28 Jan Zuijdam werd gekozen tot zijn opvolger en als nieuwe secretaris trad hopman Arie Stoop aan. In februari 1954 namen ze afscheid van hopman Siem Plijter en wensten hem succes bij zijn nieuwe loopbaan in Krommenie waar hij gaat werken bij de linoleumfabriek. Na anderhalfjaar hier gewerkt te hebben, vertrok in januari 1956, kapelaan Olsthoorn naar Haarlemmerliede. Dat speet de leidsters zeer. Zijn opvolger was kapelaan Zaal en daar hadden ze weer veel steun van. Door acties wist hij veel geld bij elkaar te krijgen voor o.a. timmer gereedschap en alles wat er nog meer nodig was: want handenarbeid is erg belangrijk voor de jongens, ze leren dan hun vrije tijd nuttig te besteden en hun ideeën in werkelijkheid om te zetten. Verbonden met de kerk Er was een grote verbondenheid met de parochie. In maart 1954 kwam het Veertigurengebed aan de orde met als eerste het verdelen van het bidhalfuurtje en de aankondiging dat alle leiders, leidsters en schouten mee liepen in de processie bij de sluiting van het Veertiguren gebed. In oktober van dat jaar vierden ze het Feest van Christus Koning. Samen met de hele schooljeugd kwa men ze om drie uur in de kerk. De misdienaars, bruidjes en Gildeleiders vormden een ererij. Met de opdracht van één van de jongens aan Christus Koning en opge luisterd met liedjes, belooft het een aardige plechtigheid te worden. Op 16 september 1954 stelde de aalmoezenier aan de leiders en leidsters voor om één keer in de maand Jan Zutt Azn over de namen Poorters en Kerels: Poor ters waren de leden van het Jongensgilde die nog niet geïnstalleerd waren, ze stonden als het ware voor de poort. Na hun installatie werden ze Kerels genoemd. De kooksters zorgden voor het inwendige van de mens en waren onmisbaar. Vlnr: Riet Wit, Gré Jaspers, de knecht, Tinie Bruin, Gré Smit, boer Poel, Jopie Nolten. Foto rond 1957. Gezellig en leerzaam De leidsters wilden vanaf het begin goed beslagen ten ijs komen. Samen met ’t Veld volgden ze de introductie cursus in Bloemendaal en met de bus gingen ze alle maal naar de Kaderschouw. Daar bleef het niet bij. Ze volgden een handenarbeidcursus en in Bloemendaal een inleidingscursus, waarvoor verschillenden zich opgaven. Tussendoor gingen ze nog op les, bijvoorbeeld een week einde naar Vught. Dichter bij huis waren de St. Jans- bijeenkomsten. Naast de leiders en leidsters uit ’t Veld waren daar andere Jeugdbewegingen aanwezig, zo kon op 27 oktober 1954 voorzitter Jan Zuijdam, de afdeling Alkmaar welkom heten. Die regionale samenwerking verliep goed; ze kregen suggesties voor het wekelijkse programma en het orga niseren van feesten. Soms kwamen buitenstaanders over de vloer voor een extra impuls. Voorbeelden hiervoor: op dinsdag 1 juni 1954 kwam commissaris Hummelman van het NHK in ’t Veld en kwamen winterse bezigheden zoals boetseerwerk en houtsnijwerk aan de orde. En op 11 januari 1955 speelden ze om warm te worden eerst ’s avonds bij elkaar te komen voor opvoed kunde. Volgens de voorzitter kon dat het beste op de eerste vrijdag van de maand, na het Lof. Niet bekend is of dit voornemen uitge voerd is. Want niet alles lukte. Zo betreurde de aalmoezenier op 11 januari 1955 dat het hoogstaande feest van Driekoningen zo miniem werd gevierd. Hij wil dit weer bij de jeugd onder de aandacht brengen door Driekoningenwedstrijden. Op 24 mei 1955 gaf de aalmoezenier enig liturgisch onderricht en had hij een lijst van kerkelijke feestdagen samengesteld waarvan hij het raadzaam vond dat de jongens deze uit het hoofd leerden, althans gedeeltelijk. Dat weer wel. Soms was de bedoeling niet helemaal duide lijk; op 25 september 1955 was de pijltjesdag waarbij voor iedere H. Mis twee leidsters en twee leiders klaar staan met alle pijlen die zij op hun boog hebben. Jan Zutt Azn gaf de verklaring: dat was een manier om te collecteren, degene die deelnam kreeg een klein pijltje. Dat was van dun metaal en kon je op je kraag vouwen. Voor de ouders van Rakkers en Gilde sprak diocesaan aalmoezenier Paap op de ouderavond op 25 november 1955 over: wat leeft er in de opgroeiende jongens? Om de belangstelling op te voeren en om de ouders over de streep te trekken werden er gedrukte uitnodigingen, ondertekend door aalmoezenier en leiders, verstuurd. In diezelfde maand kwam het bericht dat het de bisschop had behaagd om pastoor S. Mol over te plaatsen naar een andere parochie. De installatie van pastoor N. Buurman was op vrijdagavond en de Jeugdbeweging was hierbij ruim vertegenwoordigd: onder leiding zullen zij in het middenpad staan en als de pastoor passeert, salueren zij. f

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2017 | | pagina 28