7 Na wereldoorlog 2 was er toch een grote hoeveelheid vis? "Dat was er, in alle soorten en 't was prijzig, want er was gebrek. Ik heb er zo'n 3t jaar werkt en toen was het af. 't Zakte allemaal weg. Je kon tegen IJmuiden niet op. Je zit op een eiland en ochens om 6 uur ken je pas voor 't eerst met vis van Texel (met teso). Dus dan moet je 's avonds al weg. Dat ken nooit, dat kost dat 't barst" Hoe lang waren de werkdagen? "Dat is net na de kotters kwamen, ze kwamen ons halen en dan was 't: maak maar leeg. Kwamen er vier, dan loste je er vier, kwamen er tien, dan loste je er tien. 's Avonds werkten we nooit. De kotters kwamen altoos 's ochtens en wij verdiende 2/2t van wat de kotters besomde. Later is Ab Hemelrijk komme. Ik meen dat ie toen bij de gemeente was. Kees Bakker, die in "DE ZEVEN PROVINCIËN" zeeten heb, was toen de baas op de afslag. Maar 't zakte allernaar weg, het kon niet, de kotters bleven weg". "MOMENT, IK HEB SPRUITEN OPSTAAN". Pieter Jan gaat via een schuifdeur naar z'n keukentje, waar hij nog dagelijks z'n eigen potje kookt. "Ik ging ook nog wel eens mee varen as ze verlegen waren, ja dat gebeurde op een kleine kotter, de TX 15 (Willem Vlas). Ik was nog in de familie, dus je ging mee. Willem is een neefie van mee". "Daarna heb ik nog een jaar of drie bij de polder gewerkt. Dat was van '54 tot '57» Gewoon aan de weg of in het land sloten maaien e.d. in dienst van de 30 polders bij de heer Van der Pijl". ^Ik_had_er_wel_meer_as_30_fukken_staan^ "In '56 heb ik het viswater van Frans Zegel overnomen voor de fukke- visserij. Voor '55 viste ik daar ok al jaren. Frans Zegel had al het viswater bij de forten ok. Ik ging naar de Hemmer en Frans was hier tot de Pontweg toe. Ja, 't beurde dat ik ochtens 3 uur half vier ging as ik in de Hemmer wezen most. Dat ging dan voor 't werk of 's avonds laat. As ik dan thuis kwam stond het eten al op tafel. Ja, toen leefde me moeder nog hoor, die is in 1951 overleden. Toen was ik niet meer bij de 30 polders. Ik lichtte enkel fukke, ik had er wel meer as 30 fukke staan. Tot m'n 82ste heb ik 't deen, zou 't met m'n 83ste ok nog proberen, maar toen ging het niet meer, toen was 't beurd. Ik ken nou niks meer as bij de tafel zitten. Albert Blom heeft het viswater nou". v.l.n.r. Pieter Jan Eelman? Jaap Schraag, Nan Tuinder en Sieme Bakker (de Boy. de afslag in de jaren 194-5/1950.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1987 | | pagina 11