L OP i -v UJL, 33 Zo rond 1951 werd deze opname gemaakt. Boven vlnr: Herman Bruin, Jan Zuijdam, Herman Jaspers midden: Piet Pancras, Piet Dekker, Wim Groen onder: Wim Dekker, André Groen en Kees Bruin. Deze is eerder geplaatst in nummer 42. nieuwe leider Arie Stoop, aanwezig was, kreeg de vergadering een feestelijk tintje met koek en sigaartje. Voor kapelaan De Lange kwam het afscheid van Waarland op 22 augustus 1953. Bij de leiders veranderde ook het een en ander. In december 1950 kon hopman Piet Noordstrand de nieuwe leiders Siem Plijter en Aris Groen verwelkomen. Met Jan Zuijdam waren ze naar de cursus geweest en alle drie in ’s-Gravenhage geslaagd voor het leidersdiploma. Siem Plijter, terugkijkend: de opleiding tot vaandrig was in het weekeinde. Uit alles blijkt dat door de goede voorbe reiding het Jongensgilde goed in de stei gers stond. Ze hielden daarom vanaf 1951 om de maand hun leidersbijeenkomst. Punten van bespreking in 1951 waren: meer werk naar de leden schuiven (laat ze zelfzorgen voor eten en brandhout) en wat meer orde en discipline. Ook de be leefdheid kon beter: voortaan hopman en vaandrig en niet meer Jan, Piet of Klaas. En ook met twee woorden spreken. Op 15 mei 1951 maakte Piet Zutt zijn laatste verslag. In augustus nam Siem Plijter zijn taak over. Maar een jaar later ging Siem in de Noordoostpolder werken en was de beurt aan Jan Zuijdam. Eind 1952 was er weer een leiderscursus op Vijverduin, Twee leiders die nog geen cursus gevolgd hadden, gingen er heen want het is immers mooi kort bij. Voor de Kaderschouw op 9 en 10 mei 1953 in Drakenburg gaven acht personen zich op. Eisenkaart Tijdens de wekelijkse clubbijeenkomsten konden de jongens voor alles en nog wat punten verdienen, die op een lijst Uniform In het beginjaar hadden de jongens nog geen uniform. Daar was geen geld voor want in juni 1950 kostte het gildeuniform f32,75 en dat voor de leiders f42,45. Hiervoor begonnen ze toen te sparen. De spaarkaarten en zegels kregen ze van de Centrale Volksbank, dus die hoefden ze niet te kopen. Een jaar later hadden alle leiders een volmacht gekregen voor hun functie en werd het tijd voor de installatie waarbij een uniform hoorde. Maar er was nog steeds niet genoeg geld. De oplossing was om zelf aan de slag te gaan en op 27 maart 1953 kon de stof voor 50 shirtjes besteld worden, hoewel een monster van de stof er nog niet was. In april 1953 kwam het materiaal voor de shirts aan. Zes dames werden gevraagd om die in elkaar te naaien. Zo was alles op tijd klaar voor de opening van het zomerprogramma en kon de installatie met de nieuwe shirts plaatsvinden. Die gebeurtenis was op vrijdag 29 mei door commissaris Kolb. Na de meimaand- viering zal de installatie in het Jeugdhuis plaatsvinden. Vaandrig Zuijdam zal hiervoor 43 insignes bestellen. Hoe zag het uniform eruit? Van de ver kenners was dat bekend. Siem Plijter: daar droegen de leiders een pofbroek, een zogenaamde drollenvanger, en een hoed. De jongens zelf droegen een baret. Maar hoe zat dat bij het Jongensgilde? Jan Wever biedt uitkomst: de kleding bijgehouden werd. Op 8 november 1951 staat over deze puntenlijst: sommige lei ders doen dit heel secuur en houden het goed bij, anderen veel te makkelijk. Rond deze tijd kwam ook de vraag naar voren of ze wel of niet een eisenkaart moesten invoeren. Het stond niet in het basispro gramma van het Gilde. Maar bekend was dat ’t Veld het wel deed. De aalmoezenier bracht voorlopig uitkomst door te zeggen: dat we ons echt niet precies aan alle regels van het gilde hoeven te houden. Er kwam een eisenkaart. Op 24 oktober 1951 bleek dat 100 stuks bij Plukker in Schagen f 9, - kostten. De leiders en de aalmoezenier maakten de eisen voor de kaart. Op 28 februari 1952 viel het besluit tot invoering en in september 1952 kon den de leiders ermee aan de slag en wie deze afgetekend heeft kan geïnstalleerd worden, hopelijk met een gildeshirt en das. -f u? KL

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2016 | | pagina 33