26 Niet alleen in 1976 maar ook tien jaar later bezocht Arie Bruin zijn broer Kees in Kameroen. Vlnr: Op de markt: twee handelaren uit het noorden van Kameroen, Arie, Kees en vader Jan Bruin. Fotograaf: zwager Gerard van der Stoop, die toen ook mee was op bezoek. de Bamvele - drie verschillende soorten talen gesproken. Van de Maka is de taal ook voor een klein gedeelte gebruikt bij de diensten door de landeigen priesters die Maka waren. De vieringen van de mis, de doop- en huwelijksplechtigheden zou men als feestelijke gebeurtenissen kun nen omschrijven. Daarbuiten waren er de dodenfeesten. Met veel drank en dag en nacht het spelen op de tamtam bij de nacht wake, de begrafenis en na enige tijd weer op de eigenlijke dodenherdenkingsdag. Gevaren heb ik er niet gekend. Er zijn wel spanningen geweest, maar je had een goede band met de mensen. Je werd op handen gedragen. Bestolen werden we wel. Eén keer ben ik echt bedreigd geweest, maar dat was een persoonlijke actie van een bewoner. Het echte bosgebied Vervolgens belandde hij op de missiepost in Essiengbot. Het echte bosgebied, zo genoemd door zijn voorganger en ook nog collega Adriaan Olsthoorn, die hier werkzaam was van 1981 tot 1989. Olsthoorn runde in Essiengbot een timmerwinkel. Er werden overwegend kozijnen, kasten, tafels, stoelen en schoolbanken gemaakt, die echter slecht of niet werden afbetaald. Elders richtte de inheemse bevolking zelf al timmerwinkeltjes op, Olsthoorn moest de timmerij sluiten toen broeder Harrie Hermans ziek werd en wegging. Vanaf1990 combineerde ik Essiengbot met Messamena. In Essiengbot heb ik wel veel samengewerkt met Janus Olsthoorn, die toen al in de zestig was. Ook kreeg ik Diverse keren zochten broers hem op. Arie kwam samen met Piet, maar ook een keer alleen. Zelfredzaam moest je hier wel zijn. Zo heeft Arie mij eens geholpen met een lekke band, tijdens een lange tocht naar Garoua. In de hitte, de band zat heel strak, het werd een lastige klus. Ook mijn vader is een keer bij me geweest. Dat was in Essiengbot, in 1986. We hebben toen naar het verslag van de Elfstedentocht geluisterd, op een transistorradio konden we de Wereldomroep ontvangen. Het was op 26 februari. Evert van Benthem won voor de tweede keer. Mijn zus Lia en mijn zwager Gerard waren er in 1995. Ontwikkelingswerk In Abong’Mbang, de hoofdstad van het departement, was ik van 1992 tot 1995 pastoor met twee oudere paters, die allebei zijn weggegaan. Ze waren al tussen de 65 en 70, gewoon versleten. Het was welgeteld mijn zevende missiepost. In 1995 ben ik een jaar ertussenuit geweest, op ’recyclage noemden we dit. In dat jaar kwamen er een paar paters uit Lomié bij mij. veel steun van broeder Harrie Hermans, een knappe timmerman. Eigenlijk had Essiengbot al veel luxe, want er was bij voorbeeld voor de stroom een behoorlijk aggregaat. In Messamena hadden we maar een heel klein barreltje, in Diang hadden we in 1981 op de missie wel een eigen aggregaat Harrie Hermans maakte kasten, bedden, doodskisten, banken, enzovoorts. Hij beschikte over allerlei machines, lintzaag en frees bij voorbeeld. Tot hier in Gennep heb ik hem nog meegemaakt. Hij woonde in Weert. In april 2014 is hij overleden. Familie op bezoek In de periode van Messamena,1971-1974, heeft hij bezoek gehad van zijn nichtje Gurie Bruin, dochter van Piet Bruin in Noord-Scharwoude. Ze was in Alkmaar opgeleid tot verpleegster. Het was voor haar een soort stage. Ze had contacten met mensen in Akersloot en heeft deze zover gekregen dat ook zij geld bijeen hebben gebracht voor het laten bouwen van een gemeenschapshuis in Messamena. Vrijwilligers en plaatselijke bewoners hebben het inderdaad gebouwd.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2015 | | pagina 26