De Armenkamers in de Molenstraat werden al meer dan 500 jaar geleden gesticht Onze verenigings bibliotheek Mensen in de Warmoesstraat Bij het ordenen van het oude ar chief van de Stichting Bejaardenzorg stuiten we ook op een kopie van een akte betreffende de stichting van „Heijligen Geestkamers" in de Molenstraat dd 12 december 1473. Het stuk is in zoverre niet uniek, omdat ook een kopie is opgenomen in een gemeentelijk octrooienboek. Het was wel de eerste akte, waarbij een zogenaamde armenkamer werd gesticht. De gever was Meester Jan Dirksz, naar wie later het Jan Dirks- zoord werd genoemd. Wie was Jan Dirksz? Hij was indertijd burge meester van De Westen. We weten dit omdat in 1514 een deputatie uit de bevolking naar Alkmaar ging om daar ondervraagd te worden over de welstand van de bevolking. Tot de afgevaardigden behoorde onder an dere de oud-burgemeester van De Westen Jan Dirksz (Texel had toen meerdere burgemeesters) en de vice-cureyt (een priester, mogelijk ook verbonden aan de kerk in De Westen) 1). De Fundator (stichtingsakte) vangt aan met de ludieke aanhef: „Voge laar"! en vervolgt dan: ,,in den Eere Godes ende Zijne Gebenedide Moe der Marie ende tot Loofnijsse ende Eerwaarde der Heiliger Drievoudig heid, zo heeft gemaakt ende gege ven Meester Jan Dirksz een halve sate lands, gelegen in de banne (pol der) van De Waal tot een Eewigh Testament ende stigtinge van een Heyligen Geest Huyst". De tekst van deze akte laat zich vrij goed lezen. Dat is te danken aan het feit, dat de akte driemaal door een gemeentesecretaris werd gekopieerd. Ook laat het oud-hollands zich rede lijk begrijpen, al zijn er wel enkele vraagtekens, die men ook op het rijksarchief in Haarlem niet kon oplossen. Jan Dirksz laat weten, dat hij zulks doet „met eene rijpe en welberaaden zinne, magtig en vroom zijnes leevens" en hij handelt „met Eva, zijne moeder, gemeen en overdeeld" d.w.z. in goed overleg. De sate lands werd toendertijd „be seten en gehuurd door Dirk Gerrits Poetert, eiken Jaar voor twee ende dertig Rijnse guldens het stuck, H.L. get. Vlaams" De toevoeging „H.L. get. Vlaams" kon ook op het rijksar chief niet worden verklaard. Wie kwamen voor de kamers in aanmerking? „Sij en sullen ingebo ren Texellaars weesen en die persoo- nen sullen out weesen vijftigh jaar, het en waar dat zij seer arm ende kranck waaren, zoo mogen zij daar in jonger persoonen in ciezen". Wie beslisten nu over de toewijzing van de huisjes? In de akte worden drie personen met name daarvoor aange wezen, die ook wel als „Heiligen Geest Huysmeesters" worden beti teld. Pas als deze drie personen alle drie zijn overleden was een andere regeling nodig. „Ciezers en inzetters der Arme in deese Heiligen Geest Huyse zullen eeuwiglijk duurende weesen de oudste vier Kureyt van der den Burgh, die Pater van St. Ag- nieten Clooster ende die Burge meester van den Burgh". De term de oudste vier Kureyt" is niet al te duidelijk; mogelijk heeft er aanvan kelijk gestaan „de oudste dier Ku reyt" en moet dan vermoedelijk zo worden verstaan dat hiermee wordt bedoeld de oudste priester van de kerk in Den Burg. Wanneer „sij elck een sonderlingh persoon (verschil lend persoon) kiezen, so sullen zij daarom cavele (loten)". Wie „werd ingeset, die sal men daar niet weder uit mogen setten, maar hij of zij sul len daarin haar leven lang blijven, het en waar sake dat die persoon daar selve weder uitgaat". Uitzetting is slechts mogelijk „als iemand hem soo ontamelijk hadde, het waare drincken met kijven of met quaat geselschap omme te gaan of met ee- nige kwaade maniere disfameerd worde, heijmelijkck of openbaar" De laatste toevoeging slaat mogelijk op afwijkend seksueel gedrag. De bewoners zijn nog wel aan een ver plichting verbonden. „Wie daar inne gekozen werd ende ingaat sal alle zijn goed, dat hij dan ter tijd heeft of namaals tot Erve verkrijgen magh, geheel en al eewiglijck en er- felijck in deeze voorn, (voornoemde) huijsen blijven". Wie de woning ver laat of eruit gezet wordt „ende stor- ven binnen een half Jaar na deesen dag, dat sij daar uitgeset of selven daaruit gegaan, die zullen haar goed algeheel eewiglick ende erfflijck in deeze huijse voorn, blijven, gelijk sij daar innen gestorven waare en zul len haar goet niet moogen verkoo- pen binnen den voorn, half jaar". Wie in een woning zit „zal zijn goet niet mogen belasten met eeniger hende lose brieven of gifte, maar wat sij natuurlijke behoeven sullen sij mogen inteeren bij Consente (goedkeuring) van Regeerders des voorn, huijsen". De armenkamers in de Molenstraat omvatten uiteindelijk 9 kamers, waarin beurtelings 5 katholieken en 4 hervormden of 4 katholieken en 5 hervormden mochten wonen. Later kregen ook de Doopsgezinden recht op een derde deel. In 1906 werden de 9 kamers verbouwd tot 6 huisjes. Het voorbeeld van Jan Dirksz kreeg navolging. Door Jan Pietersz. Come werden op 8 september 1496 de ar menkamers in de Waalderstraat gesticht. Die op het kerkhof te Den Burg werden gesticht op 18 jan. 1528; de heilige geestkamers te De 5 Koog op 1 maart 1555. Van deze stichtingsakten zijn in het gemeente lijk octrooienboek kopiën bewaard gebleven. Daarnaast was er nog de stichting „De Vooghtlanden", opge richt in 1694 uit een nalatenschap van C. Vooght Mzn., burgemeester van Oosterend. Voorts waren er nog armenkamers in Den Hoorn en in de Warmoesstraat en familiehuisjes in de Weverstraat (erven J. Bou- weszn. Koogerstichting), in Den Hoorn (naast de R.K. kerk) en in de Waalderstraat. In september 1952 zijn al deze instellingen opgegaan in de nieuw gevormde „Stichting Be jaardenzorg Texel", waardoor het be zit aan bejaardenwoningen aanzien lijk kon worden verbeterd en uitgebreid. 1) R. Fruin, Informacie van 1514, Mij v. Letterkunde 1866 en 1876. zie v.d. Vlis 't Lant van Texsel. G.A. Oskam Wat kunt u er zoal vinden? Boeken, brochures, tijdschriften, kaarten, ar chiefinventarissen, bidprentjes, in- wonerslijsten uit archief Huydeco- per 1742 en 1750, kopieën van doopT trouw- en begraafboeken van alle Texelse kerken tot 1812, stam bomen, jaargang 1983 van de Texel se courant en krantenartikelen, o.a. 8 plakboeken periode 1902-1940 Tex. courant. Daarnaast diverse dorpskranten, de bladen van Vlie land en Terschelling, „Westfriese Fa milies", „Gens Nostra",Noord kopstukken en „Holland". U ziet het, het is echt de moeite waard om een keer langs te komen op de bi bliotheekavond in d'Ouwe ULO, el ke vierde dinsdag van de maand va naf 19.30 uur. Mocht u ook nog iets hebben met betrekking op Texel en wat u kwijt wilt, we houden ons van harte aanbevolen. De bibliothecaresse, M. Bakker- Zijm, Keesomlaan 20, Den Burg, tel. 02220-2113. Alle gegevens over inwoners, eige naren, panden en andere stukken voor een verzameling over en van de Warmoesstraat zijn bij mij zeer welkom. In bruikleen ontvangen stukken zend ik - na copiëren - om gaand terug. Bij voorbaat hartelijk dank. C.J. Reij, Warmoesstraat 18, 1791 CR Den Burg-Texel, tel 02220-2955.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1987 | | pagina 7