Een herinneringsplaatje aan Ada Wognum. Waarland, 6 november 2018. 13 Willem Dekker had een broer, Jan. Hij woonde vlakbij de school en had tijdens de oorlog zijn motor gedemon teerd en in onderdelen voor de Duitsers verborgen in een hooiberg. Ik maakte na de bevrijding met hem het eerste ritje achterop. Ik verbrandde mijn been nog aan de hete uitlaat, maar dat mocht niet deren. In juni 1945 ging ik weer terug naar Amsterdam-Noord. Het bevrijdingsfeest heb ik niet in Waarland meege maakt. Wel herinner ik mij nog dat er een zweefmolen voor de Posthoorn stond. Van mijn reis naar Amsterdam herinner ik mij niets meer. Mijn broertjes en zusje waren al thuis. Hennie is naderhand nog naar Engeland geweest om de ervaringen uit de oorlog te kunnen verwerken. Er bleef contact Na de oorlog ben ik nog twee keer terug geweest bij de familie Dekker. Bij een van mijn bezoekjes miste ik het grote heilighartbeeld dat bij het tussenraam stond. Ik hoorde dat iemand het kapot had geslagen en begraven had in de tuin. Maar niet verder vertellen hoor Ook herinner ik mij dat Willem opgenomen is geweest in het sanatorium Kalorama in Beek bij Nijmegen. Verder schreven we elkaar af en toe een brief of een In 1958 trouwde ik met Siem Rijser uit Purmerend. Wij kregen twee kinderen en hebben nu ook drie kleinkin deren. Siem had het expeditiebedrijf van zijn overleden vader overgenomen. Inmiddels is onze zoon eigenaar van het bedrijf. Achterop twee vrachtwagens heeft hij onze namen Ada en Siem vermeld. Met dank aan Ada Rijser-Wognum, Lia en Dirk Bruin Szn. Van Amsterdam naar Purmerend Na de oorlog heb ik de laatste twee jaar van mijn oplei ding op de St.- Rosa Vakschool afgemaakt. Ik ben gaan werken bij Brenninkmeijer aan de lopende band bij het naaiatelier. Kragen van herencolberts aanzetten. Afgelopen zomer 2018 hebben mijn man en ik een ritje naar Waarland gemaakt. Ik wilde dat nog zo graag. Het was voor mij zoeken waar de woning van Dekker stond. Na wat rondrijden zagen we de timmermanswerkplaats van Keet en daarnaast het huis waarin ik in de oorlog een half jaar verbleef. De overburen waren zo vriendelijk mijn verhaal aan te horen. Ze hebben ons telefoonnum mer gekregen en de historische vereniging heeft contact met ons gezocht. Het einde van de oorlog Kort na de bevrijding liep ik van de Weel- weg langs een winkel. Verder, op de hoek had je een kruidenier en ook een bakker. En dan links was een soort kantoortje annex winkeltje met elektra-spulletjes. Daar mocht ik bellen. Een rare gewaarwording vond ik het om de stem van mijn moeder door een apparaat te horen. ansichtkaart. Zo weet ik dat hun zoon Bertje in 1954 is verongelukt en dat een paar jaar later hun dochter Tineke op jonge leeftijd overleed. Ik bewaar nog steeds de bidplaatjes en de kaarten, die ik met vriendinnen uitwisselde. Die zijn mij erg dierbaar. Ook kwam ik geregeld bij de familie Nieuwboer. Daar haalde ik dan ‘s avonds melk. Nieuwboer woonde om de hoek in een grote boerderij met een hooiberg ernaast. Ik herinner mij nog dat ze twee pilaren aan de weg hadden staan met leeuwtjes erop. Ik speelde daar graag in de hooiberg. Met de ladder omhoog en dan een paar meter naar beneden springen in een gat in het hooi. Op een keer werd ik tussen de varkens gezet, maar in plaats van dat het eng was, vond ik dat juist leuk. In het huis woonden een ouder echtpaar en een jong gezin, van wie een jongetje overleed. Ik heb het bidprentje nog bewaard. Pietje Nieuwboer overleden op 10 juni 1945. Hij lag opgebaard in een kamertje. Dat maakte grote indruk op mij. In Amsterdam zat ik op de huishoudschool. In Waarland was geen huishoudschool, dus ging ik die periode niet naar school. Wel moest ik elke dag naar de kerk. Om contact te houden met mijn familie schreef ik brieven naar mijn ouders, zusje Herma en broertje Co.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2019 | | pagina 13