30 Zomerkampen Het grootste succes waren de zomerkampen met legen darische kampvuren: bonte avonden met liedjes en stuk jes rondom het kampvuur en alle ouders erbij. De eerste jaren gingen ze tijdens de kermis kamperen, dinsdags heen en vrijdags weer terug. Maar de organisatoren van de kermis waren daar tegen en toen werd het kamp ver plaatst. De kampeerlocaties waren meestal bij zee en strand, zoals Callantsoog, Castricum of Aagtdorp. Van te voren kregen de jongens opdracht om zelf levensmid delen mee te nemen, zoals boter, meel en suiker. Want ja, het moest zo voordelig mogelijk. De vrachtauto van transportbedrijf Jan Dekker of van brandstoffenhandelaar Jaap Stoop, bracht ze heen en haalde ze weer op. De dagen werden gevuld met naar zee gaan, wandelen en speurtochten in de duinen. Voor het kampvuur moesten ze hout sprokkelen. Soms liep een koppel jongens daarbij tegen de boswachter op. Ze werden dan het bos uitge stuurd en waren al het hout kwijt. De kooksters zorgden voor de inwendige mens. Polio Voor de jeugd werd 1956 een onvergetelijk jaar maar niet in de goede zin van het woord. In het weekeinde van 31 juli-1 augustus was er nog een gildetoernooi Rakkertjes, een hele verandering voor Grarda en Riet. En in 1958 kregen froda Grard Stoop en venda Wil Dekker een nieuwe groep: vijfentwintig jongens hadden zich opgegeven. met Heerhugowaard Zuid en Kruis en ’t Veld, goed ge slaagd, hoewel het weer zondag niet zo best was, bleef de stemming onder jongens prima. Maar het plan om met de Rakkers 1956 van 31 juli tot 3 augustus 1956 naar Castricum te gaan, ging niet door. Oorzaak was de in die zomer heersende polio, ook wel kinderverlamming genoemd. Om die ziekte te voorkomen werden van ho gerhand goede rust en strenge hygiëne voorgeschreven. Na veel overleg viel het besluit om het kamp voor de Rakkers en voor de oudste Gildegroepen af te gelasten. Dit tot grote spijt van de kinderen en de leidsters want de voorbereidingen waren al getroffen. Alleen het kamp voor de jongste Gildegroepen op Texel ging door. Dat kamp was goed geslaagd, dankzij het goede weer en de goedgehumeurde jongens. Een nieuwigheidje in dat jaar was het vervoer. Tot nu toe kon dat zonder problemen met de plaatselijke vracht- autobezitter maar voortaan moest dat van tevoren bij de Verkeersinspectie aangevraagd worden. Gelukkig konden de zomerkampen in 1957 wel door gaan. Dat jaar gingen de Kerels naar het gemeenschaps- kamp en de Poorters verbleven in Aagtdorp, een heel mooi kamp. De Rakkers waren bij boer Poel, Bredeweg in Castricum. De leidsters hadden het er maar druk mee: kampgeld ophalen, programma ’s maken. Maar de jon gens genieten. De kooksters zijn dan ook onmisbaar. De conclusie was dan ook: kamp en kampvuur zijn goed geslaagd. Daarom volgde in 1958 een prolongatie. De Rakkers gingen van 5 - 8 augustus weer naar boer Poel, in Castricum. Met 70 jongens, 9 leidsters en 5 kooksters. Wel veel regen gehad. Er waren twee bussen nodig voor het vervoer van de ouders naar het kampvuur. Het Gilde ging met 45 man naar de fam. Calis, Witzand in Blari cum. Een prachtige omgeving. Ze waren op de fiets dus ze konden meteen de omgeving verkennen. Ze kwamen negen augustus voldaan thuis. De meeste indruk maakte het vertrek van Rens Dekker. Na een sinterklaasavondje zaten de leidsters nog wat na te kaarten en toen vertelde hoofdleidster Rens dat ze Trouwen Regelmatig stopten er leidsters bij de Rakkers. De eerste was Annie Pancras Ndr die op Tweede Paasdag 1954 in het klooster ging. Maar de belangrijkste reden om te stoppen was het huwelijk. Gelukkig meldden zich telkens weer opvolgers. Zo werd Annie Pancras opgevolgd door Grada, kortweg Grard genoemd, Stoop en kwam Jopie Danenberg er als nieuwe leidster bij. Bij het tweede kamp in Callantsoog in 1955 was Riet Dekker Dirkdr als kookster mee en wilde daarna wel leidster worden. Rens Dekker kreeg daardoor geen groep meer maar bleef wel hoofdleidster. Vroon Bruin ging weg en voor haar kwam op 1 mei 1956 Wil Dekker. Kort daarna vertrok Nel Groen na drie jaar trouw haar plicht als leidster te hebben vervuld. Haar opvolgster op 28 september 1956 was Tinie Stoop Bertusdr. De voorbereidingen voor het eerste zomerkamp begon nen op 16 maart 1954 toen de voorzitter de boeken Laaiend Vuur en Kampbivak bestelde. Over de datum bleek een verschil van mening want de Rakkers wilden met kermis op kamp en bivak. Het bakkeleien ging op 20 juli 1954 verder bij de invulling van het programma en waar de kampen gehouden zouden worden, bijvoor beeld in Egmond aan de Hoef of voor het Gilde het gemeenschapskamp in Vogelenzang. Maar het is wel lastig om alle hoofden in één zak te krijgen voor datum en plaats, verzuchtte notulist Arie Stoop. Het eerste zomerkamp in 1954 van de Rakkers was bij boer Vlaar in Bergen. Wekenlang was het onderwerp van gesprek bij de jongens en eindelijk was het zover. Elke Rakker kreeg een lijstje wat hij mee moest nemen in zijn tas, koffer of plunjezak. Als nieuwe leidster ging Annie Smit Cdr mee die de plaats had ingenomen van Jannie Groen die elders een betrekking had gekregen. Voor hun vertrek kwamen alle Rakkers in de kerk bij elkaar om aan O.L. Heer en Maria te vragen om dit kamp te zege nen. Het eerste kamp was een succes. Bij het tweede zomerkamp in 1955 ging het Gilde naar het gemeenschapskamp met ongeveer 13 jongens en voor de Rakkers was Camperduin gepland. Maar in het over zicht bij het eerste lustrum staat dat het tweede kamp bij boer Zwemmer in Callantsoog was. Deze kampen waren goed geslaagd te zien op de foto ’s.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2017 | | pagina 30