Gert Volkers.
32
Eerst maar eens de leiders wegwijs ma
ken door op cursus te gaan. Hierna werd
de bijeenkomst gesloten met de christe
lijke groet.
De lesavonden
Zeker in het eerste jaar met pater Van
der Meyden was het echt een studieclub.
Leuk om nog eens terug te blikken hoe
het er toeging. Elke vergadering werd
geopend met gebed. Dan volgde een
instructie want ze beseften dat dit belang
rijk was bij het omgaan met de jeugd.
Piet Noordstrand gaf als eerste het goede
voorbeeld met de passende titel Hoe geef
ik instructie? Bij de nabespreking gaf
de aalmoezenier de tip om alle jongens
hierbij aan te kijken. Bij de verdere keuze
van de onderwerpen zag je duidelijk de
voorkeur van de inleider. Gert Volkers,
later actief in de toneelvereniging, be
steedde bij zijn lezing over Vrijetijdsbe
steding speciale aandacht aan het toneel.
Een gedegen voorbereiding
Op 10 november 1949 waren er boekjes
binnengekomen hoe het jongensgilde in
elkaar stak, plus programma’s voor de
bijeenkomsten. En na enkele weken kwa
men de werkmappen. Maar ja, er moesten
ook gildeliedjes geleerd worden waarbij
het lezen van noten belangrijk was. Hier
voor schakelden ze Jan Zutt in want bij
hem thuis hadden ze een harmonium.
Dus vanaf half 1950 togen de gildeleiders
in spé op de zondagavond naar Jan Zutt
voor het oefenen van de gildeliedjes.
De aalmoezenier hield ook de ontwik
kelingen in de omgeving in de gaten.
Zo vertelde hij dat het Jongensgilde in
het land groeiende was en als voorbeeld
noemde hij Castricum. Het idee was toen
snel geboren om daar eens een kijkje te
nemen. De leiders waren al op 5 januari
1950 bij dit Jongensgilde welkom. Met
de taxi gingen ze naar Castricum. De
hopman ontving hen en een vaandrig
vertelde het een en ander. Ze bekeken het
jeugdhuis en spraken de leiders. Het was
een leerzame avond, was de conclusie.
Het bleef niet bij kijken. In februari 1950
gingen de jeugdleiders op een zaterdag
op cursus naar Bloemendaal. Eerst met
de fiets naar Alkmaar en dan per trein
naar Bloemendaal, vertrek kwart voor
twee. Van deze cursus maakten ze een
verslag. En ze moesten vragen beant
woorden en de liedjes zingen. In maart
bleek dat de cursus f73,25 had gekost en
dat het derde weekend van de cursus geen
De instructie van Aldert Stam ging over
De Jeugd in Clubverband, maar dat was
meer een speech dan instructie, tekende
de notulist aan. Piet Noordstrand instru
eerde ook over De Benelux, Piet Zutt
over het Loonzakje, Jan Zuijdam over de
Erfelijkheid van de plant, ingewikkeld
maar wel interessant. Toen Jan Bruin het
over de Jeugdbeweging had, merkte Jan
op dat voetbal hier ook een tak van was.
Dat tekende zijn liefde voor deze sport.
Niet verwonderlijk dan ook dat hij op
9 februari 1950 stopte, met als reden het
volgen van een cursus praktijk boekhou
den. Het godsdienstige kwam aan bod bij
de wekelijkse katechismusles van de aal
moezenier. Naast deze uitleg door de aal
moezenier kwamen er in de loop van het
eerste jaar ook lezingen en besprekingen
uit de H. Schrift. De lesavond eindigde
traditiegetrouw met de christelijke groet.
Welpen en gidsen
De tegenstand van de welpenleidsters
was niet onopgemerkt gebleven. Op 24
november 1949 stelde Piet Noordstrand
voor om de welpen- en gidsenleidsters
een keer uit te nodigen om het doel van
deze avonden uit te leggen. Dat was ak
koord en op 8 december 1949 waren de
welpenleidsters aanwezig. De aalmoe
zenier vertelde over het verloop van de
avonden die de groep tot nu gehouden
had en Jan Bruin hield een lezing over
De Jeugdbeweging in het algemeen.
Op 14 december 1949 waren de
gidsenleidsters present. Ook zij
kregen uitleg en Gert Volkers
gaf een instructie over Vrijetijds
besteding. De gidsenleidsters
hoorden het aan en zeiden dat ze
niet veel aan deze avonden had
den en daarom met hun eigen
bijeenkomsten begonnen. Het zat
de mannen echter niet lekker dat
de leidsters zo argwanend naar
hun plannen keken. Een paar
weken daarna besloten ze om de
welpenleidsters uit te leggen dat
deze avonden geen vergaderingen
waren maar les-avonden. Hierna
staat er in het notulenboek niets
meer over de welpen of gidsen.
Waarschijnlijk zijn ze nog enige
tijd op eigen kracht doorgegaan. Hoe lang
is niet bekend.