Van de redaktie
De visschers die niet in dienst
zijn tegen een vast weekloon
hebben des winters bij ijsgang
géén verdiensten, en geen enke
le vorm van bijverdiensten.
Vrouwen- en kinderarbeid komt
op Texel niet voor.
Reddingsmiddelen als zwem
vesten e.d. hebben de vis-
scherslieden niet aan boord, be
houdens een haak en een z.g.
boom welke in het bedrijf ge
bruikt moeten worden.
De uitbetaling van loonen in
kroegen komt niet voor, de uit
betaling geschiedt of aan boord
of ten huize van den schipper.
Indien één de visschers aan
boord ongesteld wordt, wordt
Tbon Eelman 1904 t
hij verpleegd op de wijze zoals
men naar eigen inzicht het
beste kan doen. Genees- of ver
bandmiddelen hebben de vis
schers niet aan boord aangezien
zij voor ten hoogste een week
uitvaren
Aan boord zijn de visschers ge
huisvest in den boeg en in het
vooronder. De boeg, breed 1.80
m., lang 1.50 m. en hoog 1.50
m. dient tot slaapplaats van den
knecht en indien in sommige
gevallen een jongen of aanko
mende knecht mede aan boord
is, ook van deze. Tevens dient
zij tot bergplaats van een weinig
touwwerk. Door middel van lui
ken heeft de boeg gemeenschap
met het vooronder waarin zich
de slaapgelegenheid van den
schipper bevindt. Lang 1.80 m.,
breed 3.00 m. en hoog 1.60 a
1.70 m., het dient tevens tot
woonvertrek en is voorzien van
een stookgelegenheid.
Bij velen zoekt men tevergeefs
naar een tafel. Bij het nuttigen
van voedsel wordt dan alles of
op den grond of naast zich op
de zitbank geplaatst. Regel is
het dat men zich gekleed te bed
begeeft, ten einde steeds gereed
te zijn. Ligt het vaartuig echter
aan de wal, dan ontdoet men
zich van de bovenkleding. Wan
neer de visscher eenige dagen
op zee heeft doorgebracht krijgt
men bij thuiskomst de indruk
dat hij zich gedurende dien tijd
niet wascht, hetgeen dan ook
door enkele visserschers be
vestigd wordt....
Bij de uitoefening van de
Noordzeevisschery blijven de
vaartuigen in den regel twee of
drie dagen op zee. De arbeids
duur is zoo afwisselend dat een
bepaald aantal uren niet te noe
men is. Er zijn dagen waarop
weinig arbeid wordt verricht,
bij ruw weer, stilte enz. Op an
deren dagen wordt 12 uur of
langer gewerkt. Als het visschen
goed gaat blijft de visscher het
bedrijf gaarne voortzetten. In
den regel wordt éénmaal per
week na afloop van den arbeid
het vaartuig geschrobt en
schoongemaakt. Naar men ver
zekert staat de zindelijkheid aan
boord over het algemeen niet
achter bij die van vaartuigen
thuis behoorende in andere
gemeenten.
„Stuurse mannen"
Onder deze leefomstandigheden
kwam Piet aan boord van de
TX 122 onder de hoede van
Klaas Mossel en Toon Eelman.
Piet: ,,Ze waren altijd zo woest
op zee, bij het slechtste weer
visten ze door. Het waren stuur
se mannen, ze wouen nooit
naar binnen toe. Maar op het
lest wier het ook voor ons zo
slecht, dan mosten we naar bin
nen toe. Overdag als ze sliepen
dan was deze kleine jongen „de
baas" aan boord." Gniffelend
kwat hij een pruimpje in de
kwispeldoor naast z'n stoel en
vervolgt: „Dan had ik de wacht.
M'n vader had al tegen me ge
zegd, je moet bij Klaas en Toon
vandaan gaan, want er gebeuren
ongelukken, ze benne veuls te
brutaal. Maar ik wilde niet,
want ik vond het prachtig bij
m'n broer. Maar vader heeft net
zo lang gezeurd tot ik daar van
boord ging".
Wordt vervolgd
Bert Koning
Ons verenigingsblad in nieuwe
gedaante heeft allerwege lof ge
oogst en daarin kunnen zonder
meer de medewerkers van druk
kerij Langeveld De Rooy ook
hun werk geroemd zien. Het
ziet er keurig verzorgd uit.
Mocht u als lezer nog op- of
aanmerkingen hebben wat be
treft inhoud of vormgeving, dan
houden we ons graag aanbevo
len. Vanzelf is een woord van
dank ook zeker verschuldigd
aan het adres van Jan Paul Reij,
die de ontwerper is van het om
slag van ons blad.
Op verzoek vermelden we hier
nog eens de samenstelling van
de redaktie. Die wordt gevormd
door Gijs Oskam (02220-2185) -
Adri van Opstal (02220-3019) -
Nan Huysman (02228-294) - Cor
Reij (02220-2955) - Marijke Palm
(02220-2154).
Om te voorkomen dat Texels di
alect in allerlei vormen (die on
getwijfeld bestaan) in ons blad
wordt opgenomen, is besloten
dat alleen het dialect zoals dat
door onze werkgroep voor
gestaan en gebruikt wordt, in
ons blad wordt opgenomen. Alle
goede bedoelingen ten spijt
komt het ons redelijk voor dat
we één lijn in deze trekken. In
zendingen voor het blad lopen
in het vervolg via de werkgroep
dialect. Wanneer iemand een
bijdrage levert in een andere
schrijfwijze, gaan we er vanuit
dat hij of zij met het bo
venstaande instemt.
Zo ziet dan het vijfde nummer
van ons verenigingsblad het
licht. We hebben getracht de in
houd zo gevarieerd mogelijk te
houden en aan u de beoordeling
of we daar nu weer in geslaagd
zijn. We wensen u heel veel
leesplezier.
'1