisserij, door Dr. H. C. Re- deke, Zeeman - onderwijzer, door Teleke Rijnsz. Zwaai (copie), Polders en droogmmakerijen, door A. A. Beekman, Helium, door Prof. W. H. Keesom (engelstalig), de economi sche toekomst van het Westen, door Dr. M. D. Dijt, Stads en dorpsker ken in Noordholland, door H. Janse, Natuurgebieden van Nederland, door J. H. Dam, Natuurmonumen ten deel 1 en 2 1940, door F. Koster. Jaarverslagen van de Nederlandse Vereniging tot bescherming van vo gels 1929-1954, Van de Vereniging tot "Behoud van Natuurmonumenten 1918-1953, West-Friesch jaarboek 1942 en 1944, Teso jaarverslagen '73- '77- '78- '82- '85. Jaargang '76- '77 en '75 vanaf september van de Texelsche Courant. Gens Nostra de cember '81- maart '83. Waddenbul letins 1972 t/m 1979. Enige Texeltoeristen en een blaadje van de KNZHRM „de Reddingboot". En vooral niet te vergeten oude ansich ten. Dit is nog maar een kleine greep uit de laatst binnengekomen spullen. Al met al toch wel de moei te waard om eens op de vierde dinsdag van de maand langs te ko men in 'd Ouwe ULO. Dit geldt al leen voor leden van de vereniging. Heeft u zelf nog boeken, tijdschrif ten, foto's, bidprentjes, kranten, kranteknipsels, etc., met betrekking op Texel, waar u geen raad mee weet. U kunt bij ons terecht. Even een berichtje naar, M. Bakker-Zijm, Keesomlaan 20, telefoon 12113. In 1902 zijn van Texel verzonden 32514 lammeren. Oudeschild. Twee Texelsche wier maaiers C. Vlas Pzn en J. Henkes zijn bij zijne Excelentie den Minister van Handel en Nijverheid op au diëntie geweest, om te verzoeken dat bij het verpachten der wier waarden bepaald wordt, dat de pachter bij de levering van het be werkte wier terstond het volle loon voldoet, zoodat de arbeiders daarop voortaan niet tot een volgend jaar zullen moeten wachten. Voor hen die zich toeleggen op de bloembol lenteelt kan het nuttig zijn te ver melden dat de bolletjes van sneeuwklokjes elders veel gevraagd en duur betaald voortbestaan. Oudeschild. Maandag 23 dezer wordt het A de RF ontbonden. De S en VB zal blijven voortbestaan. 3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1988 | | pagina 5