Openbaar vervoer op Texel
van 1863 tot 1923
Over het algemeen bestond het
openbaar vervoer in Nederland rond
het midden van de vorige eeuw uit
schepen, trekschuiten, veren en wa
gendiensten. Wel werd in 1839 de
spoorlijn Amsterdam-Haarlem geo
pend, doch landelijk speelde dat
nog geen rol. Wel een grote rol in
het landelijk verkeer speelde toen
reeds Van Gend Loos [vla 1796)
met een wijd vertakt net van post
wagens en diligences. De laatste wa
ren zeer bekend. Geel geschilderd
met een zwart bovenstuk en voor
zien van de namen der plaatsen tus
sen welke de dienst werd
onderhouden. Op Texel was het nog
niet zover, hoewel S. Luijtze, loge
menthouder van De Lindeboom, al
op 30 november 1846 aan de Ge
meente vroeg om een concessie
voor een wagendienst van de Linde
boom langs het Weeshuis, de
Schulpweg en de zeedijk naar de
haven met een rijtuig voor 8 a 10
personen, hangend op veren en rie
men. Kosten 25 cent per persoon.
Luijtze deed zijn verzoek in verband
met het toenemend verkeer". (Gem.
archief Texel) Ik heb geen enkele
reaktie van de gemeente op het ver
zoek kunnen vinden en het is waar
schijnlijk, dat het niet tot een
officiële dienst is gekomen. Als
Luijtze in zijn verzoek spreekt van
Schulpweg bedoelde hij daarmee de
weg via Café Burgzicht (de Keet)
over de Hogeberg en de Schans naar
de haven. Deze weg was namelijk
verhard met een schelpenlaag, doch
in 1843 geheel begrind. Het was on
ze eerste grindweg.
Wagendienst Den Burg-
Oudeschild v.v.
1863 begin openbaar vervoer op
Texel door stalhouder J. C. Bakker
te Den Burg. Waarschijnlijk kon de
dienst niet uit, want in 1865 vraagt
hij de gemeente om een subsidie
van 100,ter instandhouding van
de dienst. Ook in 1867 vraagt hij
wederom 100,— alsook in 1868,
aangezien hij dan drie maai daags
moet rijden. (Gem. archief Texel)
Bakker had nog niet het postver
voer, want sedert de vestiging van
het Postkantoor Texel te Den Burg
op 1 juli 1861, moest bode W.
Koorn (hij had de bodeloop
Oudeschild-P.H. Polder-Den Hoorn
en terug) 's avonds na aankomst van
de tweede boot de daarmee aange
brachte post en die van Oudeschild
voor het postkantoor Texel naar Den
Burg brengen en vandaar om 8'/z
uur met de depêches, die de volgen
de dag per stoomboot verzonden
moesten worden, naar Oudeschild
terugbrengen. Dit veranderde echter
in 1870/71 toen Bakker een contract
met de Posterijen sloot voor het
postvervoer, hetgeen hem in 1872
ƒ8,— per maand opleverde. (Rijks
Archief Haarlem). Toen Bakker in
1877 overleed zette zijn vrouw (geb.
M. Kikkert) de dienst voort en kreeg
ingaande 1 oktober 1877 een nieuw
postcontract voor onbepaalde tijd te
gen ƒ100,— per jaar. Volgens dit
contract moeten onder andere de
postpakketten afzonderlijk geborgen
worden in een uitsluitend daarvoor
bestemde kist, stevig aan de diligen
ce bevestigd en van goede sluiting
voorzien. (Rijks Archief Haarlem).
Waarschijnlijk niet wetend, dat de
Wed. Bakker er in geslaagd was een
nieuw postcontract te sluiten, ver
zoeken in Jan/Febr. 1878 o.m. K.
Langeveld Mzn, C. Keijser Pzn, L.
Eelman, J.W. Hillenius en G.D. Kooi
man de Gemeente om een concessie
voor deze dienst. Het is ze niet ge
lukt, want 11 februari 1878 kreeg
de Wed. Bakker ook van de Ge
meente vergunning. (Gem. archief
Texel). Op 1 mei 1884 gaat de dienst
over op G.D. Kooiman met postcon
tract van 172,— per jaar en in 1888
werd dit contract voor onbepaalde
tijd verlengd, doch nu tegen ƒ300,—
per jaar. (Rijks archief Haarlem).
Kooiman houdt de dienst tot onge
veer 1913/14 toen deze werd voor
tgezet door zijn schoonzoon D.
Kievit. Reeds vanaf de start in 1863
zit Jan Kalis op de bok van de „de-
li" en op 2 juli 1913 viert hij zijn
50-jarig jubileum als koetsier.
Rond de eeuwwisseling was de deli
geel en deze werd later vervangen
door een iets moderner type echter
zwart. Vermeld dient nog, dat de
weg naar de haven in 1916 belang
rijk korter werd door de opening
van de „Nieuwe Weg". Op 10 juni
1908 laat de directeur J.P. Bosman
van de Alkmaar-Eacket aan de Ge
meente Texel weten dat, blijkens
één in Het Haarlems Dagblad ge
plaatste advertentie zij met Pinkste
ren 7 juni 1908 in aansluiting aan
hare boot een autobus iaat lopen
van Oudeschild naar Den Burg en
omgekeerd tot het vervoer van reizi
gers en bagage in doorgaand verkeer
met hare boot. Vrachtprijzen
Nieuwediep-Den Burg en omge
keerd le kajuit 0,50, 2e kajuit
ƒ0,40. Iedere autobus heeft plaats
voor 18 personen. (Gem. archief
Texel). Op eerste Pinksterdag lopen
mannen, vrouwen en kinderen te
hoop zowel op de haven als te Den
Burg om de „auto-omnibus" te zien.
Misschien was het wat voor de
vreemdeling, die geen zakelijke be
langen op Texel hadden. Een Texe
laar zou er wel niet mee reizen,
omdat deze zich niet aan ontrouw
jegens de „eigen boot" schuldig wil
maken. Bosman gooide nog een
nieuw wapen in de strijd met zijn
auto-omnibus doch de sympathie
voor de eigen boot was niet te bre
ken. (Tex. Courant). Het schijnt, dat
Bosman deze stunt slechts zeer kor
te tijd kon volhouden, doch tot hoe
lang heb ik niet kunnen vinden.
Mogelijk alleen de zomermaanden
van 1908. December 1922 vraagt
E.S. Boekei, Den Burg de Gemeente
om een vergunning voor een auto
busdienst Den Burg-Oudeschild en
reeds op 16 mei 1923 gaat Boekei
De deli bij het Stoomboot-Koffiehuis
H. Dogger. Aan de zijkant is nog
leesbaar „Stoombootdienst"
van start met zijn „Renault" auto
bus en Tinus Gielis als chauffeur.
In 1924 rijdt ook P. Kalis Czn op de
2