DE BRAND(WEER) IN WAARLAND (II) Adriaan Klaver Versje uit 1898. Brand bij de familie Tromp in 1985. Foto: John Oud. 20 In het tweede deel wordt een aantal branden vanaf 1960 uit de omgeving Waarland beschreven. Eveneens wordt ingegaan op de ontwikkelingen bij de brandweer gedurende die periode. Verder is een persoonlijk verhaal te lezen van mevrouw Tiny Bangma-Ros over haar beleving van een boerderijbrand in de Slootgaard. Dode pinken Op donderdagmorgen 9 april 1959 omstreeks tien voor vijf ging het brandalarm af in Dirkshorn. Er was brand bij de familie Klaas Sneek aan de Slootgaardweg 20 in Waarland. Met acht man werd er uitgerukt, vier man was afwezig. Bij aankomst van de brandweer stond het boer derijtje al in lichterlaaie. Het gezin met hun zeven, nog jeugdige kinderen, kon in veiligheid worden gebracht. Er werden drie slangen uitgelegd en er was voldoende water beschikbaar. Bij het uitleggen van het materiaal was het gevaarlijk werken door het ver uit elkaar spatten van de asbestplaten. Tijdens het spuiten kwam de poes nog uit het brandende gebouw en had weinig kans om te overleven. Het boerderijtje ging geheel verloren en er restte de brandweer niets anders dan het nablussen en het omverhalen van de muurrestanten. Van de veestapel, bestaande uit achttien pinken vonden er tien de dood in de vlammen. Er is totaal niets gered. De oorzaak van deze brand was een ongeluk met een butagasfles van de kookinstallatie, gebruikt voor het vee. Pas om acht uur ’s avonds konden de brandweerlieden naar huis. door een ongelukkige samenloop van omstandigheden veroorzaakt werden. Uit het historisch overzicht van de gemeente Harenkarspel is uit 50 jaar alarmeringen tot 2015 vastgesteld dat ongeveer een kwart uit het gebied in en rondom Waarland komt. Het is ondoenlijk om op alle branden in te gaan en in dit artikel is daarom een keuze gemaakt. De meeste waren gebouwd zonder echte brandmuren. Het gebruik van brandbare bouwmaterialen en het ontbreken van voor zorgsmaatregelen waren een belangrijk brandrisico. Een ander brandgevaar werd veroorzaakt door hooibroei. Het hooi lag opgeslagen in het vierkant van de boerderij of in een hooiklamp op het erf. Vlak na de Er was ergens brand De brandspuit moest komen. Die roep werd alom Van ieder vernomen. Toen alles aan kant was, En ’t boeltje verbrand was, Toen eerst kwam de spuit. Vlak dat ook niet uit oor de jaren heen deden zich, in en rondom Waarland, diverse branden en ongevallen voor. Soms heel ernstige incidenten waarbij personen ver wondingen opliepen of ook slachtoffers vielen. Verlie zen met onvervangbare waarde van dierbare personen of bezittingen die een leven lang herinnerd worden of gemist blijven. Vaak waren het gebeurtenissen welke Brandoorzaken Uit het overzicht blijkt dat de branden vroeger het meest voortkwamen uit problemen met de schoorsteen, petroleumlamp, blikseminslag, kortsluiting maar ook onachtzaamheid of vandalisme. Zoals op 23 april 1885 de boerenplaats van Groothuizen die ten gevolge van problemen met de kachel geheel afbrandde (zie deel I). Later kwamen de branden van elektrische installaties of apparatuur zoals wasmachines, drogers, televisies en kabelhaspels veel voor. Vanaf 1980 groeide het aantal hulpverleningen bij ver keersongevallen spectaculair, maar ook de ongevallen met gevaarlijke stoffen, dieren in nood en storm en waterschade. Vroeger kwamen de grootste branden voor op de boerderijen. Deze stonden in Waarland en de Slootgaard voornamelijk langs de ringvaart en waren gebouwd voor werken en wonen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2016 | | pagina 20