Met hartelijke groeten, 21 Familie Stam bij elkaar in Wervershoof in de tuin van Nel. Vlnr: Coba Dik-Stam, Riek Stoop-Stam, Siemen Stam, Nel Groen-Stam, Gré Groot-Stam, Annie Stoop-Stam, Marie Duimel- Stam; achter: Herman en, Aldert Stam. Foto: To Stam-Klaver. Geachte Heer Stam, Nu in 1987 definitief vastgesteld is, dat U uw funkties waarvoor U was aangesteld in het dekenaat Roosendaal, niet meer zult kunnen vervullen, wil ik U hiermee ook ontheffen van de kerkelijke opdracht die U ervoor ontvangen had. U hebt toegewijd gewerkt als distrikts- katecheet en daarnaast ook in het pasto raat in de parochies van de Goede Herder en de Moeder Gods te Roosendaal. Wij hebben U altijd gekend als iemand die bezield bleef door het oorspronkelijke vuur dat in U ontstoken was. Mensen hebben U altijd herkend als een echte pastor, en met grote bewondering hebben beeld. Maar ook hielp ze mijn vader bij taken voor de kerk zoals het maken van boekjes voor de diensten. Ze zong mee in koren. Op maandag 17 februari 1986, de dag waarop Toos haar 51ste verjaardag zou gevierd hebben, vond in de paro chiekerk De Goede Herder de uitvaart plechtigheid plaats. De teksten voor de uitvaartdienst heeft Herman samen met haar samengesteld. Niet lang na het overlijden van Toos moest Herman om gezondheidsredenen stoppen met zijn werk. Bekend is dat hij het goed heeft kunnen vinden met de wij steeds gezien, hoe uw vrouw achter U stond, zolang zij kon. Ik dank U voor alles wat u voor ons bisdom gedaan hebt, nadat U al eerder het bisdom Haarlem en Suriname gediend had. Het leven is nu veranderd, uw gezin vraagt veel van uw aandacht en energie. Het dubbele afscheid dat U in korte tijd moest nemen, zal nog lang pijn blijven doen. Ik hoop, dat U de voldoening zult hebben, dat uw kinderen opgroeien in de sfeer die zij thuis hebben leren kennen en dat Uzelf mensen blijft tegenkomen van wie U meeleven ontvangt en aan wie U dat kunt geven. H. Ernst, bisschop van Breda Breda, 18 januari 1988 toenmalige, als progressief bekend staande bisschop van Breda, monseigneur Ernst, in wiens ambtsperiode (1967 1992) hij als pastoraal werker heeft gefungeerd. Een bijzon der bewijs daarvan is te vinden in de brief van het bisdom ter gelegenheid van Hermans pen sionering in januari 1988. Na zijn terugtreden in 1987 trok hij aanvankelijk nog vaak met kennissen op. Veel was hij in de weer met zijn bandrecor der, die hij steeds weer oplapte. Maar toch werd het stiller om hem heen. Hij leek niet meer te kunnen wennen. BISDOM VAN BREDA De Heer H.A. Stam Gripvelden 89 4707 ZB ROOSENDAAL Terug in Waarland In 1996 is Herman uit Roosen daal weggegaan. De verhuizing naar Waarland is een heel goede beslissing van hem geweest, aldus Manon, hij voelde zich daar weer hele maal thuis. Hij kwam voorlopig te wonen in de aanleunwoning waarin tot een paar jaar daarvoor nog zijn ouders hadden gewoond. Bij de bouw van Sabinahof, kwam daarin ook voor hem een woning beschikbaar. Bij de opening van dit woon-zorgcomplex speelde hij mee als één van de geldschieters van Sabina van Egmond. Hij fietste veel, want lopen was wegens zijn longemfyseem te vermoei end geworden. Schrijven voor de W4 was een geliefde bezigheid, bij voorkeur in rijmvorm en in het Westfries. Ook al woon den zijn kinderen toen ver weg, ze kwamen hem toch bezoeken en gingen ook wel samen met hem op vakantie. In het voor jaar van 1997, 1998 en 1999 heeft Manon met hem reizen gemaakt naar Wenen, Noorwegen en Ierland. In 2000 zijn we met ons allen naar Israël geweest, een vurige wens van hem. Het jaar daarop reisden we weer met zijn tweeën, nu naar Rome. Een ongekende luxe voor hem, zoals valt op te ma ken uit zijn bovenstaand gedicht. |r

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2016 | | pagina 21