JE BENT
WAARLANDER
OF NIET
Alex van Schagen
Alex en Jack van Schagen.
25
Geboren in 1970 aan de Kerkstraat 38 en in 1989
verhuisd naar Amsterdam. Maar ondanks mijn
liefde voor de grote stad blijf ik, tot op de dag van
vandaag, Waarlander. Het moment dat ik over de
Hogebrug het dorp inrijd, voelt altijd weer als thuis
komen. Langs de school en dan naar mijn moeder.
Haar huis staat op de plek waar vroeger een kool-
boet stond. Die boet was eerst van mijn opa en later
van mijn vader. Aan moeder Truus vraag ik altijd
eerst: Is er nog nieuws in het Waarland? Vervolgens
pak ik de W4 om de andere nieuwtjes te lezen. Nog
altijd check ik elke zondagavond wat Con Zelo heeft
gedaan.
verjaardag op de zondag van kermis, en dan was het
huis vol ooms en tantes. Je kunt je misschien wel voor
stellen met hoeveel kermiscentjes kleine Alex richting
de Veluweweg ging. Kleine jongetjes worden groot en
dan ben je zelf opeens zo’n stoere jongen bij de schiet
tent. Jarenlang heb ik geen kermis overgeslagen, zelfs
toen ik niet meer in Waarland woonde.
Voor de kortebaanwedstijden werd de Weelweg
afgesloten. Stoere mannen op een sulky. Op de weg
lag een laag zand en met touwen langs het parcours
hield men het publiek op afstand. De pikeurs reden
twee aan twee tegen elkaar en uiteindelijk won het
snelste paard. De winnaar kreeg een flinke geldprijs.
Met de wedstrijd hield ik me niet zo bezig. Wel
met het verzamelen van lege flesjes. Daar kreeg ik
statiegeld voor en dan kon ik weer een rondje in de
zweef. Eén zinnetje zit sindsdien in m’n hoofd en dat
luidt: Klaarmaken. Op uw plaatsen. Eén, twee, drie af.
Moet je nog te kermis?
Ome Jaap Danenberg vroeg het bijna altijd als ik weer
in Waarland was: Moet je nog te kermis, Alex? Hij
wist, dat ik wel van een feestje houd en zeker van de
kermis in mijn geboortedorp. Ondanks dat ik al ruim
25 jaar in Amsterdam woon, probeer ik altijd één of
twee dagen kermis in te plannen. Het lukt me lang
niet altijd, belangrijke dingen zoals gezin, werk of
Allerlei activiteiten
Toen ik een klein mannetje was, werd er van alles
georganiseerd. Ik herinner me de viswedstrijden van
De Goede Vangst op zondagmorgen. En ook dat er
een trimloop, een beddenrace en op maandagavond
vaak een motorcross-wedstrijd was. Verder heb ik
als voetballertje van Con Zelo verschillende keren
meegedaan aan het pupillenkermistoernooi.
Wil Blaauw op jonge leeftijd al op de sulky. Hij won vele
prijzen zowel op de korte- als op de langebaan.
n wat is Waarland zonder kermis? Dat is me met
de paplepel ingegoten. Als jochie aan de hand van
moeders een rondje over de kermis. Me vergapend aan
de schommeleschuitjes die ontzettend hoog gingen.
Touwtje trekken, botsen en vooral zweven. Met zo’n
dikke zuurstok van kaneel of een megagrote roze sui
kerspin weer naar huis. Snel eten en 's avonds naar de
stoere jongens kijken bij de schiettent, stiekem proberen
ook op de foto te staan als ze mikten op het knopje van
de polaroid-camera. Moeder Truus vierde meestal haar
,y