DE JEUGD
BEWEGING (V):
De Rakkers, deel 1
N. Slagter
24
Na het succes van het Jongensgilde kwam de roep om
ook wat voor de jongere jeugd te doen. Daarom ging
de leiding voor deze nieuwe tak van de Jeugdbeweging
op zoek naar leidsters. Die waren spoedig gevonden
en de Rakkers gingen van start. In dit eerste deel een
terugblik op de eerste jaren van dit zo succesvolle
initiatief met af toe een kijkje bij het Gilde, net als de
Rakkers, een onderdeel van Jong Nederland.
In 1953 werd de druk om met de Rakkers te beginnen
steeds groter. Het Jongensgilde, kortweg het Gilde,
zag die uitbreiding wel zitten vanwege het praktische
voordeel dat jongens, die bij de Rakkers geweest waren,
goed ingewerkt bij de Poorters kwamen. En er was
natuurlijk de vraag van de jongere jeugd zelf om iets
voor hen te organiseren. Op 5 juni 1953 kwam daarom
op een leidersvergadering het voorstel om de Jeugdbe
weging uit te breiden met de Rakkers. Voor de leiding
vroegen ze enkele dames en de respons was zeer goed.
Op 26 juni 1953 kon hoofdleider Piet Zutt de nieuwe
leidsters introduceren.
In 1958 vroegen de leidsters zich af of ze naar Ris in Alkmaar moesten gaan voor
een officiële foto. Waarschijnlijk is toen deze opname gemaakt.
Vlnr achter: Vroon Kok, Grarda Stoop, Corrie van Ophem, Afra Plijter, Riet Klaver.
Voor: Martha Smit, Wil Dekker, Rens Dekker, Riet Dekker, Tiny Stoop.
Vergadering op 26 juni 1953
Voor hopman Piet Zutt was het een belangrijke vergade
ring: lukte het om de Rakkers van de grond te krijgen?
Gelukkig was de opkomst van de leidsters in spé goed
en kon hij ze, na de opening met gebed, verwelkomen.
Hierna legde de aalmoezenier uit dat het de bedoeling
was om de Jeugdbeweging uit te breiden voor jongens
van acht tot twaalfjaar. Uiteraard was de geestelijke
zeer verheugd dat er direct dames bereid waren om deze
groepen onder hun hoede te nemen. Hij hoopte dat ze
allemaal goede leidsters zouden worden maar hij waar
schuwde ook voor tegenslag want de leiding hebben over
een groep jongens gaat niet altijd van een leien dakje.
In het notulenboek schreef secretaris Jan Zuijdam in een
PS de namen van de nieuwe leidsters: Riet Moras, Rens
Dekker, Jannie Groen, Nel Groen, Afra Plijter, Annie
Pancras, Vronie Bruin Dirkdr, Riet Klaver en Vroon Kok.
Voor de leidsters brak toen een drukke tijd aan want ze
wilden al in september met de groepen beginnen. Tot die
tijd konden ze zich wat inwerken bij het Jongensgilde en
een kijkje nemen bij de leidsters in ’t Veld. Hopman Zutt
zou in ’t Veld informeren wanneer dat mogelijk was en
wellicht konden ze een leidsterscursus volgen.
De voorbereidingen
In augustus 1953 werden de puntjes
op de i gezet. Een drukke tijd van
vergaderen brak aan want op vrijdag
4 september namen ze afscheid van
aalmoezenier pater De Lange. Die
was hier bijna drie jaar geweest
waarvan hij één jaar zijn beste
krachten aan de Jeugdbeweging
had besteed. Ondertussen had hop
man Piet Zutt van het hoofdbureau
uit Den Haag bericht gekregen
dat zo spoedig mogelijk een basis-
De vijftiger jaren
Het wonen in Waarland in die tijd was heel gezellig.
Iedereen kende elkaar en was er een probleem, dan hielp
je. De nieuwtjes kwamen via de bakker en de melkboer
binnen want die kwamen aan huis. In Waarland was in
die tijd wel het Gilde voor jongens boven de twaalf jaar
maar voor acht tot twaalf jaar was er niets.
Van de nieuwe leidsters werkten de meesten in de huis
houding. Dat had als voordeel dat ze flexibel met hun
tijd konden omgaan en daardoor altijd in staat waren om
ruimte voor de jeugd vrij te maken. Samen met meiden
uit ’t Veld gingen ze naar Bloemendaal. Daar was een
weekeinde voor instructie. Dat klonk heel moeilijk maar
viel erg mee. Ze leerden om voor
de club een middagprogramma op
te stellen. De cursus was minimaal,
veel moesten ze door ervaring leren.
Zo kregen ze niets te horen over wat
te doen bij conflicten en dat had toch
wel anders gekund.