!a
WlÊÏ
15
De tweede bijdrage heet Een dag in Westwoud. Op zo’n
dag wekt de surveillant ons met het akelige geluid van een
oude altaarschel, om ons daarna te boenen bij de wastob
ben. Daarna volgen de H. Mis, een half uur studie, het ont
bijt, bestaande uit twee borden pap en wat brood, en even
een luchtje scheppen op de modderige weg. Dit is dan ook
de reden dat de surveillant met opgetrokken toog loopt. Na
de middagmaaltijd wordt door sommigen gewandeld, door
anderen gesport of naar zo’n wedstrijd gekeken. Het heeft
pas geregend en als de een uitglijdt, gaat de ander met de
bal er vandoor. Zo is er aan dit soort wedstrijden niet
veel aan. Na verdere lessen en studie-uren is het rond zes
uur schoenpoetserstijd. De avondmaaltijd bestaat uit een
bord puree. In de recreatiezaal klinkt daarna het geluid
van figuurzagen, een druk beoefende hobby.
De derde Westwoud-kroniek beschrijft gebeurtenissen
tijdens de eerste weken. Op 10 september zijn ‘s mor
gens de boeken uitgedeeld en is ‘s middags de eerste les
latijn gegeven door meneer Nederstigt, die dat een hele
eer vond. Een vrije middag op 13 september wegens
bezoek door de Regent wordt met vreugde begroet. Een
hele vrije dag ter gelegenheid van het veertigurengebed
in de kerk is een feest! De middag wordt besteed aan
een wandeling naar Lutjebroek, drie kwartier lopen.
Het standbeeld van de zouaaf Pieter Jong bekeken. Bij
thuiskomst bleken verschillende jongens pijnlijke voeten
te hebben en dan voor zo’n klein eindje! Op 29 september
werd een bezoek gebracht aan onze medebroeders in
Venhuizen. Leuke dag gehad, lekker gegeten en goed
gespeeld. Handbal verloren. Voor de tegenpartij: 4-2.
’s Avonds na terugkomst staat een mand met penen klaar.
Of die smaken. De volgende dag blijken verschillende
jongens ziek, wegens te veel aan penen.
Een straf regiem met melk en honing
Jaap Jonker, klasgenoot in Westwoud en priester gewijd
in 1955, herinnert zich dat twee leraren alle lessen ver
zorgden: Jaap Slijkerman, die op de pastorie logeerde en
de jongere Henk Nederstigt, die als surveillant een eigen
Ook van Piet Hoogenboom, vanaf 1945 klasgenoot van Jan
en laatstelijk pastoor in De Weere, zijn de herinneringen
nog scherp. Hij las nog weer eens de Dagorde die gold in
Westwoud en ook in Heemstede, een straf regiem. Om 06.40
u.: Opstaan, Morgengebed en Heilige Mis.Van 20.10 u. tot
21.30 u. Recreatie, Avondgebed en Licht uit. Hij merkte
hierbij op: Op de dagorde staat bij 16.00 u tot 16.10: Potus.
Dat betekent: drinken, drank. Je kon dan staande een paar
boterhammen eten zonder boter en zonder beleg. Volgens
een van onze leraren had de thee de kwaliteit van uilenpis.
De aanhef van een brief van Regent Henning aan docent
Jaap Slijkerman in Westwoud, gedateerd op 25 maart
1943, is bemoedigend: Amice Jaap, Zojuist je brief ont
vangen uit het land van melk en honing. Dank voor je
verslag: het is een opluchting, dat er ook nog zulk een
stuk van Hageveld bestaat! Maar hij betreurt het dat er
zo weinig leraren te vinden zijn voor deze locatie, di
verse gegadigden blijken al langere tijd ziek. Over de
eerder genoemde extra leerkracht voor Frans uit Venhui
zen, zegt hij: Misschien, dat Jan Deroy ook met Frans en
‘Hageveld op klompen’, naast Sint-Martinuskerk in
Westwoud, 1943. Album Jan Zutt.
kamer had op de slaapzaal. Voor de
lessen Frans kwam Jan Deroy vanuit
Venhuizen. Elke morgen gingen we in
de parochiekerk naar de Mis, ‘s zon
dags ook naar de Vespers. Voor recre
atie gingen we tijdens het speelkwartier
wandelen in de Dorpsstraat, we moch
ten niet verder dan het Postkantoor aan
de ene kant en het kruidenierswinkeltje
van Koomen aan de andere kant. Op
vrije dagen gingen we wandelen, o.a.
naar Wervershoof: heen lopen over
Tolweg en Zijdwerk, uitrusten in de
kerk, en weer terug. Ook zijn we een
keer lopend naar het Missiehuis van
Mill Hill in Hoorn gegaan - toen tegen
die studenten voetballen - en weer
terug!
School en kerk. Tekening van noodlocatie Westwoud door klasgenoot G.Helmer
Van alle fronten, Archief Hageveld.