31
Toen Siem in die tijd een esperanto-kureue volgde, kwam hjj in kontant met
de gebroeders Gys en Joh.M. Duinker, die ook alle verwachting hadden van
de door de Poolse Jood Zamenhoff ontworpen wereldhulptaal. De uitvinding
van de eeuw, want in nog geen dertig uur studie kun je met esperantisten
uit welk land ter wereld ook converseren en daarmee lag voor Siem dus de
wrfg open naar nog onverkende verten! "Als je toch op reis gaat, maak dan
meteen wat stukjes voor de krant". Duinker kreeg zijn zin en zo kwam elke
week wel een reisverslag in de Texelaar. Siem's langste en moeilijkste
trip was een reis door Duitsland, Oostenrijk, Italië en vervolgens over
stekend naar de Afrikaanse noordkust. Vandaar via Spanje terug. We schrij
ven dan 1935^ Natuurlijk moest Siem ook eens kijken wat er bij dat stie-
renvechten allemaal gebeurde. Hij had al spoedig meer belangstelling voor
de verhouding tussen de bezoekers op de goedkope, zonrijke tribunes en de
met meer aardse goederen gezegende Spanjaarden, die schaduwrijke zetels
konden betalen. Er werd over en weer geschreeuwd en de verwensingen stort
ten zich als vloedgolven over de ruggen van de matadores, stieren en
"links" en "rechts". Siem gewaagde van de gisting in dat door de natuur
zo rijk gezegende land. Helaas kwam zijn voorgevoel helemaal uit: nog geen
jaar later brak de door generaal Franco uitgelokte burgeroorlog uit, die
vele handerdduizenden slachtoffers zou eisen, en de Spanjaarden geen
stap verder bracht.
De crisis greep steeds verder om zich heen, Op een goeie morgen zagt Siem
aan het ontbijt: "Jaap Graaf en Jaap Rijk maken het goed in Zuid-Afrika,
ik geloof dat ik er ook maar heenga". Vader De Waal probeerde zijn op
avontuur beluste zoon meteen tot andere gedachten te brengen, maar hij
voelde wel dat Siem niet tegen te houden zou zijn. Ook An Tiessen-Spaans
vond het erg jammer dat Siem er vandoor ging, want op bijna alle dorpen
had hjj kursussen in het esperanto gegeven. Zij wilde hem wel vervangen,
"maar Siem deed het zo leuk".
In Afrika werkte hij eerst twee volle jaren bij een baas en begon toen samen
met Jaap Graaf zelf een bedrijfje. De vraag was "Hoe worden we bekend en
aanbevolen?!". Heel handig waren ze bij iedere inschrijving spotgoedkoop en
leverden bijzonder goed werk op. De naam was na enkele jaren gemaakt: toen
kon je met een gerust hart de duurste inschrijver zijn: de gunning was al
onderweg!! "Op die manier werden we mannen in bonus" kon Siem dan glunde
rend opmerken. Jan P. Strijbos, op rondreis door Afrika,: "Wat bezit die
broer van jou toch een geweldige taktiek om zijn zwarte werknemers aan de
slag te houden." Ja, de verstandhouding met zijn personeel was uitstekend.
Het lag dus voor de hand dat de voorman -een kleurling- door Siem uitge
nodigd werd een reis mee te maken naar Europa. Ze mochten echter slechts
gedeeltelijk SAMEN reizen: van Durban tot Johannesburg moest de kleurling
een ander toestel nemen, speciaal voor niet-blanken gereserveerd. Siem
heeft in dergelijke gevallen zijn schouders maar opgehaald en er het zijne
van gedacht.
Acht jaar na zijn vertrek van Texel werd Siem ingedeeld bij het Springbok-
regiment, onderdeel van de Prinses Irene Brigade. Siem was destijds op
Texel afgekeurd voor de dienstplicht, maar toen was iedereen gauw goed
genoeg om Hitier uit te schakelen. Als "frontlijnziekendrager" heeft Siem
heel wat slachtoffers buiten de vuurlinie gebracht. Eén van zijn mooiste
dagen was zjjn komst naar Texel in mei 19^5» In Den Haag wist hij een
chauffeur plat te krijgen voor een rit naar Den Helder, waar de Duitsers
nog heer en meester waren en dat ook graag demonstreerden. Gearriveerd
bij de Texelse boot in het Nieuwe Diep dacht iedereen water te zien branden
"Verrek, daar heb je Siem de Waal!". Piet Hillen was één van de Texelaars
die meteen op zijn ploffiets stapte om Siem -altijd bevriend geweest- in
Skil te verwelkomen. Meteen had hij daar honderden handen te drukken, de
intocht van Sinterklaas was er niks bij, temeer doordat Siem zo'n tien
duizend sigaretten had weg te geven!
September 19^5 ging hij weer naar die Outransvaal, waar de troffel opnieuw
met élan ter hand werd genomen.