Bevorderde de aanleg van de Eierlandse dijk in 1629 de ondergang van het dorp West-Vlielandt? Weftv belandt. ■(txjjlg'siKJ OtoJiprr (/ft t.i Deel van de ,,Caart van Westvlielandt waar in vertoond werd.... den staat der zeewering..." (1722), door Maurits Walraven en anderen in opdracht van een aantal raden van Alkmaar, Amsterdam, Haarlem en Monnickendam vervaardigd in verband met de kustverdediging. Algemeen Rijksarchief, Den Haag, Kaartenafdeling, Binnenlandse kaarten (VTH), nr. 2717. In de uitgaven „Onze Waddeneilan den" van S. J. van der Molen (1983) en „Dwalen over de Waddeneilan den" van R. A. B. van Houten (Lek- turama 1986) wordt gesteld, dat de ondergang van het dorp West- Vlielandt in het begin van de 18e eeuw in feite is veroorzaakt door de aanleg van de Eierlandse dijk, waar toe de Staten van Holland in 1629 besloten. De heer D. Vermeulen oordeelt hier over in zijn boek „Op zoek naar Vlielands verleden" (1979) genuan ceerder. De hoofdoorzaak zou toch wel gezocht moeten worden in de verandering van de zeebodem. Wel herstelde de zeestroming de vloeien de kustlijn na de aanleg van de Santdijck op Texel en ruimde ze de onderwaterdelta's op, welke hier door ontstonden. Daardoor lag de zuidpunt van Vlieland onbeschermd tegen de niet te stuiten aanhouden de aanvallen van de zee. In de duinenrij werden gaten gesla gen en het afbraakproces werd nog versneld door verstuiving. Hoe moeten we ons het dorp West-Vlielandt voorstellen? In 1514 had men er „12 pincken (voor de visserij op schol, scelvisch en cabelliau), 3 Rijnscepen voor het vrachtvervoer en een halve boeier voor de vaart op de oostzee". Het dorp kende ook veeteelt; men had er zo'n 50 koeien. In de 16e en 17e eeuw nam het dorp nog aanzienlijk in omvang en betekenis toe, als gevolg van de wal visvaart. In de bloeitijd van de wal visvaart telde Vlieland niet minder dan 74 commandeurs of kapiteins, die op Groenland voeren. West- Vlielandt was het hoofddorp van het eiland. Het was ongetwijfeld ook in belangrijke mate op Texel ge oriënteerd. Bekend is dat West- Vlielandt ook het op Texel gebruike lijke boerderijtype kende, met de bedrijfsruimten aan drie zijden van het centrale hooivak onder de hoge kap en het lagere uitgebouwde woonhuis. l). Johan van Oldebarneveldt kende in 1590 ook aan Oost-Vlielandt een ei gen wapen toe, waardoor er in feite twee gemeenten ontstonden. West-Vlielandt was een belangrijke nederzetting. In 1600 telde het dorp niet minder dan 300 „haardsteden", w.o. een kerk en 2 vermaningen, een raadhuis met toren, een molen, een spinhuis, een school, een bier brouwerij, een traankokerij, een waag (die mogelijk ook als visafslag diende), een armhuis en twee her bergen. Er was ook een touwslage- rij, een kuiperij en een mandenma kerij. Het dorp kende ook een chi rurgijn, die tevens barbier was. Men kende er de Voorstraat, de Mid denstraat en de Achterstraat. De raadhuistoren diende tevens als ba ken voor zeevarenden. De toren leek wat hoogte en vorm betreft wel wat op de Brandaris. De toren was vierkant en het bovenste deel acht kantig en met leyen gedekt. De to ren had 2 klokken, een grote en een kleine. (In 1680 werd de klok niet minder dan 73x geluid voor begra vingen). Op de kaart van Lucas Jansz Wagenaar van 1583 is de to- 12

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1987 | | pagina 14