24 TEXEL Het Gouden Boltje is zo mooi, vooral in lent' en zomertooi. Daar is je mooie brede strand, je duin met roosjes vaak beplant. En dan je weeld'rige gewas van rietpluim, bij de slufterpias. Je broedterreinen overvol, De Mui, Mient ,Skorre en de B61 Wereldberoemd als vogeloord, beschermd gebied, waar ongestoord nog vogels broeden tussen riet. Met recht een vorstelijk gebied. Wanneer je bollen bloeien gaan, zal alles als in vlammen staan. Do„H, Van tulpenrood en narcisgeel, het vormt een wondermooi geheel. Je "tuunwols" om een groene wei met schapen, koeien op een rij. Een boer die nog te melken zit, in bussen kolkt het schuimend wit. Je hooiwagens zo zwaar belaan, waarvoor soms nog twee paarden gaan. De geur'ge goudberg heel secuur, vervoeren naar de grote schuur. Zo heerlijk is je heide en mos, de varens in je dennenbos. Met bomen altijd groen en fris, waaronder het goed toeven is. De Fonteinsnol met vergezicht, als men in 't rond de blik dan richt, ziet men een schitterend taf'reel van bos en duin, het land'lijk deel met wollig vee of korengoud. Hiet zachtruisende dennenwoud. Veel kronkelwegen wijd en zijd, waar boerderijen staan verspreid. En lieflijk liggen in 't verschiet je dorpjes, fraai en favoriet. Met torens werkelijk apart, stal je van menigeen het hart. Rondom je zingt de zilte zee, daar waar je vissers zijn tevree. En woedt een dreigende orkaan, je redders vallen op haar aan. Ontworstelen de zee haar prooi, ook daarin ben je groots en mooi! Behoedt U God in wel een wee, gij Parel van de Waddenzee! Enigszins gewijzigde versie van een oud lied. Nel Dogger

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1987 | | pagina 28