BEDIJKING VAN DEN PRINS-HENDRIK-POLDER
ie
TE TEXEL.
Medrgedeeld door P. VAN DER STERK, Optipitr ie Kieuxer-Jmetel.
De gronden, thans bekend onder den naam van
Prins-Hendrik-Polder, gelegen aan den zuid-ooste
lijken hoek van het eiland Texel, werden in het jaar
1769 reeds ingedijkt onder den naam van Polder Iloom
en Burg. De dijk was aangelegd in eene regte rigting,
.zoo als op bijgaande kaart met de afgebroken lijn A. A.
is aangewezen. Deze eerste bedijking heeft slechts
korten tijd stand gehouden, want in 1770 werd
bet middelste gedeelte des dijks belangrijk naar bin
nen getrokkenzoo als bij B is aangetoond welligt
omdat bij bet inbreken eene aanzienlijke diepte was
ontstaan. Het blijkt uit een oud kaartjedat in het
jaar 1776 de dijk bij C nog eens is doorgebroken
en weder hersteldtot dat in het jaar 1796 de pol
der geheel inundeerde en alstoen aan de golven is
prijs gegeven.
Uit de oude kaart schijnt het, dat, bij D, in den
dijk eene sluis was gebouwd, en men zegt, dat de
polder door twee kleine watermolens droog gehouden
werdwaar en hoedanig echter die molens geplaatst
waren en het water loosde, is niet uit de kaart op
te maken. Verder blijkt ook nog, dal in den polder
nabij den Griedtjk(thans kavel 17) twee gebouwen
waren geplaatst, waarvan de overblijfselen ook nu
nog zigtbaar zijnbet eene was een kapitaal gebouw
en werd het Heerenhuis genoemd.
Het buis nabij de duinengenaamd Hoorn en Burg,
is mede een overblijfsel van den ouden polder. Dit
huis staande op een terreinongeveer 1 el boven ge
woon volzec, is in stand gehouden, en was na bet
inbreken van den polder, rondom met eenen dijk te
gen de stormvloeden beveiligd. De eigenaar van dit
huis beeft in het jaar 1825 een gedeelte der gron
den van het domein aangekocht, zoo als door de ge
stippelde limieten is aangewezen. Deze landen, gelegen
op ongeveer 0,70 el boven volzeevloeiden met eiken
stormvloed onder; zij waren echter met cenefijne soort
van gras begroeid en leverden een uitmuntend voedsel
voor schapen.
De oude polder w as door drie wegenbijna op
onderling gelijke afstandenen evenwijdig aan de
rigting A. A.doorsneden; terwijl een dwarsweg,
regthoekig op de voornoemdenmidden door den
polder van den Griedtjk naar den buitendijk was
aangelegd. Overigens was de polder in 264 verschil
lende perceelen en kampen verdeeldwaarvan men
zegt, dat tijdens deze eerste bedijking slechts ongeveer
een vierde gedeelte werd bebouwd en wel de boogsle
terreinen langs de dijken van de aangrenzende polders
het Weezenspijkde Grie en het Iloomder Nieuw land
terwijl het overige als weiland meestal voor schapen
werd benuttigd. De granen die men teelde, vooral
tarwe, waren bij uitstek goed.
In het jaar 1S46werd door den heer p. iakge-
veld, c. s., wonende te Texel, concessie gevraagd tot
weder indijking van de voornoemde gronden, en wel
onder den naam van Prim-Hendrik-polder. Nadat
deze was verkregen en de vereischte kontrakten met
het dijkskollegie van Texel en andere besturenals
mede met den aangrenzenden eigenaar d. de geaat ge
sloten waren, en eene maatschappij, bestaande uit 60
aandeelenopgerigt waswerd ik in bet voorjaar
van 1847 verzocht een planbestek en begrooting op
te maken, voor den te maken dijk en sluis. Hier
aan werd voldaan, en de sluis inde maand Mei,
aan de liecren j. vak uaaften en Co. van Sliedrecht
voor eene som van f 16.600 aanbesteed. Deze sluis
is geheel overeenkomstig het ingezonden, hier bij
gaande plangebouwd en iu de maand September
1847 voltooid.
De concessionarissen en toenmalige aandeelhouders
begrepen den dijk niet te moeten aanbesteden, maar
met behulp van eencn onderbaas, zelven te moeten
maken, cn hiermede werd dan ook al spoedig in ge
noemd voorjaar van 1847, met een toereikend getal
aa.-dwerkcrs begonnen. Het voorgestelde plaD werd
eenigzins gewijzigd, zoodat de dijk is bewerkt vol-