Orkney eilanden '5)P* Koningsbergen Danlzig .Newfoundland .ivorno Manhaiian (SeiubnL Azoret Bermuda PERZIË Bahama's Canarischc eilanden Kaap-Verdischc eilanden i IA Canihia )Mokk; Manilli 'Barbados Elmina Maladi Sao Tomé Annobon' Luanda (Angola BRAZILIË Abrolhos Si. Helena Trinidad Mozambiqi AUSTRALIË Abrolhos de Gocdfldm Amsterdam Tristan da Cunha' teerd op een flapkan wijn per bak, of wel 1.2 liter per zeven man. Op 1 april kregen ze Madeira in zicht en de 3e ontmoetten ze twee Hollandse vrijbuiters, een fluit en een spiegel schip. De beide jachten gingen er op af, maar de jachten zetten geen ach tervolging in toen de vrijbuiters zich uit de voeten maakten. De Canari- sche Eilanden werden 5 april be reikt. Las Palmas kwam in zicht en de volgende dag de Piek van Teneri- fe. Het bier, dat eerst aan dek op geslagen was, moest nu gerantsoe neerd worden en het zoute vlees en het spek werd opnieuw gepekeld. De admiraalsvlag werd nu op de Gallias gehezen ten teken dat Coen het commando had overgenomen en de 11e april werden de Kaap- Verdische eilanden bereikt. Op de rede werd geankerd, de ladingen van de twee fluiten werd overgeno men en alle ladingen opnieuw gestuwd. De bemanningen gingen op bokkenjacht en visten. De gevan gen harders werden over de sche pen verdeeld. Op 15 april kwam de Brede Raad onder leiding van Coen op de Gallias bijeen. In deze scheepsraad, waarbij de gezagvoer ders en de kooplieden werden uitge nodigd, werden belangrijke beslis singen genomen en nieuwe orders afgekondingd. De afvaart werd op de 16e bepaald. De Leeuwin en de Kemphaan, die trage zeilers bleken te zijn en naar de Coromandelkust moesten, zouden nu rechtstreeks naar Kaap de Goede Hoop varen. Daar zouden zij gaan verversen. De overige vloot ging op Zuid- Westelijke koers met gebruikmaking van de Brasil-stroom naar de Kaap, daar werd ook ververst. Aan dek la gen nog vaten met wijn, die bij het zeilen veel geklauter veroorzaakten. Gedurende 12 dagen zou het rant soen worden verhoogd. Wijn werd gezien als een middel voor de ge zondheid. De stokvis begon lelijk te mijten en moest boven gelucht wor den. Een week lang werd met goed weer gezeild en daarna regende het 's nachts met een onweersbui. Door onvoorzichtigheid ontstond de 28e brand aan boord van de 't Wapen van Hoorn, maar gelukkig kon deze door de bemanning worden geblust. De 2e mei werd de evenaar gepas seerd en werd het heet aan boord. De olievaten lekten en werden nu wekelijks verkuipt. Bij het bereiken van Abrolhos bij Brazilië op 23 mei werd de Brede Raad weer bijeenge roepen. Besloten werd dat de koers ZZO zou zijn tot het bereiken van de Zuiderkeerkring. Bij de 30e graad zouden de maats een pimpeltje brandewijn krijgen en het wachts- volk dagelijks een extra oorlam. Het herpekelen van het vlees moest worden voortgezet. Op 3 juni werd tijdens de Brede Raad vastgesteld dat er traag gezeild was en dat de rantsoenen moesten worden vermin derd omdat het nog wel een maand zou kunnen duren eer de Kaap be reikt werd. Tijdens het beraad van 16 juni werd vastgesteld nog 150 mijl van de Kaap te zijn, waar hoog nodig water en verse groenten moesten worden gescheept. De ge vreesde ziekte - scheurbuik - had slachtoffers gemaakt. Op 23 juni kreeg het konvooi de eerste echte storm en hierdoor verloren de sche pen het contact met elkaar. De Texel bleef bij de Gallias en de 't Wapen van Hoorn hield nog contact met de Vianen. Door scheurbuik stierven tientallen mensen. De Texel kreeg 5 juli de Ihfelberg in zicht en de volgende dag konden „Texel" en „Gallias" ankeren in de baai bij de Leeuwenberg, waar 40 meter water stond. De schipper van de Gallias kwam hier te overlijden en werd aan de wal begraven. De Leeuwin en het jacht de Kemphaan, die de directe route hadden genomen, la gen er al. De Utrecht kwam een dag later binnen. Aan de Kaap was toen nog geen Hollandse nederzet ting en kon met ruilhandel van de bevolking koeien, schapen en groen ten worden verkregen tegen staven koper en ijzer. Met 14 koeien, groenten en water werden de Kemp haan en de Leeuwin door Coen op 16 juli naar de Coromandelkust gestuurd en de volgende dag liepen de schepen 't Wapen van Hoorn en de Vianen binnen met zovele zieken aan boord dat tenten aan de wal werden gebouwd om het herstel te bespoedigen. In de scheepsraad van de 20e werden enige besluiten geno men. De Gallias, de Utrecht en de Texel zouden de volgende dag ver trekken. De Vianen en de 't Wapen van Hoorn bleven nog achter om het herstel van de zieken af te wachten. Jan Jansz. werd de opvol ger van Palsrock, de schipper op de Gallias. Het verzoek van de Perzi sche gezant om hem met de Texel rechtstreeks naar huis te brengen werd afgewezen. Hij moest maar via Batavia reizen. Doordat plotseling vijf Engelse sche pen binnenliepen, die door Coen 3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1988 | | pagina 5