Mook, 12 januari 2015.
22
Bronnen:
- Bisschopsarchieven Haarlem en Breda.
- Noord Hollands Archief.
- krantenknipsels.
- Toendertoid 22.
Opening van het nieuwe
Sabinahof op 24 april 1999.
Herman Stam schreef
een oorkonde die Sabina
van Egmond voorleest
en waarvan de laatste
strofe luidt:
Weest eerlyck by het
kaertspel.
Vermydt steeds elck gekyf
al stoot gy naer de ballen
of werpt gy met den schyf:
dit is myn kort vermaenen
nu gy my hier ontvanckt
waervoor jonkvrouw Sabina
u nu van herte danckt.
vlnr: Herman Stam, Joke
van Benschop (Sabina),
Theo van Ophem.
'Armoe troef’ kon in die dagen
haast op ieder huissie zet
en ‘Dat ken de bruin niet trekke’
dat gezegde was un wet.
Met un vloot van voilingsvletten
van de skippers Bruin en Groen,
gingen woi met stikkebuultjes
zo un soort van skoolrois doen.
Toen in Waarland de dirigent van het
Gregoriaans koor ziek werd en overleed,
nam hij de leiding over. Tot een week
voor zijn dood heeft hij dit gedaan, aldus
het In Memoriam van het koor: Met zijn
humor en geduld maar bovenal met zijn
kennis van zaken studeerde hij met ons
deze oude kerkmuziek in. Onder zijn lei
ding konden we één keer per maand deze
zang in de viering op een goede manier
ten gehore brengen. Vorige week maan
dag hebben we nog heel plezierig met
elkaar gerepeteerd. Hoeveel moeite het
hem soms ook kostte, hij klom de trap
pen naar boven weer op. Dan klom hij
op zijn beuntje om te dirigeren. Dat was
nou eenmaal zijn lust en zijn leven.
Herman Stam is op 12 december 2003
in Waarland in zijn slaap overleden.
Zijn zoon Hein herdacht hem namens de
kinderen met onder meer deze woorden:
Deur de sluizen naar de Diepsmeer
sloten langs naar Skoorldam.
Verder most de stoet den lopen
tot die boi de speulduin kwam.
Zitten kon op voilingkissies
langs de wanden van de skuit.
Met per skip un melkbus ranja
voer die vloot ut Waarland uit.
In un bus naar verre steden,
in un skuit naar Skoorldam,
un verskil van toen en heden.
Deeran docht ik, Herman Stam.
In zijn weemoedige buien vond hij het
wel eens jammer dat er vrijwel niets van
zijn werkzaamheden uit die tijd is over
gebleven. Maar altijd konden wij hem
voorhouden dat hij met zijn bezigheden
vele mensen heeft beroerd en fijne herin
neringen met hen heeft opgebouwd. Niet
in de laatste plaats met zijn poppenspel
en buikspreekpop Kees. Kapelaan Stam
was een gedreven gezelschapsmens die
opbloeide in gezelschap van en in contact
met mensen, vrienden en collega’s. Zijn
priesterschap werd op een klein donker
kamertje gesmoord, maar niet zijn geloof.
Na Suriname en Roosendaal keerde hij
terug naar de geboortestreek van zijn vele
verhalen en familie, in het huisje waar
zijn ouders ook gewoond hadden en in
dit kleine overvolle huis (weggooien was
niet zijn sterkste kant) begon een nieuwe
en fijne fase in zijn leven. De stille in
stofjas geklede man veranderde weer in
een vrolijke, vriendelijke man, vermomd
als heertje.
Met dank aan Leo Beers, W Brand,
Cees Elsten, Hein Klooster, Manon Stam,
Riek Stam, To Stam-Klaver, Floor Twisk,
Ans van Wees.
SKOOLROIS
Koikend naar die roi met bussen,
docht ik hoe ut vroeger ging:
niks gien skoolrois, gien Ardennen,
gien Parois, gien Efteling.