EEN VONDST AAN DE VELUWEWEG Piet Kleverlaan Waarland, 17 december 2016 5 In het najaar van 1951 was de Heidemaatschappij nog volop bezig met de verkaveling. Het blok ten oosten van de Veluweweg ging op de schop. Arbeiders in de werkverschaffing moesten geulen van 1.25 m. diep graven. Ook Jo Bakker Czn. deed dit werk. Op de bodem van een geul kwam een laag turfmolm en daar op de drainage- potjes. Ongeveer 30 meter van de wo ning van familie Piet Smit, nu Veluweweg 43, stuitte Jo Bakker op iets hards. Hij pakte het op en nam het mee naar huis. Daar spoelde hij de prut eraf en merkte dat het een bijzonder potje van aardewerk was. Het was bijna 8 cm. hoog. Onderzoek in Amersfoort Zijn verloofde Nel Tesselaar zei: Ik bewaar het wel en als we getrouwd zijn, zet ik het op het aanrecht en doe ik de afgebrande lucifers erin. Ze trouwden en gingen wonen aan de Veluweweg 20 en daarna op Vollering- weg 18. Het potje ging mee. Ruim 65 jaar geleden is op een akker aan de Veluweweg een opmerkelijke vondst gedaan. Tijdens de verkavelingswerkzaamheden kwam een potje tevoorschijn. Na onderzoek door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodem onderzoek bleek het te gaan om Andenne- aardewerk uit de twaalfde eeuw. Midden jaren zestig hoorde Jo Bakker dat Jaap Westra uit Warmenhuizen amateur-geoloog was en deze hem mis schien kon zeggen hoe oud het potje was. Westra bood vijf gulden voor het kleinood, maar daar ging Jo niet op in. Ze besloten het potje op te sturen naar de R.O.B. in Amersfoort en daar konden ze misschien ver tellen in welke tijd het aardewerk gemaakt was. Het duurde een tijdje voordat er antwoord kwam: Het potje is voorzien van vroeg glazuur en dateert uit de twaalfde eeuw. De herkomst Dr. J. K. de Cock schreef in 1965 over een oorkonde uit 1250 van abt Lubbert II van het klooster in Egmond. In deze oorkonde staan verschillende plaatsnamen, waar onder Geddenmore (more veen), het gebied tussen de Withmere (Schagerwaard) en Bergeswerck (Noordschar- wouder polder). Volgens De Cock dus was de voormalige Waarlandspolder een deel van Geddenmore en werd er turf gegraven en zout gewonnen. Is het eeuwenoude potje afkomstig van bewoners van Geddenmore of mogelijk aangespoeld? Het laatste ligt het meest voor de hand, want in de loop van de eeuwen is de Waarlandspolder zeker niet gespaard gebleven van dijkdoorbraken en overstromingen. Ook zijn op die plek in Waarland geen andere voorwerpen of scherven uit die periode aangetrof fen. Het blijft een geheim dat de historie nog niet heeft prijs gegeven. Naar een museum In het Noordhollands Dagblad van 3 maart 1967 is een artikel gewijd aan de vondst van Jo Bakker. Jo wilde het potje een bestemming geven. Gaat het naar Joop Zutt en Arnold Lantman die al enkele jaren bezig zijn met de his torie van Waarland? Of komt het in naar het toekomstige museum Vreeburg in Schagen? Het ging naar geen van beiden. Het aardewerk potje werd geschonken aan het Westfries museum in Hoorn. In een brief van 3 november 1977 schreef de directeur: Het mini Andenne potje is in ons museum de enige vertegenwoordiger van een belang rijk type middeleeuws aardewerk. Enkele jaren geleden heeft de provincie Noord-Holland besloten om in Castricum een archeologisch depot en museum in te richten. In januari 2015 werd het huis van Hilde geopend met hierin een enorme verzameling van archeologische voorwerpen. Hier wordt ook de vondst van Jo Bakker uit 1951 bewaard. Met dank aan: - mevr. N. Bakker-Tesselaar. - John van Lunsen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2017 | | pagina 5