Een andere hobby was zijn tuin met prachtige bomen en
heesters. Deze tuin was tussen de bakkerij en de smederij
van Masteling. Elke zaterdagavond speelde hij een paar
potjes schaak met mijn vader Gert. Buurman Beemster-
boer was heel aardig en hij hield ook van een grapje.
Omdat ik daar zoveel kwam, schreef hij onder het versje
in mijn poesie-album: Je plaagvader.
En dan de sinterklaastijd. De kamer werd leeggemaakt.
Er werd een tafel gemaakt van schragen en planken en
daarop kwam een wit laken. Buurvrouw stalde daar
allerlei heerlijke spullen op uit zoals: speculaaspoppen
en -brokken, taaitaai, suikerbeestjes, chocoladeletters,
marsepein en borstplaatjes. De kinderen mochten uit
school komen kijken en s avonds kwamen de moeders
om wat te bestellen.
Op 6 oktober 1939 overleed mijn schoonvader Hij was
zelf op de fiets naar het ziekenhuis in Alkmaar gegaan
en binnen een week stierf hij op 50-jarige leeftijd. Ik was
niet bij de begrafenis. Dat ging in die tijd zo. Het was
heel verdrietig. Mijn aanstaande schoonmoeder bleef
achter met vier kinderen: twee zonen en twee dochters.
Piet was onder dienst en moest terugkomen. Er moest
een knecht komen om de bakkerij draaiende te houden.
Het werd Jan Smit uit Heerhugowaard. Jan had verke
ring met mijn zus Berdien. Het leek een goede oplossing,
maar de vader van Jan, ook bakker, overleed plotseling.
Jan vertrok bij Beemsterboer en nam de zaak van zijn
vader over. Inmiddels hadden Piet en Cor het bakkers
diploma gehaald, zodat beide broers de zaak konden
voortzetten. Maar er moest toch weer een knecht komen.
Het werd Jan de Wit.
Zwager Piet en Truus Vreeker trouwden op 6 mei 1942
en wij op 11 november 1942. Ik was nog maar 21jaar en
verhuisde dus naar Waarland. Cor en ik woonden achter
de zaak en mijn schoonmoeder voor. De winkel was er
al, maar die stelde lang niet zoveel voor als nu. Moeder
kocht het huisje tegenover de Posthoorn, nu Veluweweg 4,
en daar gingen Piet en Truus wonen. De jongens waren
in loondienst bij hun moeder. Ik hielp zoveel mogelijk
mee in de zaak: de bakkerij schrobben en schoonmaken.
Veel winkelervaring had ik niet. Zo kwam er eens een
klant voor een pakje roggebrood. Ik pakte een pakje rog
gebrood uit de etalage, maar die klant kwam het terug
brengen. Er zat hout in en geen roggebrood! We hebben
er smakelijk om gelachen.
We waren nog maar zes weken getrouwd, toen Cor van
wege de oorlog een korte tijd moest onderduiken. Intus
sen werden er kinderen geboren. Het was wel oorlog,
maar dat ging door Jaap was de eerste in 1944, daarna
Jopie, Nel, Jan en in 1948 Carolien. Het werd druk bij
de familie. Bij zwager Piet en schoonzus Truus kwamen
er ook vijf. We hadden het moeilijk in de oorlog. Klanten
moesten bonnen hebben om brood te kopen. Ook waren er
in die tijd evacués uit Den Helder zoals de familie Bekker,
een echtpaar zonder kinderen dat gedurende enige tijd
bij mijn schoonmoeder inwoonde.
Het overlijden van vader bracht veel verdriet in het gezin
Beemsterboer en in het dorp was de verslagenheid groot.
In de krant van 7 oktober 1939 staat o.a.: Er is afscheid
genomen van een gezien persoon. Ruim twintig jaar ge
leden stichtte hij een bakkerij in Waarland en door zijn
groote wilskracht, wist hij dit bedrijf tot grooten bloei te
brengen. Hij werd geprezen voor zijn betrokkenheid bij
het vereenigingsleven. Onze gedachten gaan vooral uit
naar zijn weduwe en het gezin.
Nel Beemsterboer-Bakker was toen 48 jaar en bleef
achter met vier kinderen, Piet van 21, Cor van 20, Annie
van 17 en Trien van 16 jaar. Er brak een zware tijd aan
voor het gezin, toen nog niet wetende dat ruim een half
jaar later de oorlog zou uitbreken.
De herinneringen
aan Cor
Mevrouw Carolien
Laan-Biersteker woont
op Havenstraat 57 in
Zijdewind. Op de zij
muur van haar stolp-
woning staat met witte
letters EET MEER
BROOD. Als men dit
leest, associeert men
deze tekst logischer
wijs met een voorma
lige bakkerij.
Mevr. Laan vertelt:
In 1938 kreeg ik ver
kering met Cor Beemsterboer. Ik was toen zeventien
jaar. Het begon bijzonder. Cor was organist en speelde
tijdens een begrafenis in Heerhugowaard, waar ik
woonde. Mijn moeder en een buurvrouw zeiden:
‘Wat kan die jongen mooi zingen en hij is bovendien
nog knap ook. De verkeringstijd was toen niet zoals
nu. Je kwam niet alle weken bij elkaar. De familie
Beemsterboer was een muzikaal gezin. Niet alleen
Cor, maar ook zijn broer Piet speelde orgel en
dirigeerde. Bovendien had mijn aanstaande schoon
vader de fanfare opgericht.
Cor Beemsterboer.
8
De Opel uit 1938 met kenteken G 65546 en opschrift:
'Bakkerij De Vlijt'. Piet Meester nam rijles.