I 16 De gelukkige ouders met Manon. De foto ging vergezeld van een eigenhandig geschreven geboortebericht. ’Hallo! Hier ben ik! Ik heet Manon Stam. Ik ben geboren op 18 november 1969. Ik weeg 3250 gram en ben 51 cm groot. Ik heb donkere ogen en donkere haren. Mijn peter en meter zijn Oom Hein en Tante Tini.’ St. Jozefstraat 8 boven Nieuw Nickerie, Suriname. Herinneringen van Hein Klooster, broer van Toos Toos is de oudste uit ons gezin, drie meisjes en twee jongens. Tijdens zijn werk voor de jeugd en de gidsen leerde zij, als gidsenleidster, Herman kennen. Uiteindelijk bleef hun relatie niet meer geheim, hetgeen er ongetwijfeld mede toe heeft geleid dat de bisschop hem overplaatste naar een andere parochie. ‘Boze tongen’ beweren dat hij in Uithoorn met de pastoor zo slecht kon opschieten - vanwege zijn relatie met Toos - dat die hem daarom niet in zijn woonflat liet slapen. Later kreeg hij onderdak bij een parochiaan, omdat hij daar een graag geziene gast was en erg gesteld was op gezelligheid en mensen om zich heen. In Nes aan de Amstel was geen jeugdwerk en op de pastorie was ook weinig gezelligheid. Herman vereenzaamde daar, wat tot gevolg had dat de relatie met Toos verder opbloeide. In Suriname werd hij door de bisschop met open armen ontvangen. kwast hebt gekocht, ben je een schildersbaas. Een bouw wordt niet aanbesteed, welnee. Je nodigt een paar van zulke ‘vaklui’ uit en komt met hen overeen, wat het loon zal zijn. Dan moet je zelf voor alle spullen zorgen. Gelukkig hebben we zelf een goede timmeruitrusting, die gretig gehanteerd werd. Wat zijn de bouwervaringen van ‘ark’, ‘huif’ en ‘luifel’ van pas gekomen!!! Gezinsuitbreiding De brief van december 1969 meldt na een inleiding over kerstmis bij 35 graden overdag en 25 graden ’s nachts als voor naamste belevenis de geboorte van dochtertje Manon op 18 november. Een wolk van een dochter, een sprekend evenbeeld van haar vader; bolle wan getjes, een eigenwijs kinnetje, dezelfde vorm van mond met een vooruitstekend bovenlipje en altijd trek in ‘lekker eten’. Herman is zo trots als een pauw en Toos als een pauwin. De hele zusters- en patersschaar probeert haar nu al te ver wennen. Dat zal me wat worden later! De tweede belevenis in rangorde is de onstuitbare opmars van de drumband. Veertig jongens oefenen ijverig op trommels en trompetten. Ze zijn ook al in nieuwe uniformen gestoken, een afwisseling van helder blauw, donkerblauw en wit. Een eerste optreden op 4 oktober was een groot succes, de band telt nu 62 jongens en 24 meisjes. Nog ingewikkelder dan het bouwen van een huis blijkt de aanschaf van een brom mer. Negentien ambtenaren hebben zich ermee bezigge houden. ’t Heeft hun uren wachten gekost en tweeëndertig Nederlandse guldens aan belasting. Herman komt weer op dreef met de vor ming van een muziekband voor de jeugd. Hij treedt op voor goede doelen met de buikspreekpop en de poppenkast. Zoiets was hier nog nooit vertoond. Voorlopig kan hij bij de kinderen geen kwaad meer doen. Ook niet bij de lijdensmeditaties in de vastentijd. In Nickerie en de drie staties wordt op een heel groot doek tus sen de schuldbelijdenis en de offerande gedurende 35 minuten het lijdensverhaal geprojecteerd, waaraan met een band recorder en versterker muziek wordt toe gevoegd. Er is geweldig veel belangstel ling voor. Ook andere evangeliestukken gaat hij doen, vooral op de buitenposten. Het spreekt de mensen veel meer aan dan alleen het gesproken woord. En het voor deel is, dat het ’t gehele jaar door om half zeven donker wordt. Je hoeft dan niet te verduisteren als je de projector gebruikt.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2016 | | pagina 16