VOOE EOUDEED JAEEK. BB Wij bieden hier den lezers van „Eigen Haard" een Journaal aan van een pleizier-reisje, in 1793 gedaan met een jacht. Het journaal is niet voor den druk besterad geweest en ziet thans het licht, na zoo goed als een eeuw te hebben gesluimerd. Men zij dan ook niet al te streng bij de be oordeeling van stijl en interpunctie. Wellicht hebben de reisgenooten het ter lezing ontvangen en, ter wille van de aangename herinneringen, die aan de lezing verbonden waren, goedmoedig het een en ander door de vingers gezien. Doen wij hetzelfde ter wille van de eigenaardige bekoring, die aan de onbeholpenheden en gebrekkigheden zelve van het onde en ouderwetsche verbonden zijn. Twee dingen znllen bij de lezing treffen. Vooreerst, dat wij hier met den blik van een ooggetuige de opkomst aan schouwen van het Nieuwe Diep en den Helder. Het Noord- hollandsch kanaal was er nog niet; maar wel werden er de etablissementen opgericht van een scheepswerf bij de pas (in 1792) voltooide winterhaven. Maar wat bijzonder treffen moet is de gezelligheidwelke in die dogen op onze plassen en wateren moet hebben geheerscht. Thaokeray beschrijft in de „Yirginians" den openbaren weg, in de vorige eeuw vol drukte en beweging, nu verlaten door de komst van den spoorwagendie de reiskoetsendiligenceswelvarende her bergen leven en vertierreizigers en wat niet al verdreven heeft. Zoo moet de Zuiderzee, zoo moeten de reede van Texel en Wieringen vroolijk hebben geprijkt met de wimpels en zeilen, met de vergulde spiegels van speeljachten en oorlogsschepen, met de volle zeilen van driemasters en gal joenen en gedreund hebben van de saluutschoten, over en weer, uit tal van kleine kanonnen, en van het rumoer van be drijvige havens waar nu eene doodsche stilte heerscht en alleen een ansjovisvanger rondzwalkt, of van verre de rook van de Harlinger stoomboot rijst. Het verhaal luidt als volgt: JOURNAAL VAN EEN ZEETOCTJE GEDAAN NAAR DE REEDE VAN TEN EI- EN HET NIEUWE DIEF 01' DEN 4 SEPTEMRER lyp.q EN VOLGENDE DAGEN. Op Woensdag 4 September 1793 wierd ik met myne dochter Marianne en myn zoontje Hendrik Adriaan door den Heer Bewindhebber Elias onverwagts genodigd om een rysje naar Texel te doen met Mevrouw en vier hunner kindereu te weeten de jonge Heeren Gerbrand Pieter Elias, ende jonge Juffrouwen Anna Elisabeth en Machte- lina Henrietta Elias benevens den Heer Onderkoopman Barneveld Brouwer. Wy naainen deeze vriendelvke nvtnodiging zeer greetig aandog ik maakte nog al zwarighevt voor my om den invallende regtdng welke zwarighevt egter schielyk weg- genoomen zvnde, waaren wy aanstonds van zesse klaar en vervoegden ons ten half 4 opt Jagt, leggende aan de mos8elstygcr; voor vier uuren staaken wy af, de wint Noord West, met Reegen, salueerden de stad met vvff schooten en kwaamen ten 7 uuren in t gezigt van Mar ken, daar wy het anker lieten vallen. Donderdag 5 September ten 4 uuren R'morgens ligteden wy het anker, de wind West Noordwest met slappe koelte en van tyd tot tvd regebnijenten 9 uuren zagen wij aan bakboort zijde van verre eenen hoos, en waaren genood zaakt wegens stilte quartier voor 10 uuren te ankeren voor het Hoornsche gat in het gezigt van Enkhuijzen: de wint weder wat aanwakkerende voeren wy voort en kwa men ten halff 12 te Enkhuijzen, daar wv aan land gin gen en die stad bezigtigden, ook hadden wy hier het plaiaier door dien het weder merkelvk was opgeklaart, van tvd tot tyd te observeeren de groote Eclips aan de Zon, welke zeer veel verdnysterdeaardig was te zien dnt veele menschen in die stad zich op straat hadden begee- ven om deze Zon Eclips te beschouwen, hier zag men er met verrekykers staandaar met een emmer met water gevult, en wederom anderen hadden swart gemaakt glas voor de oogen; ten half Een nnren vervolgden wy onse rys met zeer schoon weder, dog kreegen zodanige stilte dat wy wederom ten half 4 voor anker moesten gaan lig gen. Wy konden het evndelyk niet verder brengen als in het gezicht van Wieringen, daar wy ten halff 8 uuren ankerden. Vrijdag 6 September zylden wy s'morgens vroeg met schoon weder van hier voor den wind af, en ten half 7 uuren voorby het Eyland Wieringen; kreegen van tyd tot tyd de Reede van Texel, het Nieuwe Diep en de Helder in het gezigt, vaarende door een aantal Oester scheepen, welke hunne vzere netten uijtwierpen of ophaal den, na mouten dat wy de gemelde Reede naderde wierd dat gezicht aangenamer door de menigte grote en klyne scheepen welke ten anker lagen. Om tien uuren kwam de commandeur Been met zvn schuit aan boord van het Jagt, en om halff Elff uuren zagen wy op eenen afstand het O. I. Compagnieschip Yredenburg en de pnquetl»ood bevde naar Batavia gedestineert, het eerstgemelde salueer den ons met 15 eereschooten 't geen van het Jagt met 5 schoten wierd beantwoordook salueerden wy de Comman dant der Oorlogs Yloot mede op de Reede leggende (Grave van Byland) die ons oogenblikkelvk insgelyks met. 5 scho ten begroetede. Om Elff uuren kwaamen wy aan t schip Vreedenlmrg; waar van het volk aanstonds in het wand vloog en ons met een hoesee verwellekomden. Wij gin gen met het Jagt aan het schip liggen en klommen op het zelve op klampjes aan het schip gespykertbet geen my zeer moeyelyk viel, als van die manoeuvres geen groot liefhebber zijnde; op het schip was onder anderen een bruyne Predikant, een Cevlonees van geboorte en ge- naarat Grotiaanals meede zvn vrouw en een kindje van 14 weeken; de Heer Bewindhebber geadsisteerd met den Commandeur Been monsterde de Equipagie. dewelke uvt 300 koppen bestond; de oudste Jonge Heer Elias teekende de absenten aan en verving vervolgens den Kruytlezer in het voorleezen van eenige waarschouwinge &c. Yoor het volk by de monstering moest vder voor bv den Bewindheblier passeeren en vooraf by het opleezen van zvnen naam rt»e- pen: hier zoo: een onnozele hals verzuimde dit laatste, straks kreeg hij van den Commandeur een sonflet voor zvn aangesigt, en een mondelinge herinnering dat hv een Lom- pert was, ten een uuren klommen wy needer op het Jagt, het volk begaf zich in het wanteen was er die niet goed in de touwen stond, deeze wierd door den Commandeur op eene onzagte wyze naar beneeden gerukt, en op die wyze beduyd hoe hy by vervolg by zulk eene geleegenheyt staan moest. Hier op voeren wy naar bet Nieuwe Die)) en gin gen aan de wal leggenaaten dien middag met den Com mandeur, wanneer wy vervolgens by de vrouw van den- zelven op de Helder een Kopje Thee dronken, terwyl onze onderkoopman met eenige van de Jongeluy naar Hnvsduy- nen en Kykdnvn wandelden. Wy bezigtigde met een briefje van Verlof dc gmote Battery onlangs daar gemaakt, groot 36 stukken 24 Ponders dog vernamen met verwondering dnt er maar 14 Artilleristen waaren om die stukken, ge-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1986 | | pagina 27