18
Daags nadat zijn benoeming in Uitgeest was ingegaan,
verscheen het laatste nummer van de W4 dat nog mede
onder zijn redactie stond. Het opende met zijn dank
woord voor de afscheidsreceptie in het Dorpshuis. De
mensen hebben me een geweldig afscheid gegeven! Er
was helemaal geen treurstemming. De sprekers voerden
op plezierige wijze het woord en zang en muziek kwa
men er prachtig tussen. Het was verschrikkelijk weer en
toch zoveel mensen, dat alles deed me ontzettend veel
goed. Enveloppen stapelden zich op. Wat een bedragen,
ondanks die arme kassen! De klap op de vuurpijl was
het cadeau van allen: een filmcamera, projector met alle
toebehoren. Het allermooiste en beste, tot een bedrag
van over de duizend gulden! Een Fujica 35 Automatic.
Ik ben bang, dat ik de eerste weken het apparaat niet
durf te hanteren, om zomaar zo duur te doen! Waarom
moet je als kapelaan dit zomaar in de schoot geworpen
worden? Ieder ander moet er jaren voor overwerken en
sparen, en heeft dan nog niet wat ik zomaar kreeg. Ik
ben alle Waarlanders heel erg dankbaar, om zo met hen
Kapelaan Zaal bekijkt de door hem opgestelde en ingerichte
kerststal in de St.-Wulframkerk, 1961.
Bij vergaderingen kwam hij pas rond half tien, alle
punten werden doorgenomen, ondertussen zaten we al
aan de chocolade te snoepen uit een van zijn dozen.
Na een geslaagde ouderavond een kleine taart aan
snijden voor twintig man, al was het een stukje van vijf
bij vijf, kon hij beter dan wij meiden.
Opruimen, afwassen, vieze klusjes, hij hielp overal,
hij zat er niet mee. Na een vergadering een leidster
naar huis brengen. Dan zei de kapelaan: ‘Ben je alleen?
Niets aan de hand, ik fiets wel mee. Wat denk je, zei hij
onderweg, zijn alle bomen weer boze mannen?
en tussen hen geleefd te hebben. Ik ben er erg gelukkig
geweest, omdat ze mij de kans gaven om goed te doen,
omdat ze zoveel vertrouwen gaven aan deze priester, en
mij hielpen om dienstbaar te kunnen zijn.
Aan deze woorden voegde hij nog een extra bedankje
toe voor zijn redacteur, meester J. Heij en de drukker,
omdat we samen de W4 al zolang gehandhaafd hebben.
De W4 verschijnt nog steeds.
Een blijvende band
Martha Smit was zestien en woonde aan de
Veluweweg 43, toen ze kapelaan Zaal voor
het eerst meemaakte bij de jeugdbeweging.
Samen met nog acht anderen werd ik jeugd
leidster van Jong Nederland, bij de jongens
van acht tot elf jaar, de Rakkers. Hij is altijd
een toeverlaat gebleven, ook voor andere
groepsleiders en -leidsters. Ieder jaar zijn wij, de eerste
groep leidsters uit zijn Waarlandse jaren, vijfenvijftig
jaar lang, met een gastdag bij elkaar gekomen, de
tweede groep intussen al vijftig jaar. Bij zijn afscheid
als geestelijk verzorger van het Rode Kruis in 1995- hij
ging toen met pensioen - heb ik een schets mogen voor
dragen waarin ik onze mooiste herinneringen bij elkaar
heb gezet. Onder meer de volgende:
Hoe het verder ging...
In Uitgeest was hij kapelaan van 24 augustus 1962
tot augustus 1968, een bijna even lange periode als in
Waarland. Ook daar was hij betrokken bij de oprichting
van een contactblad, zij het niet zo breed van inhoud
als de W4: PUC, het Parochie Uitgeest Contactblad,
dat in 1966 ontstond en nog altijd verschijnt, zij het
tegenwoordig digitaal. Vervolgens maakte hij tot 1977
deel uit van het team van drie kapelaans
die verbonden waren aan de basiliekkerk
Sint-Bavo in Haarlem, de kerk waarin hij
was gewijd. Daarna ging hij tot 1982 verder
als kapelaan in Beverwijk en Heemskerk.
Sindsdien was hij werkzaam als geestelijk
verzorger van het Rode-Kruisziekenhuis
in Beverwijk. Nog altijd is hij als pastor
beschikbaar voor kerkdiensten in de omge
ving, onder meer de parochies in Bloemen-
daal en Schalkwijk.
De parochianen van Sint-Wulfram, aldus het Noord-
hollands Dagblad, zagen hem echter node vertrekken.
Behalve de stichter der parochie, pastoor J. J. Vollering
zaliger, is geen enkele priester zolang in Waarland
werkzaam geweest. Voor de jeugd en het jeugdwerk
toonde hij veel daadwerkelijke belangstelling. Het was
zijn trots te weten dat zijn jeugdbeweging verhoudings
gewijze de grootste was van het gehele bisdom. Ook
de zieken, de sport, de zang, de E.H.B.O. genoten zijn
belangstelling. Kapelaan was er en stond altijd klaar.
Waren er moeilijkheden, altijd kon men een beroep op
hem doen en altijd wist hij een oplossing te vinden. Het
was een man die, op zijn Waarlands gezegd, ‘in alle
hamen paste’, wat o. a. ook blijkt uit de vele keren dat
hij de kerk op kunstzinnige wijze met bloemen wist te
versieren. Daar de parochie de laatste jaren geen koster
bezat, werd dit werk óók nog door de kapelaan verricht.