6
De bouw van een woonhuis en bakkerij alhier, voor den
heer Jb. Beemsterboer Pz., is opgedragen aan de heeren
S. Jaspers en D. v.d. Gulik, resp. metselaar en timmer
man alhier. Wat opvalt is, dat pas een maand later, op
21 april 1917, B en W toestemming tot de bouw gaf
omdat aan de Hinderwet was voldaan.
Zes dagen na het burgerlijk huwelijk in Zuid-Scharwou-
de werd op 22 mei 1917 het kerkelijk huwelijk ingeze
gend tussen Jacobus Beemsterboer en Petronella Bakker.
Het was een bijzondere gebeurtenis in de St. Martinus-
kerk in ’t Veld. Gelijktijdig vond het huwelijk plaats tus
sen zijn broer Jan met Trien van Stralen en zijn zus
Anna met Piet Jaspers. Anderhalve maand later verhuis
den Jaap en Nel naar hun nieuwe bakkerij in Waarland
en op maandag 2 juli werd deze feestelijk geopend.
Een advertentie in Ons Blad van 28 juli 1917:
Het brood werd rondgebracht bij
klanten in Waarland, de Sloeierd en
de Speketer. In de beginjaren
gebruikte Jaap zijn transportfiets.
Uit: Ons Blad, voorloper van het Noord-Hollandsch Dagblad,
van 22 mei 1917.
Op bepaalde
plekken zette hij
deze tegen een
paal of hek en
liep dan met zijn
bakkersmand
verder naar een
klant, die afgele
gen woonde. Eén
van zijn eerste
knechts was zijn
broer Jan, die
tuinder was en
wel wat wilde
bijverdienen.
Ambachtelijk werk
De bakkerij nam het grootste deel van het pand in be
slag. Verder was er een huiskamer, een winkeltje, een
opslagruimte en een slaapkamertje. De heteluchtoven
was toentertijd modern. In het achterste deel stookte men
hout en briketten. Hierdoor werd het water in de pijpen
verwarmd. Deze pijpen liepen door naar het deel van de
oven waar het brood werd gebakken. Het stoken van de
oven en het bakken van het brood was een kwestie van
gevoel en ervaring. Het begon al met
het kneden van het deeg. Hoe lang?
Dat ging echt op het gevoel. Daarna
werd het deeg afgewogen en in blik
ken gedaan. Deze gingen in de onder-
oven om te rijzen. Na voldoende
gerezen te zijn, pakte de bakker de
schieter en deed de blikken in de
oven. Hij moest altijd in de gaten
houden hoe lang deze in de oven
moesten, want dat was afhankelijk
van de temperatuur van de oven.
Vakmanschap was wel vereist.
De bakkerij aan de Veluweweg. Vlnr: Agaath, Neel, Jaap, Jan met transportfiets.
Voor: moeder Nel, Cor en Piet.
Nel Bakker en Jaap Beemsterboer. Op de
broodkar staat Harenkarspel 43, het adres
van de bakkerij aan de Veluweweg.
Een vertrouwd
beeld van vroe
ger: aan weers
zijden van de
bakkerij lagen
stapels hout; ge
kapte bomen of
sloophout. Ieder
een die afvalhout had, bracht het bij Beemsterboer.
De briketten en de steenkool werden geleverd door
Jacob Stoop, de brandstoffenboer.
De regering had regels opgesteld waaraan het meel
moest voldoen. Het belangrijkste was dat het gemalen
was van Nederlands graan: tarwe of rogge. Beemster-
boer bakte toen hoofdzakelijk bruin- en witbrood en bij
feestdagen ook kadetjes en swissers. Een swisser is
witbrood, waarbij tijdens het kneden geen water maar
melk is gebruikt. De broden hadden een gewicht van
ongeveer 800 gram en soms van 1200 gram. Hij maakte
veel roggebrood en beschuit. De beschuiten werden
veelal ingepakt door buurkinderen. Ze kregen dan als
beloning een koek. Het grootste deel van het beschuit
werd afgenomen door bakkers uit de omgeving.
TERSTOND OEVRAAQD:
een Broodbakkersknecht, bij Jb. BEEM
STERBOER, Waarland, Harenkarspel.
Wegens huwelijk van den tegenwoordige
direct gevraagd een flinke Bakkersknecht,
bij A. BOON, Brood- en Banketbakkerij,
Zuid-Scharwoude.