1
IN_MEM03IAH_J_. A1_v1d._VLIS
Op 9 juni 1986 overleed de heer J.A. v.d. Vlis,
beschermheer van onze vereniging en ereburger
der gemeente Texel, in de leeftijd van 86 jaar.
Ik bezocht hem nog op 16 mei 1986 in het ver
pleeghuis Hogeweij te Weesp, waarin hij sinds
februari van dit jaar werd verzorgd. Ik trof
hem nog wel in een redelijke toestand aan, al
had hij van tijd tot tijd veel pijn en was het een
schaduw van de Jan van der Vlis, zoals we ons
die uit zijn vitale jaren herinneren. Hij wist
zich weliswaar verschillende dingen niet meer
exact te herinneren, maar als het om historische
zaken ging, beschikte hij nog over een feilloos
geheugen. De weekends bracht hij veelal nog in
zijn woning in Blaricum door en Erne van der Vlis bezocht hem in het verpleeg
huis dagelijks gedurende langere tijd.
Op 12 juni 1986 werd hij begraven op de algemene begraafplaats te Blaricum.
De belangstelling van Texel was niet groot; Adri van Opstal vertegenwoordigde
de gemeente; zelf was ik er op persoonlijke titel en namens de Historische
Vereniging aanwezig. Ook de B.V. v/h Langeveld De Rooy was uiteraard
vertegenwoordigd. De schare belangstellenden uit zijn naaste omgeving was zo
groot, dat de bescheiden aula - waarin voorafgaande aan de teraardebestelling
een lied ten gehore werd gebracht - te klein was om ze allemaal te bevatten.
In mijn herdenkingswoord memoreerde ik de grote verdiensten van Van der Vlis
voor Texel, zowel wat betreft de vastlegging en het onderzoek van de historie
als ook op een breder terrein (zijn oproepen voor het behoud van bepaalde
monumenten; de verwerving van belangrijke kunstkollekties door de gemeente).
Dat een 65-iarige relatie met Texel niet alleen maar hoogtepunten kende,
maar ook wel minder prettig ervaren momenten, leek mij onvermijdelijk. Ik
konkludeerde dat Van der Vlis in feite een bigamist is geweest; naast zijn
huwelijk met Erne is hij ook 65 jaar met Texel getrouwd geweest.
Na enkele andere sprekers sloten twee van zijn zoons de plechtigheid gezamen
lijk af door nog eens de grote persoonlijkheid van Van der Vlis te belichten
en te benadrukken welke waarde zijn voorbeeld voor hun persoonlijk leven
heeft betekend. Zij deden dit op een dermate indringende wijze dat we alle
maal het kerkhof wat aangeslagen verlieten om ons dan weer te realiseren
dat het fraaie voorjaarsweer eigenlijk geen droefheid tolereerde, maar nog
eens symboliseerde dat er reden is voor dankbaarheid dat dit rijke leven
tot een voleinding is gekomen en betrokkene voor verder lijden werd gespaard.
De naam van Van der Vlis zal op Texel nog heel veel vallen. Op zijn pioniers
werk zal worden voortgebouwd. Op onze vereniging rust in dit verband een
taak. He kunnen er dankbaar voor zijn dat we hem op 6 december 198^ nog op
een verenigingsavond in ons midden mochten hebben. Het deed hem duidelijk
goed te zien dat de belangstelling voor de Texelse historie geen eenmans
zaak meer was, maar dat velen er zich bij betrokken voelden.
G.A. Oskam