25
Blikseminslag
Een zware dikke gele lucht trok zondagavond over Waarland. De bliksem had raar huisgehouden. Bij de slagerij
J. Jonker, twee jaar geleden gebouwd naar de eisen des tijds, waren pannen van het dak geslagen. In de winkel was
het houten plafond losgerukt en in de slachtplaats was een gat in de zolder geslagen. Stukken hout lagen op de weg
en bij de buren aan de overkant. Ook bij bakker Jongkind was de bliksem ingeslagen. Op de meelzolder ontstond een
brand en dat kon gelukkig tijdig geblust worden.
Verkort overgenomen uit de Schager Courant van 2 augustus 1928. De slagerij van Jonker is verkocht aan J. Wever.
In de bakkerij van Jongkind is later de winkel van Bertus Groot gevestigd. Nu zijn daar twee woningen (Kerkstraat
13 en 8 /10a.) van gemaakt.
Overstag
Pas in oktober 1913 neemt de gemeente
het probleem serieus en besluit om een
spuithuisje met cachot te bouwen in
Waarland. B en W stellen de raad voor
twee nieuwe brandspuiten aan te schaf
fen. Burgemeester Jan Burger licht hun
plan toe en acht het beslist noodzakelijk
een brandspuit voor Waarland aan te
schaffen en vindt het niet meer verant
woord geen brandblusmiddelen te heb
ben. De gemeenschap Waarland heeft
inmiddels duizend zielen en is woonachtig
in steeds dichter bebouwde gedeelten.
De nieuwe aangeschafte spuiten werden
op 11 oktober 1913 geleverd. Er werd
niet of veel te laat, want voordat een
koerier de boodschap had overgebracht
en de brandweer arriveerde was het kwaad
al geschied.
Na veel gepraat was het Dirk Pieter
Plaatsman, hoofdonderwijzer in Waarland,
die de stoute schoenen aantrok en een
brief stuurde aan de gemeente Harenkar
spel. Hij was extra gemotiveerd geraakt
doordat bij de laatste brand een vonkenre
gen ook zijn school had bedreigd. Aan het
verzoekschrift waren een kleine 80 hand
tekeningen van de bevolking toegevoegd.
Na een raadsdiscussie werd op het ver
zoek afwijzend beschikt. De afwijzing
viel zo slecht dat besloten werd de vol
gende raadsvergadering hierop terug te
komen, echter met hetzelfde resultaat.
Een jaar later, op 18 februari 1904, her
haalde zich hetzelfde verzoek met dezelf
de discussie en afwijzing van de gemeen
teraad. Men is van oordeel dat de huizen
in Waarland nog teveel verspreid staan
en dat nog geen sprake is van een dorp
en dat bovendien met de aanschaf en
bediening grote kosten gemoeid waren.
Dat laatste zal ongetwijfeld het zwaarst
gewogen hebben.
een brandspuithuisje met cachot op het
perceel tegenover de De Posthoorn ge
bouwd. Daarbij leverden de plaatselijke
ondernemers David van der Gulik het
timmer-en smeedwerk, Simon Jaspers
het metselwerk en Hein van der Eng het
schilderwerk. De nieuwe brandspuiten
gingen echter niet naar Waarland maar
kwamen in Kerkbuurt en Dirkshorn te
staan. Het afdankertje van Dirkshorn ging
naar Waarland. De raadsheren Bakker
en Doekes achtten de oude spuit, zoals
onlangs gepresenteerd was, voldoende
voor Waarland. Zo kon rond juni 1916
Waarland beschikken over een eigen
handbrandspuit. Ook werden de brand
meester Andries Dekker en Arie Groen,
commandant en reserve, aangesteld. De
brandspuit in Waarland deed jarenlang
goede dienst maar het bedienen was een
arbeidsintensieve bezigheid.
Uit de kranten
7 juli 1917. Donderdag raakte op het erf
van Jacob Pancras alhier een wagen met
hooi in brand, vermoedelijk door vonken
uit een kacheltje van een noodwoning.
Doordat men de brandende hooiwagen
direct in de sloot reed en de spuit onmid
dellijk ter plaatse was en water gaf, werd
grooter ramp voorkomen.
In augustus 1913 maakt de metaalwaren-
fabriek Concordia van de gebroeders
Van Bergen uit Midwolda melding van
een beproeving van een nieuwe hand-
brandspuit, geschikt voor een paard-
bespanning, in samenwerking met de
gemeenten Harenkarspel en Heerhugo-
waard. Deze vindt plaats 8 januari 1914,
getuige de Schager Courant. De spuit kon
een hoogte van ruim 35 meter bereiken.
Of de capaciteit werkelijk klopte daar kan
men vraagtekens bij zetten. Met de aan
schaf werd er bij inruil f 1.100,- geboden
voor de oude spuit uit Kerkbuurt.