DE JEUGDBEWEGING (IV) het Jongensgilde, deel 2 N. Slagter 30 In deze aflevering het vervolg van de wederwaardigheden van het Jongensgilde. De nieuwe vorm van jeugdbeweging sloeg goed aan. De jeugd vermaakte zich op de bijeenkomsten en spande zich in voor allerlei acties. Het succes vertaalde zich in de oprichting van nog meer vendels. Daarnaast was het een voedingsbodem voor nieuwe initiatieven in het verenigingsleven. De opening van het Jeugdhuis was in 1951. Veel verenigingen, en zeker de Jeugdbeweging, vonden hier een prima onderkomen. Tot aan de sloop werd er volop van het gebouw gebruik gemaakt. Altijd wat te doen Iedere week kwamen de vendels bij elkaar en konden de oudere jongens hun hart ophalen met allerlei activiteiten. En er was een Indianendag op 17 juni 1951, waar jeugd en leiding, als indiaan ver kleed, aan meedeed. De kerkelijke feesten waren ook een bron van inspiratie om iets op touw te zetten. Op de Sint Maar tenviering op 24 oktober 1952 was er de ontsteking van het Sint Maartensvuur, gelardeerd met vertellingen en een toneel stukje. Als stimulering konden de jongens punten verdienen om prijsjes te winnen. Strafpunten voor diegenen die het met de orde en netheid niet zo nauw namen. Voor de Sint Nicolaasviering in december 1952 pakten de leiders met een groots programma uit. Meester de Vries uit ’t Veld vervulde waarschijnlijk met verve de rol van goedheiligman, getuige de opmerking: geen wonder dat Sinterklaas goed geslaagd was! Vaandrig Plijter, zelf een verwoed toneelspeler, had met een groep Peerke de Vrek ingestudeerd, en dat werd op schitterende wijze door de jongens naar voren gebracht. Maar niet alles lukte. In het voorjaar van 1952 ont stond het idee voor een huisvlijttentoon- stelling. Maar hoewel de aalmoezenier stad en land voor bouwplaten afliep, viel in september 1952 toch noodgedwongen het besluit: er zijn geen huisvlijtavonden meer, te weinig animo. Het contact met ook de achterban bleef in goede bedoe lingen steken. Na een mislukte poging in het voorgaande jaar, opperde de leiding in december 1952 om een ouderavond te houden. Deze keer zouden ze flink uitpakken met voordrachten en toneel plus verloting. De vaandrigs Plijter en Zuijdam zouden op een zaterdag naar Alkmaar gaan om een toneelstuk uit te zoeken. Helaas, in februari 1953 werd de ouderavond afgeblazen: er bleek in het verenigingsleven zovéél te doen en er was twijfel aan de toneelervaringen van de gildejongens. Kampdagen Voor de jeugdbeweging was het buiten leven belangrijk. Samen de natuur ingaan speelde een grote rol met als hoogtepunt een zomerkamp en als voorbereiding kampdagen. Geen wonder dat er al in het eerste jaar mee begonnen werd. Op 2 juni 1950 was de eerste kampdag in Waarland, n mei 1951 bestond het Jongensgilde, kortweg het Gilde genoemd, één jaar. De gedegen voorbereiding had zich uit betaald, alles liep op rolletjes. Er waren voldoende goede leiders met elke week een aantrekkelijk programma. De leiding van de nieuwe jeugdbeweging kon dus tevreden terugkijken. Maar er stond nog veel te gebeuren. Op 3 mei 1951 zou het nieuwe Jeugdhuis geopend worden en dat bood nog veel meer mogelijkheden. Een uitbreiding met nieuwe vendels zou dan ook spoedig volgen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2016 | | pagina 30