Truus Valk, Cor Dekker, Nic Jonker, Riet Dekker. Siska Bruin, Harrie Bekker, Gerie Broersen. Joke Schouten en Rita Bekker 17 Hoe het vanaf 1978 is gegaan met De Posthoorn kunt u lezen in Na 111 jaar ging De Posthoorn dicht. Om vier uur stopte de muziek. Men ging dan met een hele groep bij iemand te eten. Het personeel en de muzikanten bleven in De Posthoon. Ze kregen een warme maal tijd, klaargemaakt door Fien. Om acht uur ging de zaal weer open en dan kwam er ook een groot aantal ouderen te dansen. Wat ik me ook herinner, is Bertus Groot, die met zijn kar op de kermis stond en patat verkocht. Er was geen afzuiger in zijn kar. Op een keer was de olie zó heet dat zijn bril smolt en in de patatpan terecht kwam. Arme Bertus Ook was er een kermisfotograaf. Op woens dag hingen de foto’s bij bakker Lou Groen en later bij Bertus Groot. Het was altijd weer een verrassing hoe je erop stond. Van hulp tot eigenares Tot mijn trouwen in 1969 was ik een vaste kracht bij Cees en Truus Valk. Daarna viel ik in als het nodig was. Zestien jaar later kochten mijn man en ik De Posthoorn van Dick van der Gulik. Vanaf toen maakte ik de ker misdagen weer van dichtbij mee. Al was er in al die ja ren wel veel veranderd. De lippen nog rood Jopie Jongkind-Dekker, Cor Klaver en ik stonden in het voorcafé in een buffetje. We schonken sterke drank, zoals citroenbran- dewijn, jonge jenever, bessen- en citroen- jenever en vieux. Naast glazen pils, donker en stout tapten we ook vaak Amerikaan- tjes; dit was pils met limonade. Vrouwen dronken vaak bessen. Als bij hen aan het eind van de avond de lippen en tong nog rood zagen, hoefde je niet te vragen wat ze gedronken hadden. Midden in het café was een kelder en als er een nieuw vat werd aangeslagen, moest iedereen opzij want het luik moest open. Eén van het personeel bleef ervoor staan. Als dit niet werd gedaan, kon er iemand in vallen. Of een leukerd deed het luik dicht, zodat iemand van het personeel daar in het donker zat. Hoogstens gingen er toen vier of vijf vaten bier per avond door. Dinsdagavond kwamen veel jongelui uit omliggende dorpen, zoals Zijdewind, Tuitjenhorn en Warmenhuizen. Uit traditie gingen de Waarlanders ook naar kermissen in de buurt. Wat te denken van Zijdewind: als je daar op de kermis kwam, dacht je dat het Waarlander kermis was. Velen kwamen op de fiets, want in die tijd reden er geen taxi’s voor kermisgangers. De fietsenstalling was bij Piet Meester, die aan de overkant woonde. En als ik nu in de Schager Courant een advertentie van een vijftig jarig huwelijk lees, zou het best kunnen zijn dat man en vrouw elkaar op een kermis hebben ontmoet. 1 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2016 | | pagina 17