In het midden Antoon.
Het sanatorium Berg en Bosch.
10
Ik werd ziek
Na twintig maanden, op 24 juli 1957, kwam ik uit
militaire dienst. Tot eind augustus werkte ik bij mijn
vader op het land. Per 2 september van dat jaar werd
ik aangenomen bij JPB (Handelsonderneming Jan
Beemsterboer) en ging iedere dag op de fiets van
Waarland naar Warmenhuizen. Totdat broer Jan een
solexje kocht, die ik mocht gebruiken. Op een gegeven
moment kon ik de solex niet meer aankrijgen, ik had
geen kracht meer. Op 28 november 1957 ben ik ziek
geworden. Dokter Achterberg uit Dirkshorn kwam.
Die dacht dat ik last had van mijn blindedarm want ik
voelde pijn in de buik. Ik moest naar het St. Elisabeth
Ziekenhuis in Alkmaar. Het was in de tijd dat de nonnen
de patiënten verpleegden. Ik werd klaargemaakt voor de
operatie: van onder kaal geschoren en de witte sokken
aan. Er waren ook anderen die geopereerd moesten
worden, maar ik werd overgeslagen. In de namiddag
kwam chirurg De Jong langs voor inspectie en ik vroeg
aan hem: Heeft u een hekel aan mij omdat u mij niet
geholpen heeft? Hij zei letterlijk: Krijg de pleuris maar.
Tussen twee haakjes, jij hebt het. De anesthesist had
de avond voor de operatie iets ontdekt. Maar had niets
tegen mij gezegd. De operatie was te gevaarlijk.
Ik lag een boek te lezen en tegen de avondzuster zei
ik: In het boek staat pleuritis maar wat is dit eigenlijk.
Ze begon uitgebreid te vertellen dat je droge en natte
pleuritis had. Ik vroeg haar: Hoe lang kan dit duren?
Een hele tijd, vertelde ze mij. De volgende dag was
ze boos op me omdat ik haar had uitgelokt tot de
uiteenzetting van de ziekte pleuritis. Na ongeveer zes
In Berg en Bosch
M’n eerste dag. Ik kwam te liggen op een kamer van zes
personen. Eén van de patiënten zei: Het bed, dat jij nu
krijgt daarin is afgelopen week iemand doodgegaan. De
eerste weken van mijn verblijf vonden de anderen mij
niet zo gezellig, want ik zat alsmaar een boek te lezen.
Het gebeurde ook wel dat het boek dat ik las graag door
een zuster gelezen wilde worden. Ik stopte het boek dan
onder mijn hoofdkussen en een week later vond ik het
terug met een briefje: Antoon bedankt.
Ik wist al gauw een abonnement voor half geld op de
Volkskrant te krijgen. Eveneens stuurde ik een bedel
brief voor een televisie naar Philips in Eindhoven. Dit
bedrijf reageerde afwijzend. Daarna schreef ik naar
Blaupunkt en deze firma leverde wél een tv.
Verder schreef ik veel brieven. Onder andere aan Tinie
en Nellie Beemsterboer, dochters van mijn baas. Zij
zaten op een internaat bij zusters in Culemborg. Ook
correspondeerde ik met Koos Laan, die ik kende van
mijn verblijf in het ziekenhuis in Alkmaar. Hij woonde
toen aan de Westerterpweg in de Wieringermeer.
Dezelfde weg waaraan verpleegster Tiny Bos woonde.
Hij eindigde zijn brieven altijd met: Je moet de groeten
hebben van m’n buurmeisje Tiny. Later heb ik dit
begrepen dat hij dit verzon
Iedere dag moest ik wel tien medicijnen slikken.
Na enige weken zou een chinese arts, volgens mij
een beginneling, vocht bij mijn longen weghalen.
In mijn rug werd een dikke naald zonder verdoving
of bevriezing ingebracht. Er kwam niets uit.
maanden ziekenhuis werd ik overgebracht naar het
sanatorium Berg en Bosch in Bilthoven. Zuster Anneke
Broekhof begeleidde mij van Alkmaar naar Bilthoven.
De dag dat ik werd vervoerd, kwam internist De Lange
nog langs om te vertellen dat ik dubbelzijdige pleuritis
had. Want als ik dit in het sanatorium zou horen, dan
had ik kunnen denken dat ze het in Alkmaar niet hadden
ontdekt. Mijn verblijf in Bilthoven zou ongeveer twaalf
maanden duren. En wel tot 18 mei 1959.
Onder de wapenen
Op 24 november 1955 moest ik opkomen voor militaire
dienst in Maastricht. Na twee maanden werd ik over
geplaatst naar Kampen en vervolgens naar Vught. In
die kazerne zat ik op kantoor en ik had veel vrije tijd.
Ik besloot daarom de avond HBS-A te volgen in Den
Bosch. Ook mijn vriend, Peter Daas, wilde dat doen. Het
liep echter anders,
want hij mocht niet
in de examenklas
beginnen en ik wel.
Dus ging ik iedere
avond in mijn eentje
op de fiets van Vught
naar Den Bosch en
ook weer terug. Ik
heb dat meer dan
een half jaar gedaan.
Deze studie was voor
mij in die tijd toch
te hoog gegrepen.
Jammer genoeg heb
ik het staatsexamen
in Den Haag niet
kunnen halen.