Onwettige geboorten
in Noordholland
in de periode 1812-1850
Dit artikel is gebaseerd op de be
werkte skriptie ,,In Onegt geteeld"
van Jan Kok en Jilles Koster, tijd
schrift voor Sociale Geschiedenis,
13de jaargang nummer 3, augustus
1987. Na de „Franse Tijd" zo tussen
1812 en 1825 bereikte in Nederland
het aantal onwettige geboorten een
hoogtepunt. De kerk had het daar
blijkbaar moeilijker mee dan de
burgelijke overheid. Zoals blijkt uit
een verzoek van de kerkeraad in
Alkmaar in 1815 aan de burge
meester: „dat alle stoornis der maat
schappelijke Orde bijzonder in
onwettige bij een woning van sommi
ge voorwerpen geweerd mogte wor
den". En het antwoord dat de
burgemeester niet handelend zou
optreden:" daar het wetboek van
strafregt hier geheel over zwijgt. En
hier gaat het dan om een niet offi-
ceel gesloten huwelijk, maar wel
een duurzame relatie, waaruit de
kinderen veelal later erkend, geecht
of wettig worden. Dat laatste wan
neer het huwelijk alsnog gesloten
wordt. Maar er zijn ook nogal wat
„onegte kinderen", uit losse relaties,
waar op de geboorteakte geen vader
genoemd wordt, of waar op het
kind de naam van de moeder krijgt
ook al wordt de vader vermeld. De
verhouding tussen het aantal onwet
tige geboorten in Noordholland in
de periode 1812-1850 uit een losse
relatie t.o.v. van die uit een duurza
me relatie is 62% (6111)- 38%
(3740). Betekent dat dat bandeloos
heid en zedenverwildering hoogtij
vierden en dat onze voorouders er
maar op los leefden? Zo ligt het nu
ook weer niet, hoewel Texel tot de
gebieden in Noordholland hoorde
waar het hoogste percentage onwet
tige geboorten voorkwam, namelijk
3,5%. (Boeren) dienstbo
des/werksters/huishoudsters lever
den de grootste groep ongehuwde
moeders, maar ook
spinsters/naaisters en dag-
loonsters/arbeidsters gooiden hoge
ogen in buitenechtelijke vruchtbaar
heidscijfers. Daar moet onmiddellijk
aan toegevoegd worden: voor zover
bekend. Want de Burgelijke Stand
(ingevoerd in 1812) was nog niet erg
geperfektioneerd en daarnaast vond
men het waarschijnlijk ook niet be
langrijk, zodat van 67,7% van de
vrouwen die een of meer onwettige
kind(eren) hadden het beroep niet
genoteerd was.
Ongehuwde vaders
Ongehuwde vaders werden minder
vaak gemeld, vooral die uit de hoge
re sociale klasse trachtten zich er
aan te onttrekken en trekarbeiders
en zeelui waren vak ook al uit het
zicht verdwenen. Maar voorzover ze
wel genoemd worden, is vaker hun
beroep vermeld. De groep daglo
ners/arbeiders springt eruit, gevolgd
door ambachtsmeesters/industriële
meesters. De categorie vrouwen die
de meeste onwettige kinderen
kreeg, roept tragische streekroma
nachtige beelden op, zeker als het
percentage losse verbintenissen erbij
betrokken wordt. De mannenberoe
pen geven vooral een aanwijzing
voor armoe en weinig toekomst-
perspektief. Want al is hier sprake
van industriële meesters, de in
dustrie zoals wij die kunnen, ont
brak vrijwel geheel, vooral op Texel.
Het gaat hier dan ook veelal om be
roepen als kleerblekers en polder
werkers. De armoede is gedeeltelijk
de schuldige aan al die onwettige
geboorten. Als de roggeprijzen hoog
zijn, dus als het dagelijks brood
duur is, wordt er minder getrouwd
en zijn er meer losse relaties. Maar
dat is niet de enige verklaring. De
invloed van de kerken is minimaal,
Legenda
IIIIHllll 3,5 onw.geb.
IA 2,5 onw.geb. <3,5
I' I 1,5 onw.geb. <2,5
I I onw.geb. <1,5
grenzen van de gevormde regio's
Percentage onwettige geboorten over de periode 1812-1850, per regio en per stad
I
Gooi
6,0 (436)
1
Den Helder
10,9 (1145)
II
Kop van Noord-Holland
3,9 (935)
2
Alkmaar
7,5 (1022)
111
Kennemerland en Noordzee
3
Hoorn
7,0 (744)
kust t/m Schoorl
3,4 (619)
4
Medemblik
5,6 (230)
IV
Omtrek Haarlem
3,3 (294)
5
Enkhuizen
4,8 (314)
V
Amstelland
3,3 (849)
6
Purmerend
4,4 (193)
VI
Streken rond Inpolderingen
2,9 (657)
7
Zaandam
3,9 (529)
VII
Waterland
2,2 (323)
8
Hilversum
3,8 (294)
VIII
Zaanstreek
2,0 (347)
9
Edam
2,4 (127)
IX
Oost-Gooi
1,5 (106)
(N 4598)
X
Groot West-Friesland
1,4 (580)
XI
Oude Inpolderingen
1,4 (107)
(N totaal 9851)
(N 5253)
4