19
geweest. In de brief van halfjuli 1972
staat een gedetailleerd verslag van de toer
die ze met hen door meer dan de helft van
bewoond Suriname hebben gemaakt, iets
wat eerder vanuit Nickerie niet te doen
zou zijn geweest.
Op 10 oktober 1972 is hun derde kind
geboren, Koen. Zijn tweede doopnaam is
Franciscus. We wonen in een klooster van
Franciscanessen, dus alle bewoonsters
zijn vereerd met die doopnaam.
Ze kondigen aan dat ze op 26 november
in Nederland zullen arriveren en na nieuw
jaar weer vertrekken. Het is een bezoek
met een zakelijke kant: Herman wil
proberen allerlei nieuw materiaal te
kopen voor het katechetisch-centrum-in
opbouw ten behoeve van de scholen.
Wat geld hiervoor hoopt hij in Nederland
in te zamelen met onder meer de opbreng
sten van een hele voorraad nog over te
brengen houtsnijwerk. Uit een latere brief
blijkt dat dit plan goed gelukt is. Veel
familiebezoek zit er niet in, de aandacht
gaat teveel naar het werk en de kerk uit
en bovendien moet er rekening worden
gehouden met de kinderen. Voor de eerste
keer is er sprake van behoefte aan rust,
omdat we hier in de tropen met een te
Nederlands tempo werken en dat ga je op
den duur aan den lijve ondervinden.
Onrust in Paramaribo
In de eerste maanden van 1973 maken
ze stakingen, relletjes en brandstichting
mee. Op straat was het niet veilig. Er
vielen ook doden. Negen weken is er
geen onderwijs gegeven. In april 1973
schrijven ze dat het gewone leven weer
wat is teruggekeerd. Wel is alles veel
duurder geworden. Wij wonen aan de
rand van de stad, zodat we van alle
onlusten niet direkt last gehad hebben
en bovendien werd het klooster waarin
we wonen, wegens de scholen, ’s nachts
door drie mannen bewaakt tegen brand
en inbraak.
In een wat vertraagde brief uit december
1973 staat dat de vertraging is veroorzaakt
door gebrek aan stencilpapier. Er heerst
schaarste. Dezelfde brief is uitvoerig
over de zojuist gehouden verkiezingen en
over de ingewikkeldheid van de partij-
onderhandelingen om te komen tot een
regering. De grote handicap is echter,
zoals altijd: hoe komen ze aan de centen!
Nu is het wachten op de ministers. We
zijn benieuwd, want ook voor ons hangt
daar heel veel van af.
De huisvesting gaat ook een probleem
vormen. Doordat het aantal zusters
sterk is verminderd, kunnen ze niet in
het klooster blijven wonen. De brief
van 12 april 1974 is de laatste, want
daarin maken ze niet alleen bekend dat
de bisschop het nieuwe katechetisch
centrum heeft geopend, waarvoor
Herman zoveel werk heeft verzet, maar
ook dat ze van plan te zijn over enkele
maanden voorgoed naar Nederland
terug te keren. Hun overwegingen
betreffen de belangen van de kinderen,
het ontbreken van pensioenregelingen en
sociale voorzieningen zoals in Nederland.
Daarbij komt zijn leeftijd, schrijft Herman.
Als we hier nog langer blijven wordt het
vinden van een betrekking in Nederland
steeds moeilijker, terwijl de tijd nu
gunstig is in verband met de verlaging
van de leerlingenschaal. Ook gezond
heidsproblemen van Herman worden
als reden genoemd, de dokter gaf hem
tweemaal de rode kaart. Maar de
belangrijkste reden in hun ogen is van
politieke aard, de overtuiging dat wegens
de komende zelfstandigheid bepaalde
functies beter in handen kunnen zijn van
mensen uit Suriname, ze merken dat op
de kweekschool en bij de functies in de
kerk. Sollicitatiebrieven zijn dan al naar
Nederland verzonden.
Pastoraal werk in Roosendaal
Begin juli 1974 keerde het gezin terug in
Nederland. De eerste maanden verbleven
ze, aldus Manon, bij een tante Jeanne
in Wormerveer, op Kerkstraat 287. Per
oktober 1974 werd hij door de bisschop
van Breda benoemd tot halftime districts-
katecheet in het dekenaat Roosendaal.
Op 6 december daaropvolgend zijn ze
verhuisd naar Roosendaal. Eerst woon
den ze ook hier weer in bij de zusters van
Liefde, dezelfde onderwijs-orde als die
in Paramaribo, in Roosendaal de zusters
Franciscanessen van het klooster Maria-
dal genoemd. Het was een statig gebouw
aan de Vincentiusstraat, dat stamt uit
1832. Kort erna konden ze een huurhuis
betrekken aan de Amethistdijk 27. Weer
wat later namen ze van de zusters een
rijtjeshuis over, Gripvelden 89, in de wijk
Langdonk. In beide gevallen woonden ze