il 9 Teun Pankras en Jaantje Laan. Jaap op de knie van z’n vader. ben ze ongetwijfeld hun ongerustheid over geuit. Ook ver telden ze over hun dochtertje, dat kort na haar geboorte, ergens in Maastricht was ondergebracht. Ze leefden ieder uur van de dag in angst. Zouden ze opgepakt worden? En leefde hun familie nog? Jaren later gehoord Jaap gaat verder: Dat dit joodse echt paar door de buren niet verraden is, dat hoorde ik jaren later. Het is wel bijzonder, want even verderop woonde Jerenome Kossen, die in Waarland Noom of Non voor dit echtpaar, maar ook voor Joop Vredenburg, een spoorwegbeambte uit Alkmaar, die bij ons een tijdje was onder gedoken. Het bleef gevaarlijk voor de onderduikers. In de hongerwinter kwa men verschillende mensen met karretjes en kinderwagens uit de stad bij ons om aardappelen te kopen of te ruilen. En wie was te vertrouwen? Onder hen kon den personen zijn, die de onderduikers zouden kunnen verraden. Gelukkig is dit niet gebeurd. Voorjaar 1945. Het zuiden van ons land was al een halfjaar bevrijd. Hoelang moest Noord-Nederland hierop wachten? De Duitsers gaven zich niet zomaar over. Het luchtgeschut bleef paraat. Ze schoten op Engelse vliegtuigen die op weg waren naar Duitsland om daar fabrieken te bombarderen. Tegenaanvallen waren er ook. Zo bombardeerden de geallieerden in april ’45 het luchtdoelgeschut van de Duitsers bij Kalverdijk. Ondanks deze oplopende spanningen durfden Jo en Bep Wessels steeds meer hun grenzen te verleggen. De eerste paar maanden bleven ze in of vlak bij huis, maar toen de winter voorbij was, gingen ze ook verderop. Zo had Jo van een ge vonden brandstoftank een soort vaartuig gemaakt, waarmee hij door de ringvaart peddelde. Bep kon het goed vinden met Trien, de oudste zus van Jaap, en ze trok ken wel eens samen met de fiets erop uit. De naaste buren Het dubbele woon huis was gebouwd na de brand van de stolp in 1933. Tijdens de oorlogs jaren woonde aan de ene kant de familie Pankras-Laan en aan de andere kant het gezin Jo Laan en Helena Pankras met drie kinderen. Een stukje inverdan stond een verbouwde schuur, waarin de familie Bakker-Jansen woonde en daarnaast de woning van Jo Blaauw en Tecla Boon (nu: Ringvaart- weg 32). Jo Blaauw was begin jaren veertig in de Speketer komen wonen. Hij kocht regel matig een varken of een koe, die hij dan illegaal slachtte. De Duitse bezetter was fel gekant tegen de zwarte handel en het clandestien slachten. Wanneer iemand gesnapt werd, kreeg hij een flinke boete of soms een gevangenisstraf. Zo af en toe kreeg Jo Blaauw controle van de Duit sers, maar hij werd nooit betrapt. Om te kunnen vluchten was er onder het kleed bij de trap een luik, van waaruit hij onder de vloer kon komen. Jaap Pankras: ’t Kan zijn dat m’n buurman Blaauw tegen Joop en Bep Wessels gezegd heeft, dat ze bij onraad bij hem onder de vloer mochten. Vlakbij de schoorsteen, want daar konden ze met een bajonet niet door de vloer prikken. Niet alleen een schuilplaats I Vlnr: Nellie, Jaap, I Trien Pankras. I F'-7'

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2015 | | pagina 9