6 TWEEDE WERELDOORLOG HSï_ïS§_^®_®§£§t§_^is_ïïst_scharhoe£elen_begon" "Ja, daar ben ik mee begonnen. Ik was de eerste die met scharhoepe- len begon, 't Was nog een ouderwetse metbode. Ik heb een vletje (IX 40) laten maken bij Kees de Wijn en ben gaan scharren vissen in 40/45. Nou dat had een berg volgelingen, 't Was wel dat je een 50/60 bootjes op zee had. Mijn vlet je was 17 voet (voet ong. 30 cm) en de anderen lieten ok platboomers bij De Wijn maken. Hij had een drukke tied toen. Het ware ouweskillers en oostrenders, want die kotters laggen ook plat. Van die moffen mos je voor een visvergunning naar Den Helder en 's ochens voor je weg ging mos je je eerst melden en as je terug kwam mos je je weer melden. Ja, deer was puur controle op. Je viste gewoon hier buiten de haven. Je kon ok naar 't Horntje gaan, dat zocht je zelf maar uit. De doorsnee van de hoepel was ongeveer 1 meter, het net ok zo'n beetje een meter en de mazen een centimeter of 10. Je deed er pieren aan en in de herfst bliek as dat er was. Daar kon je toen best je brood mee verdienen. In die jaren was de vis duur. Je ving toen een 50 a 100 pond op een dag. Je mos zelf pieren spitten hoor, maar je kon ze ok laten spitten, want er ware spitters ok. We viste dan op 2y/3 vam (vam 1.80 m) water, in de stroom kon je niet vissen. Je mos altoos de droogte op, op een harde zandgrond. Je gooide je hoepel gewoon overboord en af en toe haalde je ze op, dan keek je wat er in zat. De vis brocht je dan naar de afslag". scharhoepelen met de TX 40 (J.Reydon) H52.!.ïL3i_sia2£_22 c3-2_visa^si§S_S2!ü(2£^Ë" "Na '45 ben ik daar komen om vis te lossen, aars niet. 't Was niet allien mij werk, je liep er wel met een man of tien, deer ben er al een berg van weg. Eerst me geheugen opfrissen, ja had Jan Boon, Kees Boon, Aadje Weijdt, Lou Sikkelee, Nan Tuinder, Teun Dekker, Jaap Schraag en De Vries. Wie ik vergeten ben weet ik niet meer. We wassen met twee ploegen, per ploeg een man of tien, een man of 5/6 bij een tafel. Je had twee tafels en loste 2 kotters tegeliek as ze er wassei' Wie was er toen de baas? "Deer was gien baas, ik verdeelde de centen, hieuw alles bij en schreef alles op. Ik kreeg geld uit de afslag vandaan, die hieuw 't geld eraf en ik verdeelde ut".

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1987 | | pagina 10