Plannen voor'n stoomtram nimmer verwezenlijkt Niet alleen het vervoer maar ook het vervoer op Texel is van enorm belang geweest voor de ontwikke ling van het eiland. Het openbaar vervoer op Texel is sinds 1 novem ber 1942 in handen van dezelfde maatschappij die ook de veerdienst tussen het eiland en de vastewal on derhoudt, de N.V. Texels Eigen Stoomboot Onderneming. Reeds vroeg reden er op Texel autobussen. Zowel de heer E.S. Boekei te Den Burg als de heer Th. Reuvers te De Cocksdorp exploiteerden een auto busbedrijf. Beide bedrijven werden in 1942 overgenomen door de N.V. Teso, die thans over een modern au tobuspark beschikt. Rendabel is het autobusbedrijf van Teso bepaald niet. Slechts in de zomermaanden levert de lijndienst 't Horntje-Den Burg-De Koog v.v. een batig saldo op, dat evenwel tijdens de overige maanden van het jaar weer volko men wordt teniet gedaan. Dikwijls kan men de Teso-bussen met twee of drie passagiers over het eiland zien rijden. Onnodig te zeggen dat een dergelijke rit beslist niet winst gevend is. De auto en de bromfiets zijn ook op Texel gevaarlijke concur renten voor het openbaar vervoer. Toch onderhoudt Tfeso, zich bewust van de taak die zij in 1942 op zich nam, een lijndienst op alle Texelse dorpen met een frequentie waarop men in menig plattelands-gebied ja loers zou zijn. Baantekening was al gereed Na 1900 werd het duidelijk dat op Texel grote behoefte begon te ont staan aan een naar de eisen des tijds ingericht openbaar vervoermid del. Omstreeks 1910 stond op de Texelse urgentielijst onder andere de instelling van een stoomtram die van Oudeschild minstens naar De Koog zou moeten rijden. Korte tijd later werd een tramcomité opgericht dat de mogelijkheden voor de aan leg van een trambaan nader ging bestuderen. Voorzitter van dit comi té was niemand minder dan... dok ter Adriaan Wagemaker, de man die meende dat behalve de verbinding met het vasteland ook de verbindin gen op het eiland de nodige verbete ringen behoeften. Het comité kwam al spoedig tot de conclusie dat aan een tramverbinding tussen Ouede- schild en De Cocksdorp, het noorde lijkste dorp van het eiland, de meeste behoefte bestond. Na over leg met het gemeentebestuur werd aan de ingenieurs W.K. van Oort te Groningen en Noordendorp en Dros te Amsterdam opdracht gegeven de mogelijkheden van de aanleg van een dergelijke trambaan te bestude ren en van hun bevindingen rapport uit te brengen aan het tramcomité en de Texelse gemeenteraad. In de opdracht werd gesproken van een trambaan die vanaf de haven te Ou deschild via Den Burg, De Waal, Oosterend. Het Noorden en Eier- land naar De Cocksdorp zou leiden. Op 1 januari 1915 brachten de inge nieurs een zeer gedegen rapport uit, waaruit bleek dat de aanleg van een trambaan op Texel zeker verant woord werd geacht. Bij hun rapport voegden de samenstellers een respectabel aantal tekeningen betref fende de baanaanleg en het te ge bruiken materiaal. Zowel van het rapport als van de tekeningen is in het Rijksarchief te Haarlem nog een aantal exemplaren aanwezig. Lage snelheid De ontworpen lijn ving aan achter de zeedijk te Oudeschild en liep via de coupure naar Den Burg, waar ongeveer ter hoogte van de tegen woordige Wilhelminalaan een stati onsemplacement was geprojecteerd. Dit emplacement zou onder andere een stationsgebouw met kantoorlo kalen, een locomotievenloods, een rijtuigenloods en diverse werkplaat sen omvatten. De dienst zou geheel van hieruit worden geregeld. Aange zien echter gedacht werd aan een dienstregeling waarbij een tram- dienst 's morgens in De Cocksdorp zou aanvangen en 's avonds ook daar weer zou eindigen was in De Cocksdorp een bergruimte voor een locomotief en enkele wagens ont worpen, alsmede een klein kantoor gebouw. De totale lengte van de trambaan bedroeg van de zeedijk bij Oudeschild tot het eindpunt in De Cocksdorp bijna 21 kilometer. Er waren in totaal zeven wissel plaatsen, terwijl het spoor zoveel mogelijk op eigen baan was gepro jecteerd. In verband met de veilig heid was het aantal wegkruisingen en overgangen zo gering mogelijk gehouden. Veilig was trouwens ook de snelheid waarmee de stoomtram zou rijden. Voor de vlakke en vrije baan zou een maximaal snelheid van 20 kilometer per uur gelden, zo dat van overdreven snelheden be paald geen sprake was. Alleen enkel Ook aan het aanschaffen van val lend materiaal was in het rapport reeds gedacht. Men stelde zich voor vijf locomotieven a f 12.500 per stuk aan te schaffen, benevens zes perso nenrijtuigen a f6.500,— drie goede renwagens met postafdeling a f 1.500,— en twaalf diverse goede renwagens voor een totaalbedrag van ƒ16.600,—. Uit dit alles blijkt dat ook het vervoer van de post per tram zou geschieden evenals het vervoer van goederen. Wanneer 15 men het rapport leest, wordt zelfs duidelijk dat de samenstellers het goederenvervoer minstens even be langrijk zo niet belangrijker vonden dan het personenvervoer. Interes sant waren tenslotte de personeta- rieven. Een enkele reis Oudeschild-Den Burg zou voor de eerste klas 17'/2 cent en voor de tweede klas 10 cent gaan kosten. Voor 60 cent zou men in de eerste klas van Oudeschild naar De Cocks dorp kunnen reizen terwijl hetzelfde traject in de tweede klas voor slechts 40 cent kon worden afge legd. Retourkaartjes zouden niet worden verkocht. Natuurlijk zouden de tramdiensten in Oudeschild moe ten aansluiten op 3e aankomende en vertrekkende boten. In verband hiermee werd zélfs reeds gedacht aan een toekomstige fusie met de N.V. Teso. Ook wanneer de tram er inderdaad gekomen was, zou het openbaar vervoer op het eiland dus vermoedelijk wel in handen van Te so zijn gekomen. Mede ten gevolge van de eerste wereldoorlog kwam de Texelse tram er evenwel niet. Was dit wel gebeurd dan zou dit vervoermiddel zeker in een afgeslo ten gebied als Texel een lang leven beschoren zijn geweest. Wanneer men nu de moderne Teso bussen op de Texelse wegen ziet rijden, kan men zich afvragen of men blij of verdrietig moet zijn dat de tram plannen van dokter Wagemaker en diens tramcomité in 1915 niet wer den doorgezet. Een ieder trekke zijn Op dit kaartje kan men zien langs welke route volgens het rapport de baan voor de Texelse stoomtram moest worden aangelegd. De tram zou van Oudeschild naar Den Burg rijden en daarna via de Waalderweg afbuigen naar De Waal. Vanuit De Waal zou de Oosterenderweg wor den gevolgd tot Harkenbuurt. Vlak voor Oosterend boog de geprojec teerde baan af naar de polder Het Noorden om via deze polder Eier- land te bereiken. Tfer hoogte van hoeve „Vruchtbaaroord" zou de baan in noordelijke richting afbui gen en de Hoofdweg volgen tot Midden-Eierland. Via de Wagening- seweg werd de Postweg bereikt, waarna de baan via laatstgenoemde weg naar het eindpunt in De Cocks dorp leidde.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1988 | | pagina 17