Jan bij de Sint-Odulphuskerk.
19
beroep hij gekozen zou hebben als hij geen priester was.
Erg moeilijk, in ieder geval geen tuinder. Ik heb er geen
hekel aan, maar mijn hele leven, nee. Ik dacht meer aan
onderwijs of zo.
In Purmerend, maar ook al in Spaarndam, had hij veel
belangstelling voor het laten zingen van Nederlandse
teksten, vooral van Huub Oosterhuis. Hij preekte goed,
maar goed zingen kon hij ook, net als zijn vader en
zus Riet. Hij hield van Gregoriaans, maar niet in de
vieringen. Tegen het koor zei hij: Jullie staan er niet
voor jezelf maar voor de gemeenschap.
Kapelaan in Purmerend
Op de pastorie van de H. Nicolaas-parochie trof hij
deken-pastoor Cees Roest, kapelaan Gerard Lammer-
tink en Tiny Verduin, de hulp in de huishouding. Een
nieuw leven ving aan! De overgang was groot. Hij
vond veel meer huiselijk leven en gezelligheid op de
pastorie, daarbuiten trof hij een stad in opbouw. Er
werd ontzettend veel gebouwd en grote torenflats rezen
de grond uit. Sjaak Nootebos, die als jonge lector
Jan in Purmerend ontmoette en betrokken was bij
verschillende jongerengroepen en kerkelijke organisa
ties, leerde hem gaandeweg beter kennen. Doordat ik
regelmatig deelnam aan de zondagse kaartavondjes,
werd de relatie nog wat persoonlijker. In de pastorie
klaverjasten we soms met twee viertallen, onder wie
verschillende priesters. Onder het genot van wijn,
Franse kaas en voor de heren een goede sigaar. Als
invaller kon ik van deze vrolijke bijeenkomsten regel
matig meegenieten. In 1972 kreeg Jan de uitnodiging
om in juni/juli naar Ghana te komen, als gast
van een SMA-missionaris die in de parochie
familierelaties had. Er mocht iemand mee en
Jan vroeg mij. Het jaar erop nodigde hij me uit
om een reis naar Bretagne te
maken. Dat was het begin van een lange serie
vakantiereizen naar Frankrijk, Italië, Spanje
en Joegoslavië. Steeds met de Renault 5 van
Jan. Afwisselend in een tent (op een camping
of in het wild), of in een eenvoudig hotelletje,
of in een gehuurd appartementje. Later gingen
we samen met oude kennissen van Jan uit zijn
Spaarndammer tijd, Gerard en Carla van der
Reep, en hun twee jonge kinderen.
In december 1969 publiceerde de Nieuwe
Noordhollandsche Courant naar aanleiding van
zijn koperen priesterjubileum een gesprek met
hem onder de veelzeggende titel ’Godsdienst
midden in de maatschappij’. Daarin zegt hij
onder meer niet wakker te liggen van de terug
loop van het aantal kerkgangers. We leven in
een tijd waarin een bepaalde groep mensen
sneller wil en hierdoor ontstaat een reactie tegen
de kerk die niet snel genoeg meegaat. Voor andere,
dikwijls oudere mensen, gaat de kerk weer te vlug.
De vraag is natuurlijk of je zonder steun van de kerk
gang genoeg inspiratie kunt opbrengen om je gods
dienst te beleven. Anderzijds kun je je natuurlijk ook
afvragen of er in de godsdienst wel genoeg inspiratie
geboden wordt.
Binnen het kerkgebouw mag het wat afwisselender
worden van hem, maar niet te gek. Ik ben wel tegen
stander van bijvoorbeeld biechten met bal na. Op de
vraag of hij het eens is met alle vernieuwingen en of
het hem moeilijk valt dingen te verkondigen waar hij
het niet mee eens is, antwoordt hij: Bepaalde vernieu
wingen toets ik eerst en verkondig ze daarna vanuit
mijn eigen standpunt. Als ik ergens tegen zou zijn,
zou ik dat ook zeggen. Een heel andere vraag is, welk
Pastoor in Assendelft
Zijn 25-jarig priesterjubileum vierde Jan als pastoor
van de parochie H. Odulphus te Assendelft, waar hij per
1 september 1978 pastoor Van der Zalm was opgevolgd.
Graag had hij zijn bisschop, mgr. Zwartkruis, op dit feest
begroet. Deze schreef hem op tien juni 1982, dat hij tot
zijn grote spijt moest laten weten verhinderd te zijn: Je
bent, als ik goed ben ge-
informeerd, een gelukkig
pastoor in Assendelft en
daarom zal het feest onge
twijfeld van grootse allure
zijn. Ik wens je van harte
geluk en hoop dat je temid
den van vrienden, familie
en parochianen een grote
bemoediging zult ondervin
den om voort te gaan op de
weg die je als priester in de
Haarlemse Kerkgemeen
schap gaat. Het biedt mij
tevens de gelegenheid je te
danken voor de grote trouw
en toewijding waarmee je
je werk als pastor doet, ik
weet dat de tijden sinds
jouw priesterwijding totaal
veranderd zijn maar dat
jij in deze niet ongelukkig
bent. Drie dagen eerder had hij een brief ontvangen van
een andere bisschop, mgr. A.J. Simonis van het bisdom
Rotterdam. Een voorgedrukte brief, waarin alleen hun
beider namen met de hand waren geschreven. Langs
deze algemene weg wil ik je van harte gelukwensen met
ons 25-jarig priester zijn. Er is in die 25 jaar ontzettend
veel veranderd, veel meer dan iemand van ons bij onze
wijding ook maar had kunnen denken. Wij zullen het
er dan ook over eens zijn dat wij niet 25 jaar menselijke
verdiensten vieren, maar de goedheid van Gods genade.
Als bisschop ben ik gewend de 25-jarige priesters
een avond uit te nodigen voor een glas wijn. Ik heb daar
met verschillende klasgenoten over gesproken, en sommi
gen raadden zulk een uitnodiging af, omdat wij als klas
genoten te ver uiteengegroeid zijn. Zelf zou ik toch graag
iets organiseren en mijn directe omgeving bevestigt mij
daarin de uitnodiging toch te doen uitgaan.